nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2001
Op 30 mei jl. heeft mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
mede namens mij, u de nota naar aanleiding van het nader verslag inzake het
Voorstel van wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur
(BIBOB) toegezonden. Daarbij is ook bericht dat de voorbereiding op de implementatie
van het wetsvoorstel in gang is gezet. Ter aanvulling daarop bericht ik u
het volgende.
Parallel aan de behandeling van het voorstel van wet lopen de voorbereidende
activiteiten van het Bureau BIBOB i.o., ondergebracht bij mijn ministerie.
Gezien de aard van deze activiteiten gedurende de testfase, met name de publiciteit
die aan het BIBOB-instrumentarium wordt gegeven, hecht ik eraan uw Kamer door
middel van deze brief nader te informeren.
Het Bureau BIBOB i.o., zal zich het komende half jaar voornamelijk gaan
richten op het testen van zijn producten, het leggen van contacten met bestuursorganen
en verstrekkers van informatie die noodzakelijk geacht wordt voor de uitvoering
van de taak van het Bureau. Voorzien is in een test op kleine schaal met enkele
zaken die door een aantal bestuursorganen zijn aangeleverd. Het gaat om afgedane
dossiers die alsnog worden voorzien van een BIBOB advies. Deze test levert
gegevens en ervaringen op die nodig zijn voor de verbetering van de ontwikkelde
producten. Het betreft een papieren exercitie. De test zal aan het eind van
dit jaar worden uitgebreid tot meer bestuursorganen.
De activiteiten van het Bureau hebben ook tot doel de bestuursorganen
te begeleiden bij het treffen van voorbereidingen die noodzakelijk zijn voor
een eventuele implementatie van het BIBOB-instrument.
Naast de begeleiding van bestuursorganen is het van groot belang dat het
Bureau BIBOB te zijner tijd een gedegen advies kan uitbrengen. Daartoe is
onder meer een screeningsproces ontwikkeld. Het screeningsproces bestaat uit
de bevraging van justitiële, politiële en financiële bronnen
en de beoordeling van de opgeleverde gegevens. Deze procedure
zal uitgebreid getest worden.
Praktijkervaringen wijzen uit dat bestuursorganen steeds vaker bereid
zijn hun medewerking te verlenen aan de test, om zo actief vorm te geven aan
de bestuurlijke aanpak van criminele activiteiten. Een positief effect van
de voorbereidende werkzaamheden van het Bureau BIBOB i.o. is aldus dat deze
bijdragen aan de bewustwording van de bestuursorganen hoe te voorkomen dat
criminele activiteiten worden gefaciliteerd.
Hoewel het overleg met uw Kamer over het wetsvoorstel nog moet worden
gevoerd, acht ik het raadzaam dat thans reeds de vorenstaande activiteiten
worden ondernomen, opdat het BIBOB-instrument volwaardig en snel kan worden
ingezet als het voorstel tot wet mocht worden verheven. Uiteraard zal in alle
uitingen benadrukt worden dat het wetsvoorstel nog ter behandeling voorligt
in uw Kamer.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals