nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in het
voorstel van wet van de leden Duivesteijn, Biesheuvel, Hofstra en Van 't Riet
houdende nieuwe regels over het toekennen van bijdragen aan lagere inkomensgroepen
ten behoeve van het verkrijgen en kunnen blijven bewonen van een eigen woning
(Wet bevordering eigenwoningbezit) (kamerstukken I 1999/2000, 25 309,
nr. 142), indien dat voorstel tot wet wordt verheven, enkele verbeteringen
op te nemen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Indien het bij geleidende brief van 16 april 1997 ingediende voorstel
van wet van de leden Duivesteijn, Biesheuvel, Hofstra en Van 't Riet
houdende nieuwe regels over het toekennen van bijdragen aan lagere inkomensgroepen
ten behoeve van het verkrijgen en kunnen blijven bewonen van een eigen woning
(Wet bevordering eigenwoningbezit) (kamerstukken I 1999/2000, 25 309,
nr. 142) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, vierde lid, wordt na «bewoont» toegevoegd: en
de situatie, bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a, b en c, zich niet
voordoet.
B
Artikel 18, eerste lid, onder b, komt te luiden:
b. dat is opgemaakt met inachtneming van het laatst uitgegeven terzake
relevante model van de betrokken beroepsverenigingen;.
C
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onder b, wordt «marktwaarde» vervangen
door: onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Indien een woning wordt verkocht en geleverd voor minder dan de stichtingskosten
of voor minder dan de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik,
kan in het kader van de eigendomsoverdracht worden overeengekomen dat bij
vervreemding van de woning door de eigenaar-bewoner gedurende ten hoogste
30 jaar na zijn eigendomsverkrijging, aan degene van wie hij de woning in
eigendom heeft verkregen, geheel of gedeeltelijk wordt terugbetaald:
a. indien de woning een nieuwbouwwoning is: het verschil tussen de stichtingskosten
en het door de eigenaar-bewoner betaalde bedrag, eventueel vermeerderd met
ten hoogste de ontwikkeling van de consumentenprijzen (alle huishoudens);
b. indien de woning een bestaande woning is en laatstelijk voor de eigendomsoverdracht
werd bewoond door een ander dan de eigenaar-bewoner of degene die tot diens
huishouden behoort: het verschil tussen de onderhandse verkoopwaarde vrij
van huur en gebruik en het door de eigenaar-bewoner betaalde bedrag, eventueel
vermeerderd met ten hoogste de ontwikkeling van de consumentenprijzen (alle
huishoudens), of
c. indien de woning een bestaande woning is en de eigenaar-bewoner of
degene die tot diens huishouden behoort die woning laatstelijk voor de eigendomsoverdracht
als huurder bewoonde: het verschil tussen de onderhandse verkoopwaarde vrij
van verhuur en gebruik en het door de eigenaar-bewoner betaalde bedrag, voorzover
dat verschil 10 procent van die verkoopwaarde te boven gaat, eventueel vermeerderd
met ten hoogste de ontwikkeling van de consumentenprijzen (alle huishoudens).
D
In artikel 23, onder a, wordt «hypotheekakte» vervangen door:
geldleningsovereenkomst.
E
Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid:
a. vervalt in onderdeel a «, voorzover met de hypothecaire lening
niet de verschuldigde overdrachtsbelasting, bedoeld in artikel 2 van de Wet
op belastingen van rechtsverkeer, is gefinancierd,» en
b. komt onderdeel b te luiden:
b. indien overdrachtsbelasting als bedoeld in artikel 2 van de Wet op
belastingen van rechtsverkeer verschuldigd is: een maandelijkse toeslag in
verband met die overdrachtsbelasting.
2. In het tweede lid wordt «Po: het percentage, genoemd
in artikel 14, eerste lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer»
vervangen door: Po: indien overdrachtsbelasting als bedoeld in
artikel 2 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer verschuldigd is: het
percentage, genoemd in artikel 14, eerste lid, van de Wet op belastingen van
rechtsverkeer;.
F
In artikel 41, eerste lid, vervalt de zinsnede: en het grensbedrag in
de vangnetregeling.
G
Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «geaccepteerd» ingevoegd: of
stellen andere daartoe door Onze Minister aangewezen personen of instanties.
2. In het vijfde lid, eerste volzin, wordt na «financier»
ingevoegd: , de personen of de instanties.
H
In artikel 44, eerste lid, wordt «financier» vervangen door:
eigenaar-bewoner.
I
In artikel 52 vervalt de zinsnede: en burgemeester en wethouders.
J
Artikel 60 komt te luiden:
Artikel 60. Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001
(defiscalisering ewb)
In artikel 3.5.5, onderdeel e, van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt,
onder vernummering van de aanduidingen 2° tot en met 4° in respectievelijk
3° tot en met 5°, ingevoegd:
2°. bepaalde noodzakelijke kosten in verband met de verkrijging of
het behoud van een eigen woning als bedoeld in artikel 3.6.2 of een woonwagen,
waarbij voor de toepassing van de regeling inzake de aftrek van de op de voordelen
uit die woning drukkende kosten als bedoeld in artikel 3.6.1 deze uitkering
geacht wordt wel te zijn aangewezen;.
K
In artikel 62, eerste lid, wordt «acht, onderscheidenlijk vier weken»
vervangen door: acht, acht, onderscheidenlijk vier weken.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op het tijdstip waarop het in artikel I, aanhef,
bedoelde voorstel van wet, na tot wet te zijn verheven, in werking treedt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
De Staatssecretaris van Financiën,