B
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 10 maart
2000 en het nader rapport d.d. 13 april 2000, aangeboden aan de Koningin door
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies van de Raad
van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 5 februari 2000, no. 00.000576, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet
met memorie van toelichting tot wijziging van de artikelen 19 en 77 van de
Ziekenfondswet, artikel 62 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en
artikel 51 van de Wet financiering volksverzekeringen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 5 februari
2000, no. 00.000576, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 10 maart 2000, nr. W 13.00.0041/III, bied ik U
hierbij aan.
Bij wet van 27 maart 1999 (uitvoeringsorganen volksgezondheid) (Stb. 185)
is onbedoeld wijziging gebracht in het stelsel van rechtsbescherming. De regering
acht het wenselijk de oude situatie zo snel mogelijk te herstellen.
De Raad van State heeft slechts één kanttekening ten aanzien
van het overgangsrecht.
De Raad brengt in herinnering dat ingevolge aanwijzing 171 van de Aanwijzingen
voor de regelgeving in geval van nieuwe regels voor procedures en bevoegdheden
van organen terzake van geschillen, met betrekking tot de zaken die voor de
inwerkingtreding van deze regels aanhangig zijn gemaakt uitdrukkelijk in de
regeling dient te worden bepaald of het oude dan wel het nieuwe recht van
toepassing is.
De Raad adviseert aldus te handelen.
Het advies van de Raad van State is gevolgd. Aan het voorstel van wet
is een bepaling toegevoegd, waarin geregeld wordt dat een nog lopend beroep
tegen een besluit ten aanzien waarvan de bevoegde beroepsinstantie met het
voorstel van wet niet meer de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State is, maar een rechtbank, ter behandeling aan de bevoegde rechtbank wordt
overgedragen. In verband daarmee is tevens de memorie van toelichting aangepast.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening
zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers