nr. 48
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 april 2007
De noodzaak van meer aandacht voor de brandveiligheid is aan de orde gesteld
bij het debat van de minister van Justitie in de Tweede Kamer over het rapport
van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid over de Schipholbrand. In dit debat
is vastgesteld dat de discussie zich niet alleen moet beperken tot «cellen»
maar dat de acties voor een betere brandveiligheid ook aan de orde moeten
komen op diverse andere overheidsbeleidsterreinen waaronder de VWS sectoren;
ziekenhuizen, gehandicaptenvoorzieningen, verpleeg- en verzorgingshuizen,
jeugdzorginstellingen, schippersinternaten en de instellingen voor de geestelijke
gezondheidszorg.
In verband met de uitkomsten van dit debat heeft mijn voorganger aan het
bestuur van het College bouw zorginstellingen (CBZ) om een risico-inventarisatie
in de zorgsectoren gevraagd. In dit verzoek zijn ook de jeugdzorginstellingen
en de internaten voor schippers- en kermisjeugd betrokken.
Heden heeft het CBZ een eerste verkennende risico-rapportage uitgebracht.
Een afschrift van deze risico-inventarisatie treft u bijgaand aan1. In deze rapportage brengt het CBZ een fasering aan.
In de voorliggende rapportage richt het CBZ zich alleen op de zorgsector (ziekenhuizen,
verpleeg- en verzorgingshuizen en de instellingen voor geestelijke gezondheidszorg
en verstandelijk gehandicapten). Daar het CBZ nog niet beschikt over relevante
gegevens over de jeugdzorginstellingen en de internaten voor schippers- en
kermisjeugd zijn deze sectoren niet in deze rapportage opgenomen. Inmiddels
is het CBZ gestart met het monitoringsonderzoek naar de gebouwkwaliteit in
de jeugdzorg, waarbij specifiek aandacht aan de brandveiligheid van deze voorzieningen
zal worden besteed. Zoals het er nu uitziet kan het CBZ een eerste verkennende
rapportage voor deze sectoren voor 1 juli 2007 uitbrengen.
Voordat ik op de risico-inventarisatie in ga, wil ik benadrukken dat de
formele verantwoordelijkheden voor de brandveiligheid helder vastliggen. Deze
verantwoordelijkheid ligt bij de zorginstelling zelf.
In het kader van het Actieprogramma Brandveiligheid heb ik de voorzitters
van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van de hiervoor genoemde (zorg)instellingen
een circulaire gezonden om hun te wijzen op de verantwoordelijkheden voor
brandveiligheid en het naleven van brandveiligheidsregels in de instelling.
Een afschrift van deze circulaire treft u als bijlage aan. In deze circulaire
heeft mijn ambtsvoorganger de bestuurders er ook op gewezen dat er bij nieuwbouw
of renovatie geen financiële beletselen aanwezig zijn om de voorgeschreven
bouwkundige, installatietechnische of gebruiktechnische maatregelen te nemen.
De «Prestatie-eisen» van het CBZ bieden voldoende mogelijkheden
om invulling te geven aan de voorgeschreven brandveiligheidseisen.
Met betrekking tot de risico-inventarisatie van het CBZ constateer ik
dat de voorliggende rapportage een verkennend karakter heeft. Het CBZ geeft
aan dat de resultaten van deze inventarisatie in beperkte mate representatief
zijn. Uit de inventarisatie komt een divers beeld naar voren. Er zijn instellingen
die serieus werk maken van het aspect brandveiligheid, waarbij de «awareness»
hoog is en die voldoen aan de huidige brandveiligheidseisen. Maar er zijn
ook instellingen waarbij dit nog niet het geval is.
Ik wil hierbij benadrukken dat ik een brandveilige omgeving erg belangrijk
vind. Ik zal mij beraden over de te nemen vervolgstappen, daarbij wel nadrukkelijk
de verantwoordelijkheid van alle partijen in het oog houdend. Over de vervolgstappen
zal ik u zo spoedig mogelijk nader informeren.
Ik meen er goed aan te doen u, mede namens de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, een afschrift van deze circulaire en een afschrift van de
risico-inventarisatie van het CBZ te zenden1.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Bussemaker