26 980
Verdieping Westerschelde

nr. 30
MOTIE VAN HET LID VAN DER STAAIJ C.S.

Voorgesteld 5 oktober 2006

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat in het kader van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-esturarium wordt gestreefd naar realisatie van 600 ha estuariene natuur;

constaterende, dat de Kamer bij de bespreking van deze Ontwikkelingsschets de mogelijkheid van gedwongen ontpoldering heeft afgewezen;

voorts constaterende, dat de Kamer reeds in 1998 door aanvaarding van de motie-Van den Berg (25 187, nr. 15) heeft uitgesproken dat het aan de zee teruggeven van (landbouw)gronden zeer ongewenst is en daarom ontpoldering geen instrument kan zijn in een langetermijnvisie op de Westerschelde;

overwegende, dat de vrijwillige grondverwerving in het kader van de uitvoering van de Ontwikkelingsschets tot nu toe moeizaam verloopt, de bezwaren tegen ontpoldering onder de Zeeuwse bevolking breed leven, en inmiddels een commissie is ingesteld die alternatieven onderzoekt;

verzoekt de regering zich actief en creatief in te zetten voor alternatieven voor de beoogde ontpoldering;

spreekt voorts uit dat blijvend en onverkort dient te gelden dat geen sprake mag zijn van onvrijwillige landbouwgrondverwerving ten behoeve van ontpoldering,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Staaij

Snijder-Hazelhoff

Buijs

Van den Brink

Slob

Naar boven