Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 26991 nr. 536 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 26991 nr. 536 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2018
Op 25 juni 20181 hebben wij u toegezegd een overkoepelend plan toe te sturen met alle acties naar aanleiding van de aanbevelingen uit het rapport van de Commissie Sorgdrager «Onderzoek naar fipronil». Hierbij ontvangt u het Actieplan Voedselveiligheid – Implementatie aanbevelingen van de Commissie Sorgdrager2.
Naar aanleiding van de aangehouden motie van de leden Lodders en Geurts3 over het in kaart brengen of de NVWA zich bezighoudt met het opstellen van beleid, is door de Minister van LNV tijdens de landbouwbegrotingsbehandeling 2019 toegezegd dat zij de reactie op de vragen van het lid Lodders meeneemt in deze brief. In deze brief schetsen we tevens de stand van zaken ten aanzien van de afhandeling van fipronil in eieren, inclusief de (gedeeltelijke) blokkade van bedrijven zoals gevraagd door de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 6 december 2018.
Voor een goed functionerend stelsel voor de borging van de voedselveiligheid is het van belang dat alle betrokken partijen de verantwoordelijkheid hiervoor erkennen en oppakken. In de afgelopen periode hebben de eiersector, de NVWA en de ministeries van LNV en VWS gewerkt aan het doorvoeren van verbeteringen in het systeem voor de borging van voedselveiligheid in de eierketen. De aanbevelingen zijn met prioriteit opgepakt, veel acties zijn in gang gezet of zijn inmiddels afgerond. Met de inzet van de betrokken partijen wordt in onderlinge afstemming toegewerkt naar de versterking van het systeem voor voedsel-veiligheid in de eierketen.
De opvolging van de acties heeft in een aantal gevallen een bredere reikwijdte dan alleen de eierketen. Verbeteringen kunnen tevens betrekking hebben op alle plantaardige en dierlijke sectoren in de voedselproductieketen. Hieronder een korte weergave van de belangrijkste acties die naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie Sorgdrager in gang zijn gezet.
Zelfregulering
De zelfregulering wordt versterkt door de eiersector en waar nodig ook door de plantaardige en andere dierlijke sectoren. Wij verwachten van de sectoren dat zij het advies van de Commissie Sorgdrager aangrijpen om de zelfregulering te versterken, de kennis over voedselveiligheid bij de ondernemers te vergroten en hun private kwaliteitssystemen waar nodig aan te scherpen. In de komende periode stimuleren wij dit actief vanuit de ministeries LNV en VWS en geven hieraan uitwerking in het overleg met de plantaardige en dierlijke sectoren.
In het Actieplan Voedselveiligheid heeft de eiersector de uitwerking beschreven van de acties die de Werkgroep Zelfregulering Eierketen in haar eindrapportage aankondigde. Deze aanpak kan als voorbeeld dienen voor de versterking van de zelfregulering in de andere sectoren. In de kwaliteitssystemen van de eiersector (IKB Ei en IKB PSB) worden verbeteringen doorgevoerd zoals de uitbreiding van het monitoringsprogramma voor kritische stoffen en aanvullende eisen voor de pluimveeservicebedrijven in het kwaliteitssysteem IKB PSB. Ook stelt de eierketen een eigen crisishandboek op om, indien nodig, onverwijld en gecoördineerd, onveilige eieren en eiproducten uit de handel te halen.
De NVWA toetst of private kwaliteitssystemen voldoen aan de criteria die door de Taskforce Voedselvertrouwen in 2014 zijn opgesteld. Als een kwaliteitssysteem voldoet aan de criteria wordt het systeem op www.ketenborging.nl geplaatst. Bedrijven kunnen daarmee zien of leveranciers voldoende waarborgen op het terrein van de voedselveiligheid bieden. De NVWA kan in haar risicogerichte toezicht rekening houden met deze geaccepteerde kwaliteitssystemen. IKB Ei werkt aan de versterking van haar kwaliteitssysteem; het streven is dat dit in 2019 als geaccepteerd op Ketenborging.nl kan worden geplaatst.
