27 017 Homo-emancipatiebeleid

32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 99 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2014

Tijdens het Verzamel-AO Jeugd van 11 juni 2014 heb ik de Kamer toegezegd nader in te gaan op de aanbevelingen uit de rapportage LHBTI kinderen in Nederland. Middels dit schrijven, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, kom ik aan deze toezegging tegemoet.

Ik heb deze rapportage afgelopen februari van het COC in ontvangst mogen nemen. Dat vond ik bijzonder, omdat het naar mijn weten de eerste internationale kinderrechtenrapportage is voor deze specifieke groep jongeren. Zoals al eerder aangegeven in mijn reactie van 17 maart 2014 op de commissiebrief inzake Verzoek reactie op rapport LHBTI kinderen in Nederland, vind ik het positief dat het COC aandacht vraagt voor deze specifieke groep en wil ik als coördinerend bewindspersoon kinderrechten mij hier ook voor inzetten (Kamerstuk 32 793, nr. 142).

Het rapport kent zeventien aanbevelingen op de zes thema’s onderwijs, meer oog voor LHBTI kinderen, hoorrecht en participatie, zelfbeschikking, buitenlandbeleid en ontwikkelingssamenwerking, en het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Onderwijs

1. Voorkom het uitschelden voor homo

Eind 2012 is aandacht voor seksuele diversiteit en seksualiteit via het curriculum verplicht gesteld voor alle scholen in het primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo) en speciaal onderwijs (so). Scholen zijn dus verplicht om leerlingen te leren respectvol om te gaan met seksuele diversiteit. Scholen bepalen zelf hoe ze dat doen, op een manier die past bij hun identiteit of achtergrond. Daarbij geldt dat de veiligheid van alle leerlingen, dus ook LHBTI kinderen, voorop staat. Om scholen hierop voor te bereiden is in 2012 een pilot gestart met ruim honderddertig scholen uit het po en vo. Deze scholen zijn aan de slag gegaan met verschillende interventies om de veiligheid van LHBTI kinderen te vergroten. Het Sociaal, Cultureel Planbureau (SCP) heeft een effectstudie hierop uitgevoerd. De uitkomsten van dit onderzoek en de reactie van de Minister van OCW zijn 10 mei naar de Kamer gestuurd (Kamerstuk 27 017, nr. 98).

Daarnaast worden initiatieven van leerlingen zelf ondersteund, zoals de Gay Straight Alliances (GSA), Paarse Vrijdag en sinds dit jaar de International Day of Silence. Een Gay Straight Alliance is een netwerk voor en door homo- en heteroleerlingen op school. Paarse vrijdag is een campagne. Scholen vragen hun leerlingen en leraren om door het dragen van paarse kleding te laten zien dat ze tegen homofobie zijn. Op International Day of Silence staan leerlingen stil bij de gevolgen van pesten op school. Steeds meer scholen doen aan deze acties mee: in 2010 waren het er nog 150, in 2013 deden ruim 500 scholen mee. Na paarse vrijdag starten veel scholen een GSA. Het RIVM heeft de GSA aanpak als effectief beoordeeld. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) heeft deze interventie opgenomen in de databank van effectieve jeugdinterventies. Ook worden online en offline netwerken van LHBT jongeren ondersteund (zoals Jong en Out). De Staatssecretaris van OCW en de Kinderombudsman hebben gezamenlijk een plan gelanceerd om pesten te voorkomen en te bestrijden. Onderdelen van dit plan zijn een effectief programma tegen pesten, een antipest-coördinator op school en het monitoren van de sociale veiligheid. Ook zal binnen de lerarenopleidingen en op pabo’s meer aandacht komen voor pesten en seksuele diversiteit.

2. Geef duidelijkheid over de implementatie van de verplichte aandacht voor seksuele diversiteit in het onderwijs

De Inspectie van het onderwijs houdt regulier toezicht op de kwaliteit van het onderwijs, waaronder de invulling die scholen geven aan het kerndoel seksualiteit en seksuele diversiteit en aan de sociale opbrengsten van het onderwijs.

