nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet inburgering nieuwkomers houdende regels tot aanwijzing van bijzondere
categorieën vreemdelingen ten behoeve van inburgering.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
5 februari 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te
stellen tot aanwijzing van bijzondere categorieën vreemdelingen ten behoeve
van inburgering;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet inburgering nieuwkomers wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, worden na «behoudens
degene die hier voor een tijdelijk doel verblijft» de woorden «dan
wel» vervangen door: ,tenzij hij behoort tot een bij regeling van Onze
Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid aan te wijzen categorie van
vreemdelingen, en behoudens degene die.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en aan
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,