Signalen van overschrijdingen & fraude
Het is van wezenlijk belang dat de NVWA en de sector zo snel mogelijk handelen zodra zij signalen van overschrijdingen en fraude opvangen. Zowel de eiersector als de NVWA brengt verbeteringen aan in hun werkwijze om signalen op te pikken en door te geleiden. Zo is door de eiersector een meldpunt ingericht waaraan ondernemers signalen kunnen doorgeven. Ook laat Ovoned een onderzoek uitvoeren naar de fraudebestendigheid van de eierketen, en is zij voornemens een kwetsbaarheidsanalyse op te nemen in IKB Ei zodat de ondernemer signalen van voedselfraude kan herkennen.
De NVWA heeft inmiddels haar proces voor het afhandelen van signalen en meldingen geprofessionaliseerd, waardoor deze sneller bij de relevante kennisspecialisten binnen de NVWA terechtkomen en beoordeeld en afgehandeld kunnen worden.
Informatie-uitwisseling
Om relevante signalen snel op te pikken en af te handelen, is niet alleen een betere informatie-uitwisseling binnen de NVWA, maar ook binnen het publieke domein (tussen de NVWA en het Openbaar Ministerie) en tussen de NVWA en private partijen noodzakelijk. Door aangescherpte procedures kan informatie over signalen en meldingen sneller worden gedeeld.
Binnen de NVWA wordt de samenwerking tussen de opsporing en het toezicht verder versterkt door intensiever samen te werken. Daartoe is het Fraude Expertise Knooppunt opgericht. Ook worden nadere afspraken gemaakt over informatie-uitwisseling tussen de NVWA en het Openbaar Ministerie met name daar waar voedselveiligheid in het geding is.
Bij incidenten is er de (juridische) mogelijkheid dat de NVWA informatie over individuele bedrijven door kan geven aan betrokken brancheorganisaties, zodat deze de bedrijven kunnen helpen en aansporen de benodigde maatregelen te nemen zoals het terughalen van producten.
De NVWA zal onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om binnen de kaders van onder andere de Algemene verordening gegevensbescherming meer informatie te verstrekken aan de eigenaar van het private kwaliteitssysteem. Hierover kunnen afspraken worden gemaakt met alle op www.ketenborging.nl geaccepteerde private kwaliteitssystemen.
Crisisaanpak, crisis- en risicocommunicatie
Ondanks alle maatregelen om de voedselveiligheid te borgen kunnen zich incidenten of crises blijven voordoen. Om in die gevallen snel te handelen, zijn geactualiseerde crisishandboeken nodig. De eiersector, de NVWA en de ministeries van VWS en LNV werken aan een update van hun crisishandboeken en stemmen deze met elkaar af. In de loop van 2019 zijn de crisishandboeken op elkaar afgestemd en komt er een gezamenlijke crisisoefening.
Met het oog op transparantie is het belangrijk dat het publiek bij crises en incidenten eenduidig en deskundig wordt geïnformeerd. VWS, LNV en de NVWA hebben afspraken gemaakt over deze eenduidige communicatie. Afhankelijk van de ernst en de omvang verstrekt het betrokken ministerie (in geval van een crisis) en/of de NVWA (incident) de actuele informatie, waardoor voor bedrijven en burgers het handelingsperspectief helder is. Buiten een crisis of incident moeten bedrijven en burgers ook goed geïnformeerd worden over de voedselveiligheidsrisico’s en de regels en maatregelen die zij met het oog op de borging van de voedselveiligheid moeten volgen. De NVWA zorgt voor actuele informatie over de geldende wetgeving op haar website. Daarnaast staat op de website van het Voedingscentrum de informatie over voedselveiligheidsrisico’s voor het brede publiek en verstrekt het RIVM de informatie over voedsel-veiligheidsrisico’s aan professionals.
Internationale samenwerking bij crisissen en incidenten
Tijdens het fipronilincident is gebleken dat vooral bij grensoverschrijdende incidenten nauwe samenwerking met de handhavingsautoriteiten in de andere lidstaten cruciaal is. De binnenkort door de NVWA aan te stellen Chief Food Safety Officer (CFSO) zal hierin een centrale rol vervullen.
