26 991
Voedselveiligheid

nr. 104
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2004

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) van 1 juni 2004 (kenmerk 44-04-LNV) ontvangt u hierbij, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de reactie op het advies van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) inzake «Antibioticaresistentie in de Agrarische Sector».

De probleemanalyse van de Voedsel en Waren Autoriteit wordt in grote lijnen onderschreven. De vergelijking van het gebruik van antibiotica in de Nederlandse intensieve dierhouderij met het gebruik in Denemarken en het Verenigd Koninkrijk is naar onze mening echter nog te oppervlakkig om hieraan de conclusie te verbinden dat er in de Nederlandse intensieve dierhouderij veel meer antibiotica wordt gebruikt. Dit behoeft naar onze mening een nadere analyse. Ook de opmerking dat er in Nederland sprake is van een teruglopend gebruik van fluoroquinolonen kan niet overtuigend worden afgeleid uit de gebruikscijfers, gezien de nog bestaande onnauwkeurigheid daarvan.

Hieronder wordt op de acties en adviezen ingegaan. Voor de duidelijkheid is de gezamenlijke reactie van LNV en VWS ernaast gezet.

Door de VWA voorgestelde actiesReactie
De huidige door de EU verplichte surveillance wordt op jaarlijkse basis voortgezet en volgens internationale standaarden gerapporteerd, onder andere aan het CRL-E in Berlijn. De VWA stelt de rapportages tevens aan de Codex en de EFSA ter beschikking. Een jaarlijkse surveillance is met de nieuwe zoönosenrichtlijn per 01-06-2004 een verplichting geworden. Uiteraard dient de rapportage volgens internationale standaarden plaats te vinden om een vergelijking met andere landen enigszins mogelijk te maken. Ook dienen de resultaten gemeld te worden aan het Communautaire Referentie Laboratorium voor de epidemiologie van zoönosen (CRL-E) te Berlijn. Na 31-12-2004 zal de CRL-E-functie door de EFSA worden overge- nomen. De terbeschikkingstelling van surveillancegegevens door de VWA aan de Codex en de EFSA (de laatste tot 01-01-2005) is uiteraard geen probleem. Relevant in deze is te melden dat het RIVM in Bilthoven tot 31-12-2005 CRL voor Salmonella blijft, of dit zo blijft na de inwerkingtreding van de Feed and Food Law per 01-01-2006 is echter nog onduidelijk.
De VWA onderzoekt verder of het oprichten van een NRL op het terrein van antibioticaresistentie een bijdrage kan leveren aan een slagvaardig beleid. Het RIVM vervult in nauwe samenwerking met het CIDC in Lelystad al op een uitstekende wijze de functie van Nationaal Referentie Laboratorium (NRL). Graag ontvangen we een advies van de VWA of een aparte NRL toegevoegde waarde heeft.
De VWA communiceert de risico's van antibioticaresistentie en, daaruit afgeleid, van het gebruik van antibiotica in de veehouderij naar de relevante stakeholders. Communicatie over de risico's van antibio- ticagebruik richting stakeholders vindt nu voor een deel plaats via dierenartsen, tijdschriften en kranten. Er bestaat echter geen enkel bezwaar tegen meer communicatie door de VWA aan relevante stakeholders.
De VWA zal jaarlijks de resultaten van het resistentiemonitoringsprogramma bespreken met de relevante belanghebbenden. Jaarlijkse bespreking van de resultaten van het resistentiemonitoringsprogramma met relevante belanghebbenden zal waarschijnlijk een goede bijdrage leveren aan de bewustwording van de resistentieproblematiek en een draagvlak creëren voor eventuele maatregelen.
De VWA treedt in overleg met en ondersteunt de werkgroep Veterinair Antibioticabeleid van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde aangaande de formularia teneinde een verantwoord gebruik van antibiotica in de veehouderij verder te bevor- deren. De «formularia», de lijsten van de KNMvD met antibiotica die bij voorkeur moeten worden gebruikt bij bepaalde aandoeningen om antibioticaresistentie te vermijden, achten wij een waardevol instrument bij de bestrij- ding van resistentie. Ondersteuning door de VWA van de KNMvD bij een eventuele update van de formularia ten behoeve van een verantwoord gebruik van antibiotica in de veehouderij, wordt zeer op prijs gesteld.
De VWA treedt in overleg met de relevante partijen om te bevorderen dat het gebruik bij dieren van voor de mens belangrijke antibiotica vermeden wordt. Na besluitvorming in het Platform Antibio- ticaresistentie over de te nemen stappen kan de VWA meteen in overleg treden met de relevante partijen om onnodig en vermijdbaar gebruik van voor de mens belangrijke antibiotica zoveel mogelijk tegen te gaan. Ook in de EU wordt momenteel gestudeerd op te nemen maatregelen om de antibioticaresistentie als gevolg van gebruik in de intensieve dierhouderij tegen te gaan. Hierover zal naar verwachting eind 2004 gerapporteerd worden en kunnen voorstellen van de Europese Commissie worden verwacht.
De VWA stimuleert dat fluoroquinolonen alleen worden gebruikt in pluimvee dat klinische symptomen vertoont en wel na een voorafgaande gevoeligheidsbepaling en dat het gebruik geregistreerd wordt. Veel besmet pluimvee vertoont aanvankelijk weinig ziekteverschijnselen, terwijl er toch signalen zijn dat er moet worden ingegrepen. Dit kan betekenen dat – afhankelijk van de omvang van sterfte in een koppel – de dierenarts al besluit tot behandeling van het hele koppel, inclusief de gezonde dieren gedurende de tijd dat de gevoeligheidsbepaling plaatsvindt. Hoewel we de wens van de VWA delen om het gebruik van fluoroquinolonen bij pluimvee aan voorwaarden te verbinden en te beperken, zien we nog niet hoe dit gedrag zou kunnen veranderen. Het Platform Antibioticaresistentie heeft de KNMvD gevraagd hierover te adviseren. Registratie van het gebruik is sinds kort een verplichting in de EU geworden. Hoewel de naleving hiervan nog niet op het gewenste niveau was, lijkt dit te verbeteren door de verplichtingen in onder andere IKB-verband.

Over de adviezen van de VWA kan het volgende worden opgemerkt.

Adviezen van de VWA aan de ministersReactie
De VWA adviseert de minister de opdracht aan de VWA van monitoring van pathogenen en de bijbehorende resistentiepatronen uit te breiden met geïmporteerde levensmiddelen, kippenvlees in het bijzonder. Conform de gemaakte afspraak in het Platform Antibioticaresistentie is de VWA op 28 mei jl. informeel gevraagd dit op te pakken. Het formele verzoek zal uitgaan zodra overeenstemming bestaat over de details (omvang, financiering).
De VWA adviseert de minister het gebruik en resistentie geassocieerd met de viskweek in Nederland op te nemen in het bewakingsprogramma van de VWA.Hoewel in het Platform Antibioticaresistentie van 28 mei jl. in principe overeengekomen is vanaf 2005 de resistentiesurveillance uit te breiden met kweekvis, dienen eerst de daarvoor in aanmerking komende micro-organismen te worden geïdentificeerd.
De VWA adviseert de minister een beleid te ontwikkelen dat goed management op veehouderijbedrijven bevordert. Er is reden om aan te nemen dat hier veel winst geboekt kan worden. LNV en VWS zijn voorstander van beleid dat goed management op de bedrijven bevordert; de beide ministeries zijn het met de VWA eens dat er nog veel winst te boeken valt. Dit hoeft niet in te houden dat hiervoor meteen nieuw beleid noodzakelijk is. Een goede uitvoering van bestaande gedragscodes en gebruiksvoorschriften van diergeneesmiddelen is immers ook belangrijk, hierbij hebben bedrijven en dierenartsen een belangrijke eigen verantwoordelijkheid.
Niet alle factoren die de vorming van resistentie beïnvloeden, zijn in voldoende mate bekend. De VWA beveelt meer onderzoek op dit terrein aan. LNV en VWS doen fundamenteel onderzoek naar de ontwikkeling van resistentie en de daarbij optredende overdrachtsmechanis- men. Dit jaar vindt ook onderzoek plaats naar de risicofactoren bij resistentie. Omdat antibioticaresistentie geen uniek Nederlands probleem betreft, pleit dit in zijn algemeenheid voor Europees gecoördineerd onderzoek.
De VWA adviseert de minister te onderzoeken of het huidige wettelijk instrumentarium te toetsen toereikend is om de doelstelling van reductie van antibioticaresistentie te bereiken. Hierbij dient in acht genomen te worden dat het totaalverbod op het gebruik van antibiotica als groeibevorderaar mogelijk illegaal gebruik uitlokt. Er zou een verbod op de aanwezigheid van antibiotica op productiebedrijven zonder voorschrift van de erkende dierenarts ingevoerd moeten worden. De ministeries van LNV en VWS maken regelmatig een afweging tussen onderzoeksprioriteiten en daarvoor bestemde middelen. Het onderwerp antibioticaresistentie krijgt daarbij naar onze mening voldoende priori- teit en bijhorende middelen. Wel betekent de realisatie van de recente toezeggingen waarschijnlijk een verhoging of andere prioritering van het huidige beschikbare budget. De suggestie dat het totaalverbod op antimicrobiële groeibevorderaars illegaal gedrag zou kunnen uitlokken, ligt voor de hand, daarom controleert de Algemene Inspectiedienst standaard op dit aspect. Een verbod op de aanwezigheid van antibiotica op bedrijven zonder voorschrift van een dierenarts is niet nodig omdat antibiotica niet op productiebedrijven aanwezig mag zijn zonder voorschrift van een dierenarts.
De VWA adviseert de minister de bestrijding van antibioticaresistentie in de agrarische sector met kracht in de internationale gremia op de agenda te zetten en de maatregelen zoveel mogelijk internationaal te coördineren. Het onderwerp antibioticaresistentie staat al geruime tijd op de agenda van de internationale fora, zoals EU, FAO, WHO (incl. Codex) en OIE. Door de overdaad aan aanbevelingen van de laatste jaren over dit onderwerp bestaat er momenteel in de EU een sterke behoefte te bekijken wat er met de adviezen moet gebeuren. Een wetenschappelijke adviesgroep binnen de CVMP (Committee for Medicinal Products for Veterinary Use) is hiertoe recent ingesteld en zal hierover rapporteren. Nederland heeft hierin zitting. Naar verwachting zullen met de instelling van deze groep op relatief korte termijn gecoördineerde voorstellen van de Commissie te verwachten zijn.
De VWA adviseert beide ministeries in hun beleid en bij het voorbereiden van wettelijke maatregelen op de relevante gebieden, zowel nationaal als internationaal, reductie van antibioticagebruik na te streven. Het ministerie van LNV is al jaren voorstander van selectief en restrictief gebruik van antibiotica in de intensieve dierhouderij. Waar dat nodig is, zullen er (bij voorkeur in de EU) voorstellen worden ingediend om het onnodig en vermijdbaar gebruik terug te dringen. Het antibiotica (voorschrijf) beleid in het humane domein is het meest restrictief binnen de EU, met als gevolg een lage tot zeer lage resistentie ontwikkeling ten opzichte van de overige lidstaten. Nederland loopt hiermee al jaren aan kop in de EU. Daar waar het het raakvlak tussen beide beleidsterreinen betreft, zijn nog te weinig onderzoeksresultaten voor handen om doeltreffende maatregelen op af te stemmen. Het Platform Antibioticaresistentie is in 2003 opgericht op instigatie van de voormalige minister Borst om als brug te fungeren tussen het veterinaire en humane domein.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Naar boven