Tijdens het AO Emancipatie op 13 maart 2014 heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toegezegd om de Inspectie in 2015 een themaonderzoek te laten uitvoeren naar de thema’s seksualiteit en seksuele diversiteit (Kamerstuk 30 420, nr. 207). De uitkomsten daarvan komen beschikbaar in de eerste helft van 2016. Naast het toezicht door de Inspectie wordt ook via monitors inzicht gegeven in de sociale veiligheid op scholen, met specifiek aandacht voor LHBTI leerlingen.

3. Registreer incidenten van geweld tegen LHBTI kinderen op scholen

Er komt geen verplichte registratie van (gewelds)incidenten. De aanpak tegen pesten moet effectief zijn voor de aanpak van pesten van LHBTI kinderen. De commissie, ondersteund door het NJi, die de anti-pestprogramma’s beoordeelt, gaat bij de beoordeling na of de pestaanpak LHBTI sensitief is. Scholen zijn sinds 1 januari 2006 verplicht een veiligheidsplan op te stellen. Inmiddels hebben vrijwel alle scholen in primair onderwijs en voortgezet onderwijs een schoolveiligheidsplan. Het veiligheidsplan heeft vooral betrekking op de thema’s agressie en geweld, seksuele intimidatie en discriminatie en wordt samen met de MR opgesteld. In een schoolveiligheidsplan kunnen bijvoorbeeld afspraken gemaakt worden over:

  • preventieve maatregelen, schoolregels en sancties bij overtreding;

  • procedures bij incidenten en registratie van incidenten;

  • opvang van slachtoffers en aangifte bij misdrijven;

  • aanstelling van een functionaris, zoals coördinator veiligheid of inter-mediair agressie & geweld en scholing van personeel.

In de monitor sociale veiligheid, die tweejaarlijks wordt uitgevoerd, wordt gevraagd of scholen een incidentenregistratie hebben. Na de zomer is deze afgerond en zal de Minister van OCW u deze doen toekomen.

4. Vergroot het handelingsvermogen van docenten

Om scholen te ondersteunen bij de implementatie van de kerndoelen, is de pilot sociale veiligheid LHBTI op ruim 130 scholen uitgevoerd. De goede voorbeelden uit die pilot worden door een «inspiratiegroep» van betrokken docenten overgedragen aan andere scholen. Dit gebeurt onder andere op de landelijke lerarenconferentie begin volgend jaar, gericht op competentieontwikkeling op het gebied van sociale veiligheid, waaronder het lesgeven over seksuele diversiteit, seksualiteit, burgerschap en pesten. Daarnaast maakt de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) een concrete uitwerking van de kerndoelen, die kan dienen als handreiking voor docenten en uitgevers van lesmethoden. Seksuele diversiteit en seksualiteit zijn ook een onderdeel van de module pesten die samen met lerarenopleidingen ontwikkeld wordt.

5. Maak lesmateriaal LHBTI inclusief

De SLO heeft in het kader van de pilot sociale veiligheid LHBTI op scholen een leermiddelenscan uitgevoerd. Deze brengt in beeld of en op welke wijze seksuele diversiteit aan de orde komt in de meest gebruikte lesmethoden.

De Stichting School en Veiligheid heeft een handig overzicht en praktische tips op www.zethetopdeagenda.nl gemaakt. Daarmee worden scholen geholpen om aandacht te geven aan het thema seksuele diversiteit, niet alleen door specifieke voorlichting, maar juist ook geïntegreerd in vaklessen.

6. Bevorder LHBTI mensenrechten- en kinderrechteneducatie

In het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) heeft het kabinet met werkgevers- en werknemersorganisaties in het onderwijs onder meer afgesproken om te onderzoeken hoe er meer structuur kan worden gebracht in de herziening van de onderwijsinhoud van het funderend onderwijs. Als suggestie is in het akkoord genoemd: een systematiek van periodieke herijking, waarin het curriculum op gezette tijden integraal tegen het licht wordt gehouden. Aan de Onderwijsraad en aan de SLO is vervolgens gevraagd om in beeld te brengen welke vraagstukken er in het onderwijs leven ten aanzien van het curriculum. In september 2014 zal het kabinet op beide adviezen reageren.

