Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 27086 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 27086 nr. 3 |
Met ingang van 1 juli 1999 zijn met de inwerkingtreding van bepalingen van de Wet van 27 maart 1999 tot wijziging van de Ziekenfondswet, de Wet tarieven gezondheidszorg en de Wet ziekenhuisvoorzieningen in verband met wijzigingen in de taak, samenstelling en werkwijze van de in die wetten geregelde bestuursorganen, alsmede wijziging van andere wetten in verband daarmee (uitvoeringsorganen volksgezondheid) (Stb. 1999, 185) de artikelen 77 van de Ziekenfondswet, 62 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en 51 van de Wet financiering volksverzekeringen gewijzigd.
Deze bepalingen regelen onder meer het beroep tegen besluiten van het College voor zorgverzekeringen (verder te noemen: College) en tegen besluiten van de Commissie toezicht uitvoeringsorganisatie, bedoeld in artikel 1u van de Ziekenfondswet (verder te noemen: de commissie). Voor 1 juli 1999 stond in deze bepalingen een limitatieve opsomming van beschikkingen waartegen beroep openstond bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder te noemen: Raad van State). Per 1 juli 1999 is algemeen geformuleerd dat beroep mogelijk is bij de Raad van State tegen alle beschikkingen voor zover in de Ziekenfondswet respectievelijk in de AWBZ niet anders is bepaald. Onbedoeld en ongewenst gevolg daarvan is dat thans beroepen van personeelsleden van het College tegen jegens hen genomen besluiten bij de Raad van State moeten worden ingediend, in plaats van bij de rechtbank en, in hoger beroep, bij de Centrale Raad van Beroep.
Ditzelfde onbedoelde en ongewenste gevolg is opgetreden ten aanzien van verklaringen van het College op grond van artikel 21, tweede lid, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe deze gevolgen te niet te doen. Daarom worden de artikelen 77 van de Ziekenfondswet en 5 en 62 van de AWBZ gewijzigd.
Verder leidt de tekst van artikel 51 van de Wet financiering volksverzekeringen, zoals die met de wet uitvoeringsorganen volksgezondheid is komen te luiden, tot onduidelijkheden. Daarom wordt ook artikel 51 met dit wetsvoorstel gewijzigd.
De regering acht het gewenst dat de oude situatie zo spoedig mogelijk wordt hersteld, ook wat betreft de lopende beroepen. Daarom is in artikel IV geregeld dat lopende beroepen worden overgedragen door de Raad van State aan de bevoegde rechtbank. De Centrale Raad van Beroep, de Raad van State en de rechtbanken zijn op de hoogte gesteld van de beoogde correctie van de beroepsgang.
A. In artikel 19, zesde lid, wordt naar een niet bestaande derde volzin in het tweede lid van artikel 19 verwezen. Van de gelegenheid wordt gebruikt gemaakt om dit te corrigeren.
B. Aan artikel 77 van de Ziekenfondswet wordt een volzin toegevoegd, als gevolg waarvan tegen een besluit ten aanzien van een persoon die behoort tot het personeel van het College beroep openstaat bij de rechtbank en hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep en niet meer bij de Raad van State. Een dergelijke persoon is ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet. Gekozen is voor de term besluiten zodat ingevolge artikel 8:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ook mondelinge beslissingen en feitelijke handelingen die een dergelijke persoon rechtstreeks in zijn personele belang raken, voor beroep vatbaar zijn.
In het op grond van artikel XX van de wet uitvoeringsorganen volksgezondheid vastgestelde voorlopige bestuursreglement van het College is geregeld dat het bestuur van het College, in overeenstemming met de commissie, leden van hot personeel van het College aanwijst die belast zijn met de ambtelijke ondersteuning van genoemde commissie. Deze leden van het personeel van het College kunnen derhalve opdrachten krijgen van de commissie, waartegen zij in beroep zouden willen gaan. Ook beroepen tegen deze besluiten jegens het personeel van het College vallen onder de in de tweede volzin geregelde uitzondering.
