Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 26991 nr. 486 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 26991 nr. 486 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 augustus 2017
Afgelopen dagen is er onrust ontstaan over de aanwezigheid van de stof fipronil in eieren. Deze onrust is meer dan begrijpelijk. Het nieuws dat er een stof in een levensmiddel zit die daar niet hoort tast het vertrouwen in de voedselveiligheid aan. Consumenten moeten erop kunnen vertrouwen dat het eten dat zij in de winkel kopen veilig is. Naar aanleiding van de toelichting door de NVWA in de uitzending van Nieuwsuur op dinsdagavond is er helaas onduidelijkheid ontstaan over de risico’s van het eten van eieren die fipronil bevatten. Deze onduidelijkheid is de volgende ochtend door de NVWA weggenomen. Via deze brief informeren wij u over de huidige situatie en de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de vondst van fipronil in eieren. Het RIVM geeft aan dat er bij de huidige blootstelling via de consumptie van eieren met fipronil geen acute gezondheidseffecten te verwachten zijn.
Fipronil is een insecticide dat onder meer in diergeneeskundige producten tegen vlooien, mijten en teken gebruikt wordt. Fipronil mag niet worden gebruikt bij dieren die bestemd zijn voor de voedselketen, zoals kippen. De NVWA is op dit moment druk bezig met het nemen van maatregelen zodat alle besmette eieren van de markt af zijn. Daarin werken de toezichthouders van de NVWA nauw samen met het Openbaar Ministerie, Bureau Risicobeoordeling en Onderzoek (bureau), het RIVM, het Nationaal vergiftigingen informatiecentrum (NVIC) en het Voedingscentrum. Nadat de maatregelen die de NVWA nu neemt geëffectueerd zijn zullen we grondig onderzoeken hoe dit incident heeft kunnen gebeuren en hoe dit in de toekomst kan worden voorkomen. Op dit moment loopt er al een strafrechtelijk onderzoek.
Vandaag zijn van alle 180 onderzochte bedrijven de resultaten van de monstername bekend en zijn de ei-codes van de bedrijven waar fipronil in de eieren boven de norm is aangetroffen gedeeld op de website van de NVWA.
Op basis van deze resultaten wordt momenteel door het Centraal Bureau Levensmiddelen (CBL) gezorgd dat de laatste eieren van de bedrijven waar fipronil boven de Europese norm (de MRL1) is aangetroffen direct uit de schappen van de supermarkt worden gehaald. De consument kan de eieren die nog in de koelkast staan zelf controleren aan de hand van de lijst met ei-codes op de website van de NVWA.2 Voor alle andere eieren geldt dat er geen aanleiding is consumenten af te raden deze te eten. De Staatssecretaris van EZ heeft hierover afgelopen weekend contact gehad met zijn Duitse collega en heeft deze boodschap vandaag nogmaals expliciet met hem gedeeld.
Daarnaast neemt de NVWA ook de komende tijd regelmatig monsters in de supermarkten om eventuele nieuwe besmettingen met fipronil in eieren direct op te sporen. Daarmee doet de NVWA het maximale om de veiligheid van eieren te waarborgen.
In de media horen we op dit moment verschillende vormen van kritiek op het handelen van de NVWA. Enerzijds wordt gesteld dat de NVWA harder moet optreden in het belang van de voedselveiligheid en anderzijds wordt er gesteld dat er te hard wordt opgetreden omdat er niet direct risico’s voor de volksgezondheid zijn. De hoeveelheid aangetroffen fipronil in de eieren van een aantal bedrijven overschrijdt de MRL. De MRL voor fipronil in eieren is in Europa op 1 januari 2017 naar aanleiding van een advies van de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) verder naar beneden bijgesteld. MRL’s zijn op basis van wetenschappelijk onderzoek door EFSA vastgesteld door de Europese Unie en vormen een belangrijk onderdeel van ons voedselveiligheidssysteem. Er is zorgvuldig beoordeeld of lage concentraties in levensmiddelen van deze stoffen gevaar kunnen vormen voor consumenten. Hierbij is uitgangspunt dat de meest kwetsbare consumenten beschermd worden. Zoals door een aantal experts al in de media is gesteld leidt het overschrijden van deze norm niet direct tot een risico voor de volksgezondheid. Essentieel voor de werking van ons voedselveiligheidssysteem is echter dat de NVWA strikt handhaaft op de vastgestelde normen om zo de voedselveiligheid, en ook het publieke vertrouwen in dit systeem, te waarborgen.