In zijn brief over Burgerschap in het onderwijs (d.d. 16 december 2013, Kamerstuk 33 750 VIII, nr. 80) heeft de Staatssecretaris van OCW toegezegd leraren en schoolleiders te willen ondersteunen bij het aanbieden van burgerschapsonderwijs. SLO ontwikkelt daarom een overzicht van beschikbare methodes en lesmaterialen en handreikingen voor scholen om hun eigen (wensen voor) burgerschapsaanbod in kaart te brengen. Onder begeleiding van SLO gaan twintig pilot-scholen volgend schooljaar aan de slag met de handvatten en handreikingen op gebied van burgerschapsonderwijs.

7. Schaf de enkele-feitconstructie af

27 Mei j.l. heeft de Tweede Kamer over het initiatiefwetsvoorstel Bergkamp c.s. (Kamerstukken 32 476) gestemd. Het wetsvoorstel is met overgrote meerderheid aanvaard. Het voorstel is nu in behandeling bij de Eerste Kamer.

Het schrappen van de enkele feitconstructie in de Awgb is in lijn met het regeerakkoord, waarin is opgenomen: «De enkele-feitconstructie verdwijnt uit de wet. Scholen mogen homoseksuele leerlingen niet weigeren of wegsturen vanwege hun seksuele voorkeur.»

Meer oog voor LHBTI kinderen

8. Stimuleer onderzoek naar LHBTI kinderen

Het kabinet houdt via diverse onderzoeken een vinger aan de pols bij LHBT jongeren.

Elke twee jaar wordt de sociale veiligheid van LHB jongeren (in vergelijking met niet-LHB leerlingen) op scholen gemonitord. Eind dit jaar komt deze veiligheidsmonitor van ITS opnieuw uit. Dit jaar worden ook de transgenderjongeren meegenomen. Daarnaast komt dit najaar een groot onderzoek uit van het SCP naar het welbevinden van LHBT jongeren. Het SCP combineert daarin de HBSC data met een eigen survey. Het onderzoek geeft inzicht in acceptatie, psychische problemen en eventueel risicogedrag. Dit onderzoek is een belangrijke basis voor het vormgeven van emancipatiebeleid.

Daarbij kan ik u melden dat VWS het NJi de opdracht heeft gegeven voor het project Jong & Anders; Onderzoek naar LHBTI jeugdigen in de jeugdwelzijnssector, de jeugdzorg (ambulant, residentieel) en de jeugd-(L)VB sector.

9. Bevorder de zichtbaarheid van kinderrechten van kinderen met een intersekse-conditie

SCP heeft op 18 juni haar verkenning gepresenteerd naar de maatschappelijke knelpunten van mensen met een intersekse conditie en of intersekse een plek moet krijgen binnen het emancipatiebeleid. Het Ministerie van OCW heeft hierover een expertisemiddag georganiseerd, waarbij ook het Ministerie van VWS aanwezig was. Zoals aangegeven in de Hoofdlijnenbrief emancipatie 2013–2016 zal de Minister van OCW u over de uitkomsten informeren. Daarbij kan ik u melden dat VWS het NJi de opdracht heeft gegeven voor het project Jong & Anders; Onderzoek naar LHBTI jeugdigen in de jeugdwelzijnssector, de jeugdzorg (ambulant, residentieel) en de jeugd-(L)VB sector.

