27 061
Meerjarennota emancipatiebeleid

nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER EN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den haag, 28 mei 2001

Hierbij informeren wij u over onze standpunten inzake het advies dat de VROM-Raad op ons verzoek heeft uitgebracht getiteld «Dagindeling geordend?».1

De Raad heeft in korte tijd een advies uitgebracht hoewel dit niet in het werkprogramma was opgenomen en het een nieuw beleidsveld betrof. De Raad verdient hiervoor waardering. Er heeft tussen ons en de VROM-Raad een gesprek over het advies plaatsgevonden.

Bij dagindeling gaat het in feite om het anders ordenen van ruimte en tijd zodat mannen en vrouwen die taken combineren, arbeid en zorg beter op elkaar af kunnen stemmen. In het rapport komt dat ook duidelijk tot uiting. Bij het schrijven van het hoofdstuk Dagindeling van het in november gepubliceerde Meerjarenbeleidsplan Emancipatie is op veel terreinen gebruik gemaakt van het advies van de VROM-Raad en zijn de inzichten van de Raad verwerkt. Op een aantal onderdelen van het advies gaan wij hieronder in.

Van belang is dat de VROM-Raad aan de in de Meerjarennota genoemde knelpunten inzake de bereikbaarheid van faciliteiten voor taakcombineerders, een derde knelpunt toevoegt.

Naast beschikbaarheid in de tijd en bereikbaarheid dient ook rekening gehouden te worden met de toegankelijkheid van deze voorzieningen. Hierbij gaat het om zowel de sociaal-economische als de sociaal culturele toegangsvoorwaarden. Het feit dat de Raad de onderhavige problematiek benadert vanuit het perspectief van de taakcombinerende gebruiker, is voor ons een belangrijk gegeven. De door de Raad gedane suggesties inzake de sociaal-economische toegankelijkheid zijn meegenomen in het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie. Bij het ontwerpen van een samenhangende regeling «Toegankelijkheid voorzieningen dagindeling» zal het kabinet de sociaal-economische toegankelijkheid voor elk lid van de samenleving als uitgangspunt nemen.

De door de Raad gemaakte opmerkingen en gedane suggesties inzake dienstenknooppunten op «bovenwijks niveau» en goedkope en flexibel te benutten ruimtes op lokaal of wijkniveau spelen een rol bij de verdere uitwerking van beleid. Via ruimtelijke ordening zal letterlijk ruimte moeten worden gezocht voor initiatieven die helpen knelpunten in de dagindeling van taakcombineerders te verlichten.

De analyses en vragen van de Raad inzake de schaalgrootte waarop dienstenknooppunten functioneren, zijn aanleiding voor verder onderzoek, zoals aangekondigd in het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie. Daarbij gaat het met name om de ruimtelijke, fysieke en economische randvoorwaarden, alsmede mogelijke financierings- en exploitatiemodellen. Ook het aspect van duurzaamheid en levensloopbestendigheid speelt een rol.

Het concept van multifunctioneel gebouwengebruik, waarbij onderwijs, opvang en vrije tijd onder één dak, één regie en één geldstroom worden samengevoegd, zal betrokken worden bij de uitwerking van het concept zorg- of dienstenknooppunten. Wat ligt meer voor de hand dan om aan deze multifunctionele accommodaties onderdelen toe te voegen die van belang zijn voor taakcombineerders. Ook de vraag welke voorzieningen standaard in een zorg- of dienstenknooppunt thuis horen is onderwerp van nadere studie. Scholen, kinderopvang, culturele voorzieningen als bibliotheken, huisartsenpraktijken, consultatiebureaus, centra voor mantelzorg en vrije tijd, winkelvoorzieningen etc. kunnen bijvoorbeeld gecombineerd worden met kleinschalige werkgelegenheid, een aanbod van persoonlijke dienstverlening, telewerkfaciliteiten en sportvoorzieningen. Hierbij zal ook rekening worden gehouden met de samenstelling van de bevolking, culturele en financiële achtergrond etc.

Zoals bekend is op 15 december de Commissie Dagarrangementen geïnstalleerd die deze ontwikkeling zal uitwerken en zo mogelijk zal versnellen. Begin 2002 komt deze commissie met een eindadvies.

Met name de ruimtelijke plaatsing van de zorg- of dienstenknooppunten is onderwerp van studie. Bij de opstelling van bestemmingsplannen is het van belang dat de gemeenten bij de vestiging van dienstenknooppunten en multifunctionele ruimtes met dit beleid rekening houden. In het kader van de fundamentele herziening van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zullen voorzieningen worden getroffen dat hierop kan worden toegezien.

Van belang is de opmerking van de Raad inzake de rol die de overheid bij het tot stand komen van deze flexibel te benutten ruimtes dient te vervullen. De overheid zal zich actief moeten richten op het verwerven en beheren van deze ruimtes die een rol spelen in het combineren van arbeid, zorg en vrije tijd op kansrijke lokaties.

De stijgende grondprijzen zijn hierbij soms een probleem omdat die een te hoog prijsniveau van de aangeboden voorzieningen met zich mee kan brengen.

Punt van overweging is geweest om te onderzoeken of voorzieningen als kinderopvang, multifunctionele ruimtes op wijkniveau en dienstenknooppunten, geheel of gedeeltelijk gefinancierd zouden kunnen worden via de grondexploitatie. In het kader van de discussie rond de Nota Op grond van Nieuw Beleid over het grondbeleid heeft het kabinet uiteindelijk toch besloten om kosten van sociale voorzieningen als kinderopvang niet onder te brengen op de kostenlijst. Wel is het kabinet uitdrukkelijk van mening dat genoemde voorzieningen zoals bijvoorbeeld kinderopvang, multifunctioneel te gebruiken ruimtes op wijkniveau en dienstenknooppunten in een integrale planontwikkeling meegenomen moet worden.

Gemeentes hebben een belangrijke verantwoordelijkheid bij het vaststellen van de grondprijzen. Als blijkt dat voorzieningen vanwege te hoge kosten niet tot stand kunnen komen, dan kan overwogen worden dat gemeentes en ontwikkelaars op vrijwillige basis verdergaande afspraken maken om via een fonds bovenwijkse voorzieningen sociale voorzieningen die niet op de kostenlijst staan te financieren. Ook kan een landelijke grondaankoop- en/of stichtingskosten subsidieregeling overwogen worden voor sociale functies in bijvoorbeeld de dienstenknoopunten.

De Raad accentueert de betekenis van de faciliterende rol van het Rijk in de ruimtelijke ordening t.a.v. emancipatie en taakcombinatie. De nota «Ruimte maken, ruimte delen» (Vijfde Nota RO) onderschrijft dit en is zo geformuleerd dat dit het emancipatiebeleid zo veel mogelijk faciliteert. Afgezien van het feit dat er geen heel duidelijke grens tussen sturen en faciliteren te trekken is worden in de 5de Nota RO beleidsformuleringen opgenomen die naar verwachting een positief effect zullen hebben op emancipatie en taakcombinatie. Te denken valt aan verkorting van de reistijden, concentreren van ontwikkelingen in stedelijke netwerken en dienstenknooppunten. Voor de Vijfde Nota RO is ook een emancipatie-effecttoets opgesteld waarin naar deze aspecten is gekeken. Deze emancipatie-effectrapportage is onlangs afgerond. De aanbevelingen uit dit rapport zullen verder worden uitgewerkt in PKB deel 3.

Een eensluidende brief hebben wij gestuurd naar de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. E. Verstand-Bogaert


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven