nr. 3
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
goedkeuring van de op 6 juni 1995 te Boekarest tot stand gekomen Overeenkomst
tussen de Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België
en het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en de Regering van Roemenië,
anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen en verblijvende
personen, met Aanhangsels (Trb. 1995, 155).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
5 februari 2000
Beatrix
nr. 4
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de op 6 juni 1995 te Boekarest
tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk der
Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds,
en de Regering van Roemenië, anderzijds, betreffende de overname van
onregelmatig binnengekomen en verblijvende personen, met Aanhangsels, ingevolge
artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal
behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
De op 6 juni 1995 te Boekarest tot stand gekomen Overeenkomst tussen de
Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België
en het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en de Regering van Roemenië,
anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen en verblijvende
personen, met Aanhangsels, waarvan de Franse en Nederlandse tekst zijn geplaatst
in Tractatenblad 1995, 155, wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Buitenlandse Zaken,