nr. 13
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN REITSMA EN REMAK TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 12
Ontvangen 13 november 2000
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel II, onderdeel I, artikel 8a, wordt als volgt gewijzigd:
I
In het eerste lid wordt «25» vervangen door: 10.
II
Het derde lid wordt vervangen door:
3. Het ingevolge het eerste lid in te vorderen recht bedraagt het volledige
bedrag aan recht waarvan ingevolge artikel 7, eerste lid, invordering achterwege
is gebleven.
III
In het vierde lid wordt «het overeenkomstig het derde lid berekende
bedrag» vervangen door: het in het derde lid bedoelde bedrag.
IV
In het vijfde lid wordt «het overeenkomstig het derde of vierde
lid berekende bedrag» vervangen door: het in het derde lid bedoelde
of overeenkomstig het vierde lid berekende bedrag.
V
In het zevende lid wordt «25» vervangen door: 10.
Toelichting
De invoeging van het artikel 8a beoogt een relatie aan te brengen tussen
de schenkings- en successiefaciliteit en inspanningen ten behoeve van de ontwikkeling
en instandhouding van het natuurschoon op landgoederen. Bovendien
wordt door de introductie van een bezitseis in de Natuurschoonwet 1928 een
einde gemaakt aan de mogelijkheid om de fiscaal gefacilieerde schenking van
een landgoed liquide te maken, door het landgoed terug te verkopen aan de
schenker of door te verkopen aan een derde.
Een periode van maximaal 10 jaar is redelijk om een relatie te veronderstellen
tussen de genoten faciliteit en de inspanningen ten behoeve van de ontwikkeling
en instandhouding van het natuurschoon op de vaak weinig rendabele landgoederen
te leggen.
Het liquide maken van een fiscaal gefacilieerde schenking dan wel vererving
is uitsluitend interessant wanneer de opvolgende verkoop binnen een overzienbare
termijn plaatsvindt. De termijn van 10 jaar is (gekoppeld aan de sanctie dat
bij verkoop binnen die periode het gehele voordeel alsnog ingevorderd zal
worden en de mogelijkheid van fraus legis) voldoende effectief ter voorkoming
van constructies waarbij landgoederen als middel worden gebruikt om fiscaal
gefacilieerde schenkingen dan wel verervingen te creëren, zonder dat
de bedoeling bestaat om het landgoed gedurende langere tijd in bezit te houden,
i.c. handelen in strijd met de bedoeling van de wet (in de overige belastingwetgeving
wordt voor handelen in strijd met de wet vrijwel in alle gevallen een verjaringstermijn
van 5 jaar gehanteerd).
Reitsma
Remak