Artikel 21, eerste lid, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 regelt een uitzondering op het beginsel dat een ingezetene van Nederland verzekerd is ingevolge de AWBZ. Het gaat om personen die tevens niet verzekerd zijn voor de Ziekenfondswet, doch die, met toepassing van een verordening van de Raad van de Europese Gemeenschappen of van een door Nederland met een of meer andere staten gesloten verdrag inzake de sociale zekerheid, in Nederland recht kunnen doen gelden op verstrekkingen die op grond van de Ziekenfondswet of de AWBZ als aanspraak zijn omschreven en die in beginsel worden verleend ten laste van een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of een staat waarmee Nederland een verdrag inzake sociale zekerheid heeft gesloten. In het tweede lid van het genoemde artikel is geregeld dat het College op aanvraag van betrokkene een verklaring afgeeft dat recht op verstrekkingen als hiervoor beschreven, bestaat. De verklaring betekent inhoudelijk een verklaring dat de betrokkene niet verzekerd is in de zin van de AWBZ.
De Centrale Raad van Beroep heeft bevestigd (CRvB 21 april 1999, RSV 1999/310) dat een dergelijke verklaring als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb dient te worden aangemerkt.
Doordat de formulering van artikel 62 voor dergelijke besluiten geen uitzondering maakt, is thans de Raad van State bevoegd kennis te nemen van beroepen tegen dergelijke verklaringen of weigeringen deze of te geven.
Teneinde de niet beoogde wijziging in de beroepsgang ongedaan te maken, is het noodzakelijk artikel 62 van de AWBZ te wijzigen en op het daar geregelde beroep bij de Raad van State een uitzondering te maken voor een besluit van het College ten aanzien van vorenbedoelde aanvraag. Om dit te regelen, is het tevens gewenst in artikel 5, derde lid, van de AWBZ expliciet te bepalen dat in de op grond van die bepaling vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het College dergelijke verklaringen kan afgeven. In verband hiermee wordt aan artikel 5, derde lid, van de AWBZ een volzin toegevoegd. Aan artikel 62 van de AWBZ wordt voorts een volzin toegevoegd die regelt dat het instellen van beroep bij de Raad van State niet geldt ten aanzien van een besluit van het bestuur van het College ingevolge artikel 5, derde lid, tweede volzin.
De tekst van artikel 51 van de Wet financiering volksverzekeringen is verduidelijkt. Artikel 40, derde lid, van die wet is voor het College een nadere uitwerking van het eerste en tweede lid, waartegen niet nog eens apart beroep openstaat. Het besluit om uitgaven niet verantwoord te achten, is een besluit van de commissie. De aanduiding van het derde lid is dan ook bij het College geschrapt en bij de commissie toegevoegd. Voorts is ook bij de commissie expliciet aangegeven krachtens welke bepalingen de besluiten worden genomen waartegen beroep openstaat bij de Raad van State.
In artikel IV is geregeld dat een nog lopend beroep tegen een besluit ten aanzien waarvan de bevoegde beroepsinstantie met dit wetsvoorstel niet meer de Raad van State is, maar een rechtbank, ter behandeling aan de bevoegde rechtbank wordt overgedragen. Het gaat daarbij om een besluit genomen door het College of de commissie jegens een persoon die behoort tot het personeel van het College (tweede volzin van artikel 77 van de Ziekenfondswet) alsmede om een besluit van het bestuur van het College dat inhoudt een verklaring dat een persoon niet verzekerd is in de zin van de AWBZ (tweede volzin van artikel 62 van de AWBZ).
Door te regelen dat alleen beroepen worden overgedragen waarop nog niet onherroepelijk is beslist door de Raad van State, wordt verhinderd dat alsnog hoger beroep bij de Centrale Raad van State mogelijk wordt gemaakt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27086-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.