26 956
Beleidsnota Rampenbestrijding 2000–2004

nr. 10
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2002

Op 16 december 1999 heb ik u de Beleidsnota rampenbestrijding 2000–2004 «Rampenbestrijding de veiligheidsketen gesmeed» aangeboden (kamerstukken II 1999–2000 26 956, nr. 1–2). Ik heb daarbij aangekondigd halverwege het voorziene invoeringstraject een externe evaluatie te zullen doen uitvoeren naar de voortgang van het in gang gezette beleid ter versterking van de brandweer en de rampenbestrijding.

Bij brief van 12 februari 2002 heb ik het resultaat van de evaluatie aan u doen toekomen (kamerstukken II 2001–2002, 26 956, nr. 7). In deze brief heb ik tevens aangekondigd dat ik opdracht heb gegeven voor aanvullend onderzoek om inzicht te verkrijgen in de omvang van de noodzakelijke financiële middelen in de komende jaren. Het rapport met dit aanvullend onderzoek treft u hierbij aan.

Gemeenten en rijk hebben in de afgelopen vier jaar structureel meer geld uitgetrokken voor de versterking van de rampenbestrijding. Zo zijn de rijksuitgaven voor rampenbestrijding in deze kabinetsperiode structureel verhoogd van € 13,2 mln. (f 29 mln.) naar € 95,5 mln. (f 210,5 mln.). Niettemin constateren de onderzoekers dat extra inspanningen noodzakelijk zijn. Zij becijferen de behoefte aan additionele rijksmiddelen op € 100 mln. structureel, ten behoeve van de verdere versterking van de geneeskundige kolom, het betrekken van de politieorganisatie bij de rampenbestrijding, het gebruik van ICT, het verhogen van het prestatievermogen van de professionals werkzaam ten behoeve van de rampenbestrijding, opleiden en (multidisciplinair) oefenen en de opbouw van een kwaliteitszorgsysteem. Het onderzoek geeft aan dat ook extra personele capaciteit nodig zal zijn op lokaal en regionaal niveau.

De bestuurlijke organisaties, die bij het onderzoek waren betrokken, zijn gevraagd hun visie te geven op de resultaten van de evaluatie. De volgende organisaties hebben gereageerd: het Landelijk Beraad Rampenbestrijding (LBRB), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Inter Provinciaal Overleg (IPO). Deze reacties treft u in de bijlagen aan.1 De VNG heeft aangekondigd nog met aanvullende voorstellen te zullen komen.

Gezamenlijk bieden deze analyses een goede basis voor besluitvorming door alle bestuurlijk betrokkenen over de noodzakelijke verdere versterking van de rampenbestrijding in de komende jaren De rapportage heeft mede betrekking op de vraag of en hoe de huidige verdeelsystematiek van de rijksbijdrage dient te worden gewijzigd om te beantwoorden aan meer op risico's gebaseerde scenario's. De onderzoekers constateren dat regionale risico-inventarisaties nu nog ontbreken en stellen voor om het Interim-besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen voorlopig te verlengen. Ik neem dit advies over.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven