26 991 Voedselveiligheid

Nr. 322 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2011

Inleiding

In het Algemeen Overleg op 26 mei 2011 heb ik toegezegd om uw Kamer te informeren over de wijze waarop het private kwaliteitssysteem QLL diertransporten is geborgd. QLL is het kwaliteitsysteem van de sectororganisaties die betrokken zijn bij het transport van dieren.

Ik zal eerst een uitleg geven over de opzet en werking van het systeem. Vervolgens zal ik de betrokkenheid van de overheid bij QLL schetsen en tot slot zal ik ingaan op de wijze waarop QLL is geborgd.

QLL

Het kwaliteitssysteem QLL (Quality System Livestock Logistics) is ontstaan uit de samenvoeging van vijf kwaliteitssystemen voor het verzamelen en vervoeren van dieren. Per 1 juli 2011 is QLL het enige kwaliteitssysteem voor alle sectorpartijen die zijn betrokken bij het veetransport, de verzamelplaatsen en de veehandel. Doelstelling is het bevorderen van het dierenwelzijn en de preventie van dierziekten bij het vervoer en het verzamelen van dieren. QLL is eigendom van een stichting waarin de sectorpartijen zich hebben verenigd.

De leiding van de Stichting QLL berust bij een bestuur van 8 personen plus een onafhankelijk voorzitter. De bestuursleden zijn vertegenwoordigers van COV, LTO-Nederland, NBHV, CBL, NBW, NVV, Saveetra en Veetrans. Toezichthouder is het Centraal College van Deskundigen (CCvD). Hieraan nemen 11 vertegenwoordigers deel plus een onafhankelijk voorzitter. Naast de eerder genoemde 8 organisaties zijn ook de Dierenbescherming, KNMvD en Veepro vertegenwoordigd in het CCvD.

De kwaliteitsregeling QLLomvat voorschriften over het transport en verzamelen van landbouwhuisdieren. Naast de wettelijk geldende eisen is in de regeling een aantal bovenwettelijke zaken opgenomen.Bedrijven die willen deelnemen moeten een erkenningscontrole ondergaan.

Deze wordt namens QLL uitgevoerd door een certificerende instelling (CI). QLL maakt in de praktijk gebruik van 3 CI’s. De CI’s controleren namens QLL ook de naleving van de kwaliteitsregeling. Zie de website voor meer informatie over de reglementen van QLL http://www.q-ll.nl

De sector heeft enkele maatregelen genomen om deelname te stimuleren. Zo mogen IKB-aangesloten slachterijen en veehouders sinds kort (per medio 2011) alleen nog maar varkens, kalveren en runderen laten vervoeren door QLL-transporteurs. En per begin 2012 zullen de verzamelcentra in deze sectoren nog uitsluitend met QLL-deelnemers werken, ook als het gaat om buitenlandse transporteurs.

In september 2011 was – op basis van een vergelijking met gegevens van de nVWA – 70% van de Nederlandse verzamelplaatsen en 60% van de lange afstand [>8 uur] transporteurs als deelnemer gecertificeerd. Tevens zijn 12 buitenlandse transporteurs en 54 Nederlandse exporteurs als deelnemer gecertificeerd. In totaal zijn thans een kleine 300 deelnemers gecertificeerd.

Rol overheid

De overheid is eindverantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving van diertransporten en de de preventie van dierziekten. Zo controleert en certificeert de nVWA bijvoorbeeld dagelijks alle exporten van landbouwhuisdieren. De normen zijn vastgelegd in Europese en nationale wetgeving.

De eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de controle en handhaving berust bij de nVWA. Dit blijft, ook met QLL, ongewijzigd. Er vindt geen overheveling van bevoegdheden plaats. De nVWA blijft bijvoorbeeld alle exporten van varkens certificeren, ook die van QLL-deelnemers.

Wel kan de wijze waarop het toezicht wordt uitgevoerd variëren, zoals de plaats of het moment van toezicht. Dit is afhankelijk van de vraag of de risico’s van niet-naleving op andere wijze voldoende worden geborgd, bijvoorbeeld doordat sectorpartijen zich binden aan een kwaliteitssysteem. Een goed functionerend kwaliteitssysteem kan leiden tot minder risico. De deelnemende bedrijven leggen zichzelf immers verplichtingen op waardoor de kans op naleving groter wordt. Dit lagere risico mag ertoe leiden dat de toezichthouder minder lang of op een ander moment zijn toezicht uitoefent. De deelnemers hebben daardoor minder toezichtlasten en -kosten van de overheid (het gaat immers om retribueerbare toezichtsactiviteiten) en de toezichthouder kan de vrijgekomen capaciteit elders inzetten .

Dit laat onverlet dat de toepasselijke Europese en nationale wetgeving van kracht is en dat deze regelgeving door iedereen, ook door de deelnemers aan een kwaliteitssysteem, dient te worden nageleefd.

