27 034
Tijdelijke regels inzake het raadgevend correctief referendum (Tijdelijke referendumwet)

nr. 15
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER DE NRS. 13 EN 14

Ontvangen 23 januari 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 3 wordt vervangen door:

Artikel 3

1. In de in deze wet omschreven gevallen wordt een provinciaal referendum gehouden, indien na een inleidend verzoek van een aantal kiesgerechtigden in de betrokken provincie daartoe bij een definitief verzoek van een aantal kiesgerechtigden de wens kenbaar is gemaakt.

2. Provinciale staten bepalen bij verordening welk aantal kiesgerechtigden vereist is voor een inleidend verzoek en voor een definitief verzoek.

II

Artikel 4 wordt vervangen door:

Artikel 4

1. In de in deze wet omschreven gevallen wordt een gemeentelijk referendum gehouden, indien na een inleidend verzoek van een aantal kiesgerechtigden in de betrokken gemeente daartoe bij een definitief verzoek van een aantal kiesgerechtigden de wens kenbaar is gemaakt.

2. De gemeenteraad bepaalt bij verordening welk aantal kiesgerechtigden vereist is voor een inleidend verzoek en voor een definitief verzoek.

III

Artikel 74 wordt als volgt gewijzigd:

A. In het tweede lid wordt «3» vervangen door: 3, tweede lid,.

B. Het derde lid vervalt.

IV

Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:

A. In het tweede lid wordt «3, onderscheidenlijk 4, derde lid» vervangen door: 3, tweede lid, onderscheidenlijk 4, tweede lid.

B. Het derde lid vervalt.

Toelichting

Dit amendement beoogt gemeenten en provincies de mogelijkheid te bieden bij gemeentelijke of provinciale verordening af te wijken van de in deze wet opgestelde aantallen kiesgerechtigden die nodig zijn voor het indienen van een verzoek voor het raadgevend referendum.

Halsema

Naar boven