nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
Bij de verwerking van de tekst van de Wet van 1 juli 1999 tot wijziging
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, Stb. 302, in de tekst van laatstgenoemde
wet is gebleken dat in de loop van de parlementaire behandeling enige misstellingen
zijn ontstaan die niet tijdig zijn gesignaleerd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt er toe deze misstellingen nog voