27 024
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de kosten van bezwaar en administratief beroep (kosten bestuurlijke voorprocedures)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID O. P. G. VOS

Ontvangen 16 november 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 7:15, tweede lid, gewijzigd als volgt:

2. De kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, worden door het bestuursorgaan uitsluitend vergoed op verzoek van de belanghebbende voorzover het bestreden besluit onmiskenbaar in strijd met het recht is genomen, tenzij dit aan de belanghebbende is toe te rekenen. Artikel 57b, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing.

II

In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 7:28, tweede lid, gewijzigd als volgt:

2. De kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken, worden uitsluitend vergoed op verzoek van de belanghebbende voorzover het bestreden besluit onmiskenbaar in strijd met het recht is genomen, tenzij dit aan de belanghebbende is toe te rekenen. In dat geval stelt het beroepsorgaan de vergoeding vast die het bestuursorgaan verschuldigd is. Artikel 57b, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Dit amendement behelst een minder zwaar criterium voor vergoeding van de kosten van de bestuurlijke voorprocedure. Redelijkerwijs gemaakte kosten moeten worden vergoed voorzover het bestreden besluit onmiskenbaar in strijd met het recht is genomen, behalve wanneer dit aan de belanghebbende is toe te rekenen. Met de eis van onmiskenbare, niet aan de belanghebbende toe te rekenen onrechtmatigheid wordt tot uitdrukking gebracht dat het bestuursorgaan wèl aansprakelijk is voor primaire beslissingen waarvan het weet of zonder meer kan weten dat ze onjuist zijn, maar niet voor beslissingen waarbij dat niet het geval is.

Daarnaast is dit amendement er op gericht om het informele karakter van de bezwaarschriftprocedure te behouden. De overheid dient niet ontmoedigd te worden om zichzelf te corrigeren in de bezwaarfase. Het onmiskenbaarheidsvereiste vormt geen beletsel voor overleg tussen overheid en belanghebbende. Verdere juridisering moet worden voorkomen.

O. P. G. Vos

Naar boven