Nederland participeert actief in gremia die de uitwisseling van signalen en de handhavingsinzet op internationaal niveau bespreken, zoals de EU-werkgroep van nationale crisiscoördinatoren (met VWS, LNV en de NVWA) en de bijeenkomsten van de «Heads of Agencies» (toezichthouders in de lidstaten van de EU).
Internationale, grensoverschrijdende signalen van voedselveiligheidsincidenten worden via het Europese meldingssysteem Rapid Alert System for Food and Feed (RASFF) gemeld. Met name signalen op het terrein van voedselveiligheid moeten snel worden opgepakt. Wij vinden een uniforme afweging van deze signalen van belang om tot een efficiënte informatie-uitwisseling te komen. We zullen in de EU hiervoor aandacht vragen.
Tenslotte is het van belang dat autoriteiten bij de handhaving de geldende wetgeving op dezelfde wijze handhaven. Daartoe werken wij in Brussel, met andere lidstaten en met de Europese Commissie, aan interpretatiedocumenten zodat bij voorkomende incidenten geen discussie over interpretatie en toepassing van grenswaarden kan ontstaan.
Voedselveiligheid topprioriteit in het toezicht
Wij zijn van mening dat adequaat toezicht op bedrijven een belangrijke randvoorwaarde is voor het kunnen borgen van een hoog niveau van voedselveiligheid. De NVWA moet hiertoe goed zijn toegerust en zij moet de ruimte hebben om haar toezichthoudende taken op het gebied van voedselveiligheid effectief en efficiënt te kunnen uitvoeren. De ministeries van LNV en VWS richten zich op een effectief opdrachtgeverschap en gaan hierbij uit van de afspraken die hiertoe gemaakt zijn in het in 2015 opgestelde Toezichtkader en de aanwijzingen voor de Rijksinspecties4. De in ontwikkeling zijnde set van Kritische Prestatie-Indicatoren is één van de instrumenten waarmee de ministeries de doeltreffendheid, kwaliteit en doelmatigheid van de NVWA-inzet op voedselveiligheid zullen toetsen.
De Commissie Sorgdrager constateert dat het voedselveiligheidsbeleid te veel leunt op de NVWA. We zullen daarom scherp kijken naar de rolverdeling tussen beleid en toezicht. Dit kan leiden tot een aanpassing van de huidige rolverdeling. Tijdens de landbouwbegroting 2019 heeft het lid Lodders gevraagd naar de risicobeoordelingen en de beleidsmatige rol van bureau. Dit kwam voort uit de aangehouden motie Lodders Geurts5. In het Actieplan Voedselveiligheid wordt bij aanbeveling 19 invulling gegeven aan de rolverdeling tussen beleid en toezicht. Hierover wordt u nader geïnformeerd in de eerste voortgangsrapportage in april 2019.
Er zijn al veel verbeteringen in gang gezet bij de NVWA via het programma NVWA 2020. We zullen het opdrachtgeverschap richting de NVWA naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie Sorgdrager versterken door nadrukkelijker te sturen op de prioriteiten voor voedselveiligheid. Dit betekent dat wij de jaarplancyclus met de NVWA intensiever oppakken. De ministeries hebben uiteraard de beleidsverantwoordelijkheid voor voedselveiligheid.
De inzet van de NVWA om haar informatiepositie te versterken, door onder andere het opstellen van ketenanalyses, is een goede ontwikkeling. De Commissie Sorgdrager constateert dat dit onder capaciteitsdruk traag gaat. We zullen met de NVWA nadere afspraken maken over het opstellen van nieuwe ketenanalyses.
Tenslotte faciliteren wij de NVWA met aanvullende wetgevingsinstrumenten op een zodanige wijze dat hier ook een preventieve werking van uit gaat en de NVWA haar handhavingsbeleid nog effectiever kan uitvoeren. Zo is in de afgelopen tijd het sanctiestelsel in de Warenwet en de Wet Dieren aangescherpt met verhoogde boeteplafonds en de mogelijkheid om een omzetgerelateerde boete op te leggen. De effecten van de inzet van deze verscherpte sanctiemogelijkheden zullen we toetsen. In de komende tijd zullen we verder inzetten op de versterking van het handhavingsinstrumentarium voor de NVWA door te onderzoeken in hoeverre de Wet Bibob kan worden toegepast bij het verlenen van erkenningen in de levensmiddelenindustrie, een verplichte meldplicht voor private laboratoria mogelijk is en of de hoogte van bestuurlijke boetes op grond van de Warenwet met de hoogte van boetes op grond van de Wet economische delicten (WED) op elkaar kunnen worden afgestemd.
