26 949
Verlenging van de werkingsduur van het Sanctiebesluit Irak 1997

nr. 9
MOTIE VAN DE LEDEN KOENDERS EN HOEKEMA

Voorgesteld 6 september 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het huidige beleid ten opzichte van Irak in onvoldoende mate heeft geleid tot de gewenste resultaten en dat in Irak sprake is van een ernstige humanitaire situatie;

overwegende, dat naar de meest effectieve strategieën moet worden gezocht om de situatie van het Iraakse volk te verbeteren en te komen tot Iraakse ontwapening en een wapeninspectieregime, zoals geformuleerd in de relevante resoluties van de Veiligheidsraad;

overwegende, dat Nederland als voorzitter van het Sanctiecomité en als lid van de Veiligheidsraad hiertoe reeds een aantal initiatieven heeft ontplooid om de huidige impasse in het beleid te helpen doorbreken;

verzoekt de regering met het oog op discussies in de Veiligheidsraad en waar mogelijk met andere landen plannen te ontwikkelen voor ontwerp en uitvoering van «intelligente sancties» die de machthebbers harder en rechtstreekser raken onder gelijktijdige uitbreiding van het olie-voor-voedselprogramma middels bijvoorbeeld de instelling van een effectief en gecontroleerd investeringsfonds van waaruit de opbouw van de infrastructuur in Irak kan worden gefinancierd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Koenders

Hoekema

Naar boven