27 015
Voorschriften ten behoeve van de instroom van leraren in het primair en voortgezet onderwijs (Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs)

nr. 21
MOTIE VAN HET LID VAN DER HOEVEN

Voorgesteld 25 mei 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van oordeel:

– dat verruiming van de mogelijkheid om in te stromen in het onderwijs van belang is;

– dat daarbij van de instromende docenten een zelfde niveau op zowel kennis- als pedagogisch-didactisch terrein verwacht wordt als nu het geval is via de reguliere opleidingen;

overwegende:

– dat een aantal mensen met een MBO-opleiding via werk- en maatschappelijke ervaring wellicht een HBO-werk- en denkniveau hebben bereikt;

– dat deze groep nader in kaart dient te worden gebracht, omdat zij via zij-instroom zowel een lesbevoegdheid als een HBO-opleiding dienen te halen;

verzoekt de regering:

– door middel van een experiment te onderzoeken of mensen met een MBO-opleiding via twee jaar zij-instroom een bevoegdheid op HBO-niveau kunnen halen zodat zij in het voortgezet onderwijs praktijkgerichte vakken kunnen geven;

– de resultaten van dit experiment mee te nemen in de vormgeving van de Wet op het leraarschap,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Hoeven

Naar boven