nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Aan de Staten van de Nederlandse Antillen
Aan de Staten van Aruba
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van rijkswet tot
goedkeuring van het op 11 december 1997 te Kyoto totstandgekomen Protocol
van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering
(Trb. 1998, 170 en 1999, 110).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
25 april 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 11 december 1997 te
Kyoto totstandgekomen Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde
Naties inzake klimaatverandering ingevolge artikel 91, eerste lid, van de
Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk
daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het
Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 11 december 1997 te Kyoto totstandgekomen Protocol van Kyoto bij
het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, waarvan
de Engelse en Franse tekst is geplaatst in Tractatenblad 1998, 170, en de
vertaling in het Nederlands in Tractenblad 1999, 110, wordt goedgekeurd voor
het gehele Koninkrijk.
Artikel 2
Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
De Minister van Buitenlandse Zaken,