Op dit moment hebben mijn voorgangers en ik ingestemd met de volgende toezichtswijzigingen voor deelnemers aan QLL:

  • a. Diergezondheid, dierenwelzijn

    • de stalkeuring bij de export van varkens (in plaats van de klepkeuring aan de wagen)

    • de exportkeuring zonder aanwezigheid van de wagen bij de export van varkens die korter duurt dan 8 uur (de controle van de wagen vindt dan administratief plaats);

  • b. Preventie dierziekten

    • tweede verzamelslag van kalveren jonger dan 12 weken en slachtschapen en slachtgeiten;

    • het lossen van kalveren op twee adressen per vervoerseenheid

    • het verzamelen van weiderunderen;

    • de tweede verzamelslag van slachtrunderen (van deze mogelijkheid wordt binnen QLL nog geen gebruik gemaakt).

Deze modaliteiten mogen worden toegepast, omdat deelname aan QLL op deze onderdelen waarborgen biedt waarmee het vereiste niveau van diergezondheid en dierenwelzijn van ieder dier nog steeds geborgd en handhaafbaar is.

Met de sector vinden gesprekken plaats over extra toezichtsmodaliteiten, zoals het verzamelen van weideschapen en de stalkeuring bij andere diersoorten (in eerste instantie runderen). Voordat ik echter hiertoe overga, zal onder meer eerst duidelijk moeten zijn dat QLL goed werkt en dat de borging gegarandeerd is.

Eventuele versoepelingen van de Preventieregeling, waarom uw Kamer in de motie Koopmans c.s. (TK32500 XIII, nr. 97) heeft verzocht, zullen op verzoek van de sector worden ingebracht in QLL. Momenteel ben ik in overleg met de sector. Hierbij geldt eveneens dat ik versoepelingen pas overweeg als duidelijk is dat QLL goed werkt en de borging gegarandeerd is. De wijzigingsvoorstellen zal ik voorts bezien op hun gevolgen voor de bio-veiligheid, het dierenwelzijn en de handhaafbaarheid van de regels. Daarnaast loopt momenteel een evaluatie van de Preventieregeling en wordt bezien of een actualisatie nodig en wenselijk is. Hierover heb ik u eerder geïnformeerd in mijn brief van 20 juni 2011 (TK 32 500 XIII, nr. 197).

Borging QLL

De certificerende instellingen (CI’s) controleren namens QLL of de deelnemers de regels van de kwaliteitsregeling naleven. De kosten van de controle zijn voor de geïnspecteerde. QLL bepaalt de wijze en frequentie van controle. Maandelijks ontvangen de leden van het bestuur en het college van deskundigen een rapportage van de CI’s over de voortgang van de aanmeldingen, certificeringen en tekortkomingen.

De maatregelen die de CI’s kunnen nemen zijn herstelcontrole en schorsing of uitzetting van de deelnemer uit QLL. In de regeling is opgenomen welke overtredingen leiden tot welke maatregelen.

De nVWA krijgt maandelijks een geanonimiseerd overzicht van de genomen maatregelen. Bij een aantal deelnemers zijn ten behoeve van de certificering herstelcontroles uitgevoerd. Onlangs is één deelnemer geschorst.

Is de borging gegarandeerd?

De borging van ieder kwaliteitssysteem moet zich in de praktijk bewijzen. Dat geldt ook voor QLL. Een eerste inventarisatie die ik heb uitgevoerd laat zien dat de kwaliteitsregeling QLL in de praktijk breed wordt gedragen, maar dat er met name in het interne toezicht nog verbeteringen nodig zijn, namelijk ten aanzien van:

  • de kwaliteit van de controles van de CI’s; op dit moment zijn er bijvoorbeeld nog geen onaangekondigde controles. Ook zijn de vastgestelde kritische punten onvoldoende bekend bij de CI’s;

  • de uniformiteit van de uitvoering door de 3 CI’s; hier vindt nu harmonisatie-overleg plaats;

  • de interne controle van QLL op de CI’s; QLL heeft nog te weinig zicht op het werk van de CI’s en is nog onvoldoende kritisch op de borging van hun kwaliteit;

  • de terugkoppeling van de genomen sancties vanuit de CI’s naar het bestuur en CCvD;

  • de registratie van bevindingen.

Deze zaken zijn besproken met het bestuur van QLL. Ik vertrouw erop dat het bestuur alles in het werk stelt om deze problemen op korte termijn op te lossen.

Tegen deze achtergrond ben ik bereid QLL een goede kans te geven om zich verder te ontwikkelen.

Hiervoor is wel essentieel dat de borging van de kwaliteit van QLL goed geregeld is. Ik zal in de loop van volgend jaar opnieuw de kwaliteit van QLL beoordelen. Ik zal dat doen aan de hand van een audit van QLL, die de nVWA begin volgend jaar zal uitvoeren. De resultaten van deze audit zullen voor mij bepalend zijn bij het oordeel over verruiming dan wel (gedeeltelijke) intrekking van toezichtsmodaliteiten voor de deelnemers van QLL. Ik zal hierover uiterlijk 1 juni 2012 een besluit nemen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven