nr. 15
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA TER VERVANGING
VAN DIE GEDRUKT ONDER DE NRS. 13 EN 14
Ontvangen 23 januari 2001
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 3 wordt vervangen door:
Artikel 3
1. In de in deze wet omschreven gevallen wordt een provinciaal referendum
gehouden, indien na een inleidend verzoek van een aantal kiesgerechtigden
in de betrokken provincie daartoe bij een definitief verzoek van een aantal
kiesgerechtigden de wens kenbaar is gemaakt.
2. Provinciale staten bepalen bij verordening welk aantal kiesgerechtigden
vereist is voor een inleidend verzoek en voor een definitief verzoek.
II
Artikel 4 wordt vervangen door:
Artikel 4
1. In de in deze wet omschreven gevallen wordt een gemeentelijk referendum
gehouden, indien na een inleidend verzoek van een aantal kiesgerechtigden
in de betrokken gemeente daartoe bij een definitief verzoek van een aantal
kiesgerechtigden de wens kenbaar is gemaakt.
2. De gemeenteraad bepaalt bij verordening welk aantal kiesgerechtigden
vereist is voor een inleidend verzoek en voor een definitief verzoek.
III
Artikel 74 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het tweede lid wordt «3» vervangen door: 3, tweede lid,.
B. Het derde lid vervalt.
IV
Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het tweede lid wordt «3, onderscheidenlijk 4, derde lid»
vervangen door: 3, tweede lid, onderscheidenlijk 4, tweede lid.
B. Het derde lid vervalt.
Toelichting
Dit amendement beoogt gemeenten en provincies de mogelijkheid te bieden
bij gemeentelijke of provinciale verordening af te wijken van de in deze wet
opgestelde aantallen kiesgerechtigden die nodig zijn voor het indienen van
een verzoek voor het raadgevend referendum.
Halsema