27 074
Voorstel van wet van de leden Van Wijmen en Ross-van Dorp tot wijziging van de Wet op de adeldom in verband met het wegnemen van onevenwichtigheden in het overheidsbeleid ten aanzien van adellijke ouders en hun kinderen (overerving adeldom in de vrouwelijke lijn)

nr. 4
VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de bestaande sekseneutrale verervingsregels voor adeldom dusdanig door de overheid worden geïnterpreteerd dat een niet te rechtvaardigen achterstelling plaatsvindt van bepaalde adellijke ouders en hun kinderen, welke zich niet verdraagt met de heersende rechtsovertuiging inzake gelijke behandeling en eerbiediging van het familieleven, alsmede het historisch adelsrecht, de Grondwet, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen;

dat het wenselijk is daartoe de Wet op de adeldom te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de adeldom wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 3 wordt vervangen door:

Artikel 3

Erfelijk verleende adeldom gaat volgens de bestaande verervingsregelingen over op alle kinderen die in familierechtelijke betrekking staan tot de adellijke ouder en de geslachtsnaam van die adellijke ouder hebben.

ARTIKEL II

Het Burgerlijk Wetboek, Boek 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 5 vervalt het tiende lid.

2. Het elfde lid wordt vernummerd tot tiende lid.

ARTIKEL III

Artikel 3 van de Wet op de adeldom, zoals dit artikel luidt na inwerkingtreding van deze wet, heeft geen gevolgen indien, op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, het kind en degene aan wie het kind de adeldom ontleent, niet meer in leven zijn.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Justitie,

Naar boven