Stand van zaken afhandeling fipronil in eieren
De NVWA heeft in totaal 363 bedrijven met 808 stallen geblokkeerd in verband met fipronil. Vrijgave geschiedt op stalniveau en afzonderlijk voor eieren, pluimveevlees en mest. Op dit moment zijn van de 363 bedrijven nog 8 bedrijven volledig geblokkeerd. 29 bedrijven zijn nog gedeeltelijk geblokkeerd. Van de 808 betrokken stallen zijn nog 19 stallen volledig geblokkeerd en 45 gedeeltelijk.
Maandelijks onderzoekt de NVWA eieren in de retail op fipronil. Tijdens deze monitoring worden af en toe nog eieren aangetroffen waarbij het gehalte fipronil de MRL overschrijdt. In oktober 2018 had één van de 90 monsters een fipronilwaarde boven de MRL (maar zat wel onder de meetonzekerheid). In november 2018 had één van de 80 monsters een fipronilwaarde boven de MRL (maar ook nu zat het onder de meetonzekerheid). Bij vondsten van eieren met fipronilwaarden boven de MRL worden de betrokken bedrijven in de keten aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent dat de eieren met een waarde boven de MRL door de bedrijven uit de handel moeten worden gehaald.
Slot
De Commissie Sorgdrager heeft ook geadviseerd om de politieke en beleidsmatige verantwoordelijkheid voor voedselveiligheid eenduidig te beleggen. In dit Actieplan treft u van die aanbeveling geen uitwerking aan. Hiervoor hebben wij een aparte opdracht verstrekt aan ABD Topconsult. Aan ABD Topconsult is gevraagd een analyse uit te voeren van de rol- en verantwoordelijkheidsverdeling voor voedselveiligheid tussen het Ministerie van LNV en het Ministerie van VWS, inclusief verbetering in de aansturing van en relatie met de toezichthouder NVWA. Het formuleren van verbeterpunten voor de huidige situatie en het opstellen van alternatieve scenario’s voor de rol- en verantwoordelijkheidsverdeling maakt nadrukkelijk onderdeel uit van deze opdracht. De uitkomsten hiervan en de te maken keuzes op basis van deze analyse zullen wij u in het voorjaar van 2019 toesturen.
Over de voortgang en de resultaten van dit Actieplan zullen wij u halfjaarlijks, gelijktijdig met de voortgang van NVWA 2020, informeren. De eerste voortgangsrapportage van het Actieplan zult u in april 2019 ontvangen.
Zodra het merendeel van de maatregelen is doorgevoerd, zullen we de opvolging van de verbeteringen evalueren. Bovendien zullen we dan de analyse maken van de mogelijkheden en beperkingen voor samenwerking tussen publieke toezichthouders en certificerende instellingen die de Commissie Sorgdrager heeft aanbevolen. Bij deze analyse zullen de uitkomsten van verschillende trajecten worden betrokken: de resultaten van de verbeteringen die doorgevoerd zijn in de kwaliteitssystemen voor de eiersector, de resultaten van het overleg dat onze ministeries hebben gevoerd met de plantaardige en dierlijke sectoren over versterking van de zelfregulering in hun sectoren en de resultaten van het initiatief van de Inspectieraad om met een aantal aangesloten inspecties, waaronder de NVWA, private certificeringssystemen te toetsen.
Tenslotte wijzen wij u erop dat ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar verwachting in het eerste kwartaal van 2019 een advies zal uitbrengen over het systeem van voedselveiligheid in Nederland. Indien nodig zullen wij op basis daarvan aanvullende acties opstellen en aan dit Actieplan Voedselveiligheid toevoegen.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26991-536.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.