De biocidenwetgeving, die valt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, is van toepassing op middelen die ingezet worden om stallen te behandelen ter bestrijding van, in dit geval, bloedluizen. Indien fipronil op dieren wordt gebruikt is de Diergeneesmiddelenwet van toepassing. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken. Biociden op basis van fipronil mogen uitsluitend op de Nederlandse markt gebracht en toegepast worden conform de toelating van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Er zijn geen toelatingen voor biociden op basis van fipronil voor bloedluizenbestrijding in stallen. Volgens de wetgeving had fipronil dus niet gebruikt mogen worden voor dit doel. De nu ontstane situatie is aanleiding te bezien of er in het toezicht meer nadruk gelegd moet worden op illegaal gebruik in de agrarische sector.
Maatregelen
Begin juni 2017 is er op een Belgisch leghenbedrijf fipronil in eieren aangetroffen. Het Belgische Federale Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) is toen een onderzoek gestart naar de mogelijke bron. In dit kader is op 19 juni contact geweest met het NVWA over een tweetal Nederlandse bedrijven. Op 28 juni heeft de NVWA een verzoek van de Belgische FAVV ontvangen om onderzoek in te stellen naar een servicebedrijf dat behandelingen tegen bloedluizen bij leghennen aanbiedt3. De NVWA heeft naar aanleiding van dit verzoek een strafrechtelijk onderzoek in Nederland ingesteld. Daarbij is de administratie van het betreffende bedrijf in beslag genomen. Omdat het strafrechtelijke onderzoek naar het servicebedrijf nog loopt, kunnen we nu geen verdere informatie geven.
Uit de administratie van het betreffende servicebedrijf bleek dat acht leghenbedrijven in juli behandeld waren tegen bloedluis door dit bedrijf. Op 19 juli heeft de NVWA monsters genomen bij de bedrijven die na 1 juli behandeld zijn door het servicebedrijf. Op basis van de resultaten van deze monsters is op 22 juli bekend geworden dat bij zeven van de acht behandelde bedrijven fipronil boven de MRL van 0,005 mg/kg is aangetroffen in de eieren.4 Deze bedrijven zijn direct geblokkeerd en hebben de eieren met waarden boven de MRL teruggehaald uit het handelskanaal («recall»). Naar aanleiding van de resultaten heeft de NVWA het Openbaar Ministerie gevraagd om de bedrijfsadministratie van het betreffende servicebedrijf vrij te geven. Vervolgens heeft een analyse van deze gegevens plaatsgevonden en heeft de NVWA besloten alle bedrijven die vanaf 1 januari 2017 behandeld zijn door het betreffende servicebedrijf uit voorzorg te blokkeren en te bemonsteren. Dit betekent dat er geen kippen, eieren of mest van de bedrijven mag worden afgevoerd. In totaal zijn circa 180 leghenbedrijven, opfokbedrijven en vermeerderingsbedrijven geblokkeerd. Dit betreft ongeveer 20% van de eierproducerende sector. Hiermee is zeker gesteld dat er geen producten van deze bedrijven meer op de markt komen totdat de monsteruitslagen bekend zijn. De NVWA heeft bij alle geblokkeerde bedrijven monsters genomen van de eieren en in een aantal gevallen ook van de mest en het kippenvlees. De NVWA heeft naar aanleiding van de uitkomsten van de monsters, het Openbaar Ministerie verzocht om de bedrijfsadministratie van het servicebedrijf over 2016 vrij te geven.
De groep van bedrijven die besmet is met fipronil heeft direct een recall van hun eieren ingezet om deze tot en met de supermarktketen en de verwerkende industrie terug te halen. De NVWA houdt toezicht op de uitvoering van de recall. Op zondag 30 juli is bij een leghenbedrijf een waarde ver boven de MRL gevonden die leidt tot een overschrijding van de Acute Referentie Dosis (ARfD)5. Deze toxicologische grenswaarde geeft aan hoeveel een persoon binnen 24 uur binnen mag krijgen zonder dat er gezondheidsrisico’s optreden. Een overschrijding van deze grenswaarde betekent dat op basis van de huidige wetenschappelijke kennis een risico voor de consument niet uit te sluiten is. Dit hoeft niet automatisch te betekenen dat er ook daadwerkelijk gezondheidseffecten optreden. Op basis hiervan heeft de NVWA op maandag 31 juli een publiekswaarschuwing gegeven. Daarnaast is op de website van de NVWA een lijst van ei-codes gepubliceerd waar de Acceptabele Dagelijkse Hoeveelheid (ADI) voor kinderen is overschreden. Deze waardes leveren geen acuut gevaar op, maar kunnen bij langdurige consumptie niet als veilig voor kinderen worden beschouwd. De ei-codes staan op de eieren gestempeld. Consumenten kunnen zo nagaan of zij nog eieren van deze bedrijven (van vóór de blokkering van 26 juli) in huis hebben. De NVWA raadt aan kinderen deze eieren niet te laten eten. De meest actuele consumenteninformatie is te vinden op de websites van de NVWA en het Voedingscentrum. Ten slotte zijn nu alle uitslagen van de 180 geblokkeerde bedrijven verwerkt en zijn alle ei-codes met uitslagen boven de MRL gepubliceerd op de website. Deze eieren zijn teruggehaald uit het handelskanaal.