10. Kinderrechtenorganisaties scholen zich op het gebied van LHBTI

Het rapport heeft het onderwerp goed op de kaart gezet. Bij de in ontvangst name heb ik mij er ook hard voor gemaakt dat er meer aandacht komt voor rechten van LHBTI kinderen. De kinderrechtenmonitor van de Kinderombudsman besteedt aandacht aan deze specifieke groep. Bij de viering van 25 jaar IVRK op 20 november 2014, georganiseerd door Unicef, wordt één ronde tafel gewijd aan rechten van LHBTI kinderen.

11. LHBTI kinderrechten komen op de kaart in de jeugdzorg en opvoedondersteuning

Ik heb NJi de opdracht gegeven voor het project Jong & Anders; Onderzoek naar LHBTI-jeugdigen in de jeugdwelzijnssector, de jeugdzorg (ambulant, residentieel) en de jeugd-(L)VB sector. Het betreft een onderzoek naar de cijfermatige onderbouwing van vermeende knelpunten in het signaleren, bespreekbaar maken en omgaan met de thematiek van seksuele en gender diversiteit onder jongeren in de jeugdzorg en de jeugd- (L)VB sector. Het onderzoek richt zich specifiek op de professionals in deze sectoren om in beeld te krijgen in hoeverre LHBTI jongeren zichtbaar zijn voor de professionals, of het thema seksuele en gender diversiteit bespreekbaar is, en of er ingespeeld wordt op specifieke problematiek of behoeften van de LHBTI jongeren. De uitkomsten verwacht ik oktober 2014.

Hoorrecht en participatie

12. LHBTI-kinderen worden gehoord

Ik ben een groot voorstander van participatie van alle kinderen op beleid dat voor hen wordt gemaakt, dus ook van LHBTI kinderen. In enkele van de eerder genoemde onderzoeken worden LHBTI kinderen gehoord. Bij de Nationale Jeugdraad (NJr) heb ik gevraagd om de LHBTI jongeren nadrukkelijk aan de orde te laten komen in hun jongerenrapportage. Bij de presentatie van het jongerenrapport aan het VN-Kinderrechtencomité zullen een aantal jongerenvertegenwoordigers aanwezig zijn. De NJr heeft de intentie om één van die jongerenvertegenwoordigers met een LHBTI achtergrond aanwezig te laten zijn, zodat de positie van deze groep jongeren nadrukkelijk aan de orde kan komen.

Zelfbeschikking

13. Erken de genderidentiteit van transgender kinderen

In december vorig is de Eerste Kamer akkoord gegaan met de wetswijziging (artikel 1:28 BW) die het voor transgenders makkelijker maakt om juridisch van geslacht te veranderen. De discussie over de leeftijdsgrens is daar toen gevoerd. Deze wet treedt met ingang van 1 juli a.s. in werking. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft toegezegd om de evaluatie – die na vijf jaar zou plaatsvinden – te vervroegen en na drie jaar uit te zullen voeren. Daarbij zal zonder meer aandacht worden besteed aan de ervaringen van minderjarigen en hun ouders in relatie tot de leeftijdsgrens. De belangrijkste winst van de nieuwe wet is dat autonomie en lichamelijke integriteit centraal staan. Zo vermelden diploma’s meteen het juiste geslacht en reizen wordt voor deze jongeren veel makkelijker. Er zijn nog maar weinig landen met een dergelijke wet.

Daarbij wil ik nogmaals benadrukken dat medisch specialistische genderzorg verzekerde zorg is, dat betekent dat ook jonge transgenders recht hebben op die zorg. Zorgverzekeraars hebben deze zorgplicht voor hun verzekerden.

Ten slotte is binnen sport NOC*NSF er voorstander van dat transgenders mogen deelnemen aan (competitie)sport in hun eigen sekse van voorkeur. Per sporter zal bekeken moeten worden welk besluit het beste is voor de sporter zelf.

14. De afschaffing van sekseregistratie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de Universiteit van Utrecht in december 2013 verzocht een onderzoek te doen naar de mogelijkheden en de consequenties van het onbepaald laten van het geslacht in officiële documenten. Met het oog daarop wordt onderzocht welke voorwaarden en grenzen door internationale en Europese verdragen en regelgeving worden gesteld aan de registratie en vermelding van het geslacht op documenten zoals een geboorteakte of een paspoort.

