26 877
Wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (het fokken met en het vervoer van dieren)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 7 februari 2000

De vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij1, belast met het voorbereidend onderzoek betreffende het bovenstaande wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Met een tijdige beantwoording van de onderstaande vragen en opmerkingen acht de commissie de openbare beraadslaging voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Ter Veer

De griffier van de commissie,

Van Overbeeke

Inleiding

De leden van de fracties van de RPF en het GPV hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Deze leden stellen over het onderhavige wetsvoorstel een aantal vragen.

Het wetsvoorstel strekt er toe om het huidige artikel 55 GWD te herformuleren opdat daarmee in de praktijk tot een doeltreffende en beter handhaafbare uitvoering van die regeling kan worden gekomen. Bij de voorbereiding van de invulling van de uitvoeringsmaatregelen is men op de beperkingen van de huidige formulering gestuit. De leden, hier aan het woord vragen of hieruit begrepen moet worden dat tot dusverre geen regelingen op het gebied van fokken van dieren van kracht zijn.

Tevens vragen deze leden hoe de lange termijn tussen de totstandkoming van de GWD en de opstelling van uitvoeringsregelingen moet worden verklaard. Op welke termijn zal de amvb op grond van artikel 55 na het van kracht worden van dit wetsvoorstel in werking kunnen treden?

Het wetsvoorstel strekt er toe tot een uit het oogpunt van handhaving effectiever geformuleerde bepaling te komen. In hoeverre is daarnaast beoogd om tot inhoudelijke wijzigingen te komen?

Uit de amvb op basis van artikel 55 kan eerst de reikwijdte van het voorliggende wetsvoorstel blijken. In de MvT zijn enkele voorbeelden genoemd van omstandigheden die kunnen leiden tot een verbod. De leden van de fracties van de RPF en het GPV vragen of op dit moment meer concrete informatie kan worden verstrekt van maatregelen en verboden die op basis van artikel 55 tot stand zullen komen.

De leden van de fracties van de RPF en het GPV stellen vast dat in vergelijking met artikel 55 oud, artikel 55 nieuw, het expliciet mogelijk maakt regelingen te stellen inzake het registreren, identificeren en certificeren van dieren. Zij stellen vast dat de artikelen 75 en 76 reeds een I&R-regeling bevatten ten aanzien van vee. In hoeverre sluit de thans voorgelegde bepaling hierbij aan?

Ter bepaling van het antwoord op de vraag wanneer een fokverbod of een van de andere maatregelen uit artikel 55 geëigend is, kan wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk zijn. De leden van de fracties van de RPF en het GPV vragen welke plaats dit wetenschappelijk onderzoek precies zal innemen. Kan een maatregel, zoals regels omtrent het fokken of een fokverbod worden getroffen ook zonder dat wetenschappelijk onderzoek heeft plaatsgevonden? Kunnen justitiabelen een eventueel wetenschappelijk onderzoek afdwingen? In hoeverre draagt de meer uitgebreide formulering van artikel 55 nieuw er toe bij dat van de overheid zwaardere eisen worden gesteld omtrent de motivering van een eventueel fokverbod of een andere maatregel?


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Swildens-Rozendaal (PvdA), Ter Veer (D66), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Feenstra (PvdA), Poppe (SP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Duivesteijn (PvdA), Stellingwerf (RPF), M.B. Vos (GL), Augusteijn-Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), Passtoors (VVD), Eisses-Timmerman (CDA), Th.A.M. Meijer (CDA), Hermann (GroenLinks), Geluk (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), Oplaat (VVD), Schoenmakers (PvdA), Waalkens (PvdA), Udo (VVD), Herrebrugh (PvdA) en Snijder-Hazelhoff (VVD).

Plv. leden: Van Vliet (D66), Van Zuijlen (PvdA), Ravestein (D66), Zijlstra (PvdA), Albayrak (PvdA), Kant (SP), Mosterd (CDA), Bos (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Van der Steenhoven (GL), Scheltema-de Nie (D66), Verbugt (VVD), Cornielje (VVD), Buijs (CDA), Rietkerk (CDA), Karimi (GL), Kamp (VVD), Reitsma (CDA), Van Wijmen (CDA), Patijn (VVD), Dijksma (PvdA), Belinfante (PvdA), O.P.G. Vos (VVD), De Boer (PvdA) en Te Veldhuis (VVD).

Naar boven