Onderzoek in winkels
Naast de blokkering van de bedrijven die door het servicebedrijf zijn behandeld heeft de NVWA vorige week monsters van eieren uit supermarkten genomen. Uit de resultaten van deze monsters blijkt dat in 26% van de eieren meer dan de MRL wordt aangetroffen. De herkomst van deze eieren is getraceerd en dit komt, op twee bedrijven na, overeen met de geblokkeerde bedrijven. Deze twee bedrijven zijn ook geblokkeerd en worden door de NVWA onderzocht. Tevens wordt op dit moment de relatie tot het servicebedrijf onderzocht. De lijsten van geblokkeerde bedrijven zijn ter beschikking gesteld aan de Federatie van Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI) en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). Hiermee zijn de voedselproducenten en supermarkten in staat om hun verantwoordelijkheid in de productieketen versneld op te pakken en ervoor te zorgen dat er geen onveilige levensmiddelen bij de consument terecht komen. De NVWA zal de komende tijd monsters blijven nemen in de supermarkten om te controleren of de recall volledig is en of er mogelijk via die weg nog nieuwe bronnen boven tafel komen, zoals bijvoorbeeld via buitenlandse bedrijven.
Deblokkering van bedrijven
Wanneer ei-monsters van de geblokkeerde bedrijven negatief zijn (waarde onder de MRL) wordt de blokkade opgeheven. De NVWA heeft de eerste bedrijven inmiddels weer vrijgegeven. Als bij een bedrijf met meerdere stallen slechts een deel van de stallen vervuild is met fipronil, kunnen de schone stallen alleen worden vrijgegeven als de NVWA kan vaststellen dat tracering van de eieren op stalniveau mogelijk is en de eistromen fysiek gescheiden kunnen worden.
De bedrijven waar een fipronilwaarde boven de MRL is aangetroffen, blijven geblokkeerd. Deze bedrijven worden pas vrijgegeven wanneer zij aantonen aan de NVWA dat er geen fipronil meer in de eieren zit. De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor het nemen van de benodigde maatregelen hiertoe. Het Ministerie van Economische Zaken werkt samen met de sector aan maatregelen en protocollen om kippen, stallen en mest zo snel mogelijk fipronil-vrij te krijgen dan wel op een verantwoorde manier af te voeren, met inachtneming van de belangen rond dierenwelzijn, milieu en leefomgeving. Voorop staat dat ondernemers zelf verantwoordelijk zijn voor het nemen van adequate maatregelen en hiertoe het initiatief nemen. Er vindt intensieve afstemming plaats tussen de verschillende organisaties uit de pluimveeketen, departementen en de toezichthouder.
Internationaal
De Belgische autoriteiten hebben op 27 juli 2017 via het Europese meldingssysteem Rapid Alert on Safe Food and Feed (RASFF) melding gemaakt van het aantreffen van fipronil in Belgische eieren. De NVWA heeft deze melding op verschillende momenten aangevuld met nieuwe informatie en resultaten van onderzoek. Ook in Duitsland heeft de toezichthouder maatregelen genomen ter bescherming van de volksgezondheid. De NVWA heeft afstemming gezocht met de Duitse en Belgische autoriteiten bij de aanpak van fipronil in eieren en heeft daarnaast de Europese Commissie schriftelijk op de hoogte gebracht van de maatregelen die in Nederland worden genomen. Op verzoek van Nederland heeft de Europese Commissie een Europees geharmoniseerde aanpak vastgesteld. Nederland volgt deze aanpak.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam
Het maximumresidugehalte (de MRL) is het hoogste wettelijk toegestane concentratieniveau van een bestrijdingsmiddelenresidu in een levensmiddel of diervoeder dat op basis van goede landbouwpraktijken en de laagste blootstelling van consumenten die noodzakelijk is met het oog op de bescherming van kwetsbare consumenten.
Bloedluizen vormen alleen een probleem bij leghennen en niet bij vleeskuikens aangezien vleeskuikens een korte levensduur hebben, waarbij de stallen tussentijds schoongemaakt worden en bloedluizen zich niet ontwikkelen.
Acute Referentie Dosis (de ARfD) is de geraamde hoeveelheid van een stof in een levensmiddel, uitgedrukt in verhouding tot het lichaamsgewicht, die in korte tijd, meestal in de loop van één dag, mag worden ingenomen zonder merkbaar gezondheidsrisico voor de consument, waarbij rekening gehouden wordt met gevoelige bevolkingsgroepen (bijvoorbeeld kinderen en foetussen).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26991-486.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.