Verder zal worden gekeken naar internationale ontwikkelingen op dit terrein, o.a. in Australië, Nieuw-Zeeland, Nepal, India, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

Naar verwachting zal de eindrapportage in augustus 2014 worden opgeleverd.

Buitenlandbeleid en ontwikkelingssamenwerking

15. Vraag internationaal aandacht voor de specifieke situatie van LHBTI kinderen

Ik ondersteun het COC bij het laten vertalen van deze rapportage in het Engels, zodat wij deze rapportage internationaal kunnen delen, zoals bijvoorbeeld met de Europese Commissie en de Raad van Europa.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft verschillende programma’s die gericht zijn op jongeren, zoals UNICEF, Rutgers WPF, IPPF, CHOICE en Dance4Life. Het bespreekbaar maken van de rechten van LHBT jongeren, maakt integraal deel uit van de programma’s. Zo heeft bijvoorbeeld Dance4Life bij al haar presentaties ook een jongere die zelf LHBT is.

Het Caribisch deel van het Koninkrijk

16. Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten bevorderen de aandacht voor LHBTI kinderen

17. Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten bieden LHBTI kinderen bescherming

Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden de kerndoelen op het gebied van seksualiteit en (seksuele) diversiteit van kracht. De campagne «WE CAN Young» is gericht op het vergroten van de relationele en seksuele weerbaarheid van jongeren en loopt in ieder geval tot en met eind 2014 in vijftien grote Nederlandse gemeenten. De campagne zal eveneens worden gelanceerd op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De campagne gaat daar na de zomer van start en loopt tot en met eind 2016.

De Landen Aruba, Sint Maarten en Curaçao zijn zelf verantwoordelijk om de LHBTI kinderrechten op hun grondgebied te beschermen. Wel werken de landen, Curaçao, Aruba en Sint Maarten met (Caribisch) Nederland samen in de Taskforce Kinderrechten zoals die is ingesteld bij de Koninkrijksconferentie van 1 april 2014. De Taskforce zal voor 20 november 2014 een eerste opzet maken van een actieplan Kinderrechten waarin de kinderrechten in brede zin centraal staan.

Daarnaast heeft ieder land in het Koninkrijk een aantal activiteiten op het gebied van LHBTI kinderen ontplooid. Zo verzorgt de organisatie ALFA op Aruba voorlichting over seksualiteit, seksuele gezondheid en gelijke rechten voor LHBTI aan schoolgaande kinderen. De regering van Curaçao financiert Skuchami (Kindertelefoon van Stichting Kinderbescherming). Fundashon Orguyo Korsou (FOKO Curaçao) is een stichting die zich inzet voor de homoseksuelen op Curaçao. Deze stichting geeft regelmatig cursussen aan ouders van kinderen met homoseksuele gevoelens en hoe zij hiermee om moeten gaan. De Stichting Tegen Kindermishandeling Curaçao heeft verschillende projecten op het gebied van anti-pest campagnes. Daarbij worden scholen bezocht en krijgen kinderen voorlichting over pesten en discriminatie op basis van etniciteit, geloof, seksualiteit etc. Ook het pesten middels het gebruik van homo-termen wordt aangekaart. In Sint Maarten werkt de Aids Foundation aan de eigenwaarde van kinderen en hun houding richting homoseksuelen. SAFE (Sint Maarten Alliance For Equality) is bezig om een onderzoek op te zetten gericht op de LHBTI jeugd zodat in de toekomst er meer inzicht is in deze doelgroep in Sint Maarten.

Tot slot

Het rapport noemt de LHBTI jongeren een vergeten groep in Nederland. Het kabinet heeft deze groep jongeren wel degelijk op haar netvlies. Bijgaande genoemde acties ondersteunen deze stelling. Ik maak me hard voor het realiseren van de kinderrechten voor alle kinderen in Nederland.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven