nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 maart 2001
In aanvulling op mijn brief van 5 februari 2001 (26 980, nr. 9) waarbij
ik u de Langetermijnvisie Schelde-estuarium (LTV-S) heb toegezonden, deel
ik mee dat ik na overleg met het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland
nader invulling heb gegeven aan de opzet van de te volgen consultatieprocedure
ten behoeve van de LTV-S).
Uitgangspunt hierbij is dat een zorgvuldig en open proces van consultatie
aan de Nederlandse standpuntbepaling vooraf moet gaan.
Ik acht het daarbij noodzakelijk de zienswijze van verschillende partijen
in Nederland en Vlaanderen te vernemen en deze af te wegen tegen de brede
nationale en internationale aspecten en belangen. Daartoe heb ik een onafhankelijk
consultant benoemd. Deze zal de afzonderlijke partijen in Zeeland maar ook
in Vlaanderen consulteren en mij regelmatig informeren.
Ook zal de consultant de bevindingen in een of meer door de consultant
voorgezeten bijeenkomsten met de gesprekspartners bespreken, waarbij verificatie
en aanvulling mogelijk is.
Tegelijkertijd hecht ik sterk aan de eigen optiek vanuit de Zeeuwse regio.
Daarom heb ik de provincie Zeeland uitgenodigd om een passende overlegvorm
te vinden waarin deze optiek opgesteld en naar voren gebracht kan worden.
De provincie zal hierbij het bestuurlijk overleg Westerschelde (BOWS) inschakelen
met daarin ook opgenomen de maatschappelijke organisaties.
De consultant en de voorzitter van het BOWS voeren regelmatig overleg
over de voortgang en afstemming van het consultatietraject
Om een transparante en zorgvuldige voorbereiding van het regeringsstandpunt
in het najaar van 2001 te waarborgen zal bovendien op nationaal niveau een
Rijkregio-overleg gestart worden. Hierin hebben de bij het onderwerp betrokken
ministeries, de consultant, een vertegenwoordiging van het BOWS
en een vertegenwoordiging van de betrokken maatschappelijke organisaties zitting.
Op deze wijze komen zowel de Zeeuwse optiek als de (inter)nationale context
aan de orde bij de voorbereiding van het Nederlandse regeringsstandpunt.
Met deze consultatiestructuur wordt uitvoering gegeven aan een zorgvuldig
overleg in de regio zelf en tussen rijk en regio in het menings- vormingtraject
over de Langetermijnvisie Schelde-estuarium.
Ik heb mevrouw ir J. M. Leemhuis-Stout, die een brede bestuurlijke ervaring
heeft, onder meer op het gebied van de waterstaat, bereid gevonden de rol
van consultant op zich te nemen.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. M. de Vries