27 004
Positionering Jeugdgezondheidszorg 0–19 jaar

nr. 7
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2002

In mijn voortgangsrapportage van 13 november 2000 heb ik u een overzicht gegeven van de stand van zaken ten aanzien van de inhoud van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg (JGZ), de gemeentelijke regie en de financiering. Deze rapportage is in het Algemeen Overleg van 23 november daaropvolgend met u besproken (TK 2000–2001, 27 004 en 22 894, nr. 5). Vervolgens heb ik u in mijn brief van 16 juli 2001 (TK 2000–2001, 27 004, nr. 6) meegedeeld dat ik streef naar invoering van het basistakenpakket op 1 januari 2003. Ik heb u toegezegd dat ik u na het zomerreces over de voortgang van de implementatie zal informeren.

Voorbereidingstraject

Voor de implementatie van een kwalitatief hoogwaardige integrale JGZ onder gemeentelijke regie is gekozen voor een projectstructuur. In dat kader is op bestuurlijk niveau een Stuurgroep JGZ ingesteld met als doel het maken van afspraken en het scheppen van voorwaarden om de integrale JGZ te effectueren. De Stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van VNG, LVT en VWS.

Aan het implementatieproject JGZ liggen uitgangspunten en doelstellingen ten grondslag die door de Stuurgroep zijn geaccordeerd. Op die basis wordt het project uitgevoerd.

Met partijen vindt thans overleg plaats over de wenselijkheid van een basisconvenant of een vergelijkbaar document waarin afspraken expliciet zijn vastgelegd. De discussie zal eind januari worden afgerond.

WCPV

Het voorstel tot wijziging van de Wet collectieve preventie volksgezondheid heeft u onlangs bereikt. Het wetsvoorstel voorziet onder meer in de verankering van het basistakenpakket JGZ en de mogelijke uitvoering van dit pakket door GGD'en en thuiszorgorganisaties (waaronder het consultatiebureau ressorteert).

De bijbehorende proeve van de AMvB, waarin de toekomstige taken van de jeugdgezondheidszorg nader zijn uitgewerkt, is u op 23 januari jongstleden toegezonden.

Gezien de noodzaak van een goede voorbereiding van de invoering van het basistakenpakket is het van groot belang dat de betrokken partijen (VNG, GGD, LVT en beroepsbeoefenaren) zo spoedig mogelijk duidelijkheid verkrijgen over de formele invoerdatum op grond van de wet.

Experimentenregeling

Anticiperend op de voorgestelde wetswijziging heb ik, na overleg met de Stuurgroep JGZ, besloten nu reeds ervaring op te doen met de nieuwe mogelijkheden van samenwerkingsvormen tussen de uitvoerende partners (GGD en thuiszorgorganisatie).

Besloten is hiertoe een innovatietraject te starten waarin enkele experimenten zullen worden uitgevoerd met kansrijke uitvoeringsmodellen. Gemeenten kunnen op basis van deze ervaringen op onderbouwde wijze een keuze maken voor het hen meest adequate uitvoeringsmodel. Aandachtspunt hierbij is onder meer de aansluiting van de JGZ met het vigerend VVE-beleid, dat door gemeenten wordt gevoerd. Gezien het voornemen het basistakenpakket onder gemeentelijke regie per 1 januari 2003 in te voeren is als startdatum voor de experimenten in beginsel uitgegaan van 1 januari 2002. De basis voor dit innovatietraject is de Tijdelijke regeling experimenten basistaken jeugdgezondheidszorg (St. 12 nov. 2001, nr. 219).

Specifieke regeling

Het uniform deel van het basistakenpakket wordt gefinancierd op grond van een specifieke regeling die drie jaar van kracht zal zijn. Op basis van – in overleg met betrokken partijen – geformuleerde criteria zal een evaluatie plaatsvinden over de uitvoering en vervolg. Deze regeling wordt momenteel ontwikkeld. In dat verband heb ik de Raad voor de Financiële Verhoudingen verzocht half februari 2002 advies uit te brengen over uitgangspunten voor de inhoud en de verdelingscriteria.

Tijdelijke regeling vroegsignalering

De tijdelijke regeling vroegsignalering (Trv) is op 1 mei 2001 in werking getreden en blijft in ieder geval tot 1 januari 2003 van kracht. Dit impliceert dat ook in 2002 de 46 coördinerende gemeenten, die in het kader van de Trv door mijn departement zijn aangewezen, voor de gehele GGD-regio een beroep op deze regeling kunnen doen. Inmiddels heeft de LVT onder haar lidinstellingen een quick scan uitgevoerd, met het doel een beeld te krijgen van de ervaringen met en eventuele knelpunten bij de uitvoering van de regeling. Alle coördinerende gemeenten hebben een beroep gedaan op de regeling en hebben op verschillende wijze uitvoering gegeven aan de implementatie van de regeling. De signalen zijn positief. Dat neemt niet weg dat er start-problemen geconstateerd kunnen worden en er onduidelijkheid bestaat over de omvang en wijze van registratie. In overleg met partijen is overeengekomen dat het eerste jaar van de Trv zal worden beschouwd als een aanloopjaar, waarvoor de registratieverplichting soepel zal worden gehanteerd. Ingaande het jaar 2002 zal een resultaatsverplichting gelden. De aanvragen voor de uitkering in het kader van de Trv in 2002 zijn inmiddels ingediend.

Basistakenpakket

Het JGZ basistakenpakket is door mij op 27 maart inhoudelijk vastgesteld. Daarmee werd het mogelijk voor de beroepsverenigingen (NVJG, LFC, LVSV-GGD, LVW en NVDA) een rapport op te stellen over toedeling van taken voor de uitvoering van het basistakenpakket, het aantal benodigde contactmomenten voor een kwalitatief goede uitvoering en de tijdsduur daarvan. De beroepsorganisaties hebben mij op 9 november jongstleden het rapport aangeboden. De rapportage is van belang omdat het belangrijke parameters bevat voor de doorrekening van het basistakenpakket. Met de beroepsverenigingen zal de komende maanden van gedachten worden gewisseld over de voorstellen, alvorens ik daarover een standpunt zal bepalen.

Momenteel bereid ik de start voor van een landelijk gezaghebbend, onafhankelijk Platform JGZ van inhoudelijk deskundigen. Het Platform krijgt een belangrijke taak bij de implementatie van het basistakenpakket. Daarnaast zal het Platform voorstellen formuleren ten aanzien van structurele kwaliteitbewaking en actualisering van het basistakenpakket. Het Platform zal in de loop van 2002 met haar werkzaamheden beginnen.

Financiën

Beoogd wordt dat het JGZ basistakenpakket, overeenkomstig het regeerakkoord, op een kwalitatief verantwoorde wijze kan worden uitgevoerd. Daarvoor is het noodzakelijk om de structurele kosten van het basistakenpakket te berekenen en vast te stellen. Op grond van het door mij vastgestelde basistakenpakket hebben de adviesbureaus Van Naem & Partners en PricewaterhouseCoopers BV een onderzoek uitgevoerd naar de kosten van het uniform deel van het basistakenpakket. De opdracht aan Van Naem was een oordeel te geven vanuit verschillende invalshoeken, namelijk het doorrekenen van de opvattingen van de beroepsbeoefenaren én het doorrekenen vanuit het beginsel dat het nieuwe basistakenpakket budgettair neutraal wordt uitgevoerd. Het voorstel van de beroepsverenigingen voor de invoering van extra contactmomenten zal met hen besproken worden. Aan PWC is gevraagd om een oordeel te geven over de indirecte kosten van de JGZ 0–4 jaar. Deze zijn op basis van een analyse van de feitelijke kosten berekend. Beide rapporten zijn mij op 16 januari 2002 aangeboden. Uit de analyse blijkt dat het niet mogelijk is om binnen het bestaande budget landelijk een uniform basistakenpakket uit te voeren. Om alle kinderen een kwalitatief verantwoord aanbod te garanderen, wordt hiervoor structureel EUR 16 miljoen extra beschikbaar gesteld. Ik zal me inspannen om dit binnen het Budgettair Kader Zorg te accommoderen.

Aan de Raad van de financiële verhoudingen is advies gevraagd over de mogelijke verevenings- en frictiekostenproblematiek. Mede op grond van dit advies zal nader overleg plaatsvinden met de betrokken partijen. Uiterlijk bij voorjaarsnota zal ik u hierover informeren.

Registratie

In het kader van de voorbereiding van de integrale jeugdgezondheidszorg is door de Stuurgroep JGZ de werkgroep «Registratie/monitoring/electronisch dossier» ingesteld met als doel te komen tot een landelijk registratiemodel voor de jeugdgezondheidszorg. De werkgroep bereid momenteel een analyse voor van de huidige stand van zaken. In dit kader heeft het RIVM op mijn verzoek reeds een quick scan uitgevoerd van registraties en monitoringsactiviteiten op het gebied van jeugd. Gezien de diversiteit van lokale en regionale initiatieven op dit terrein wordt in januari 2002 een plan van aanpak met bijbehorende kostenraming aan de Stuurgroep voorgelegd. Op basis hiervan zal een landelijk programma van eisen worden vastgesteld.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. M. Vliegenthart

Naar boven