nr. 100
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2005
Hierbij bied ik u het advies Toekomstvisie Luchtvaart van de Raad voor
Verkeer en Waterstaat aan1.
Indertijd is de Raad gevraagd om in de periode 2004–2005 een advies
op te stellen over de toekomst van de luchtvaart en de Mainport Schiphol in
Nederland.
De Raad richt zich in het advies zeer nadrukkelijk op de spanning tussen
publieke belangen inzake «milieu, veiligheid, gezondheid en ruimtelijke
ordening», en het publieke belang van «continuïteit van de
luchthaven als vitale schakel in de Mainport».
De hoofdlijn van het beleid van het kabinet voor de luchtvaart en de Mainport
Schiphol is vastgelegd in de Nota Ruimte. De hoofdlijn luidt dat groei van
de luchtvaart mogelijk moet zijn binnen duidelijke randvoorwaarden van milieu,
veiligheid en leefomgeving.
Het advies dat er nu ligt stelt mij in staat om, via een onafhankelijk
en deskundig oordeel, de robuustheid van het luchtvaart- en luchthavenbeleid
af te wegen.
Via een inhoudelijke analyse van ontwikkelingen wijst de Raad voor Verkeer
en Waterstaat op de risico's voor de middellange termijn van de huidige beleidsinzet.
Deze risico's neem ik serieus en ik zal deze daarom nadrukkelijk betrekken
bij de te maken afwegingen over de toekomst van de luchtvaart en de Mainport
Schiphol.
De Raad voor Verkeer en Waterstaat doet aanbevelingen en adviseert maatregelen
om de inzet van groei binnen randvoorwaarden ook in de toekomst te kunnen
realiseren. De aanbevelingen en maatregelen zijn gericht op de volgende punten:
– capaciteitsbenutting
– aanpassing normenstelsel
– capaciteitsuitbreiding
– selectiviteit
– hinderbeperking en -acceptatie
– milieu-efficiënte oplossingen
– communicatie
De aanbevelingen en maatregelen van de Raad verdienen de aandacht van
alle betrokken partijen en vereisen, zoals wordt aangegeven, de inzet van
alle bestuurlijke niveaus en het bedrijfsleven. De reacties van betrokken
partijen op het advies, de aanbevelingen en de maatregelen zie ik met belangstelling
tegemoet.
Met de Kamer heb ik heldere afspraken gemaakt in het kader van de evaluatie
van de Schipholwet. Omdat de aanbevelingen en maatregelen ook raken aan de
vigerende Schipholwet, zal ik inhoudelijk pas reageren nadat ik de Kamer in
2006 heb kunnen informeren over de uitkomst van de evaluatie van de Schipholwet.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus