26 884
Wet ter stimulering van integrale stedelijke vernieuwing (Wet stedelijke vernieuwing)

nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID LUCHTENVELD C.S.

Ontvangen 26 juni 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel 8, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. het ontwikkelingsprogramma niet verenigbaar is met op grond van een wettelijke bevoegdheid vastgesteld provinciaal of rijksbeleid.

II

In artikel 8, vijfde lid, eerste volzin, wordt «vastgesteld provinciaal of rijksbeleid» vervangen door: op grond van een wettelijke bevoegdheid vastgesteld provinciaal of rijksbeleid.

III

Artikel 11, vierde lid, onderdeel b, wordt vervangen door:

b. de verenigbaarheid van het ontwikkelingsprogramma met op grond van een wettelijke bevoegdheid vastgesteld provinciaal beleid.

Toelichting

De praktijk leert dat door het grote belang en de urgentie van stedelijke vernieuwing overheden in de verleiding kunnen komen zich bezig te houden met een deel van de beleidsvorming dat bij een andere overheidslaag thuishoort. Hierdoor ontstaan competentiegeschillen en beleidsinhoudelijke strijdigheden, hetgeen het proces van stedelijke vernieuwing schade toebrengt.

Dit amendement beoogt door een verduidelijking in de tekst het genoemde gevaar weg te nemen, door te bepalen dat er sprake moet zijn van «op grond van een wettelijke bevoegdheid» vastgesteld provinciaal of rijksbeleid. Het wetsvoorstel spreekt nu op een aantal punten van toetsing van gemeentelijk beleid aan «vastgesteld provinciaal en rijksbeleid». Voor zover dit bijvoorbeeld een toets aan het streekplan betreft, kunnen de indieners daar vrede mee hebben. Voorkomen moet echter worden dat deze bepaling wordt aangewend voor het opstellen van stedelijk vernieuwingsbeleid van rijk en provincie buiten het «beleidskader stedelijke vernieuwing» (vastgelegd in de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 7, tweede lid, van het wetsvoorstel).

Luchtenveld

Schoenmakers

Rietkerk

Van 't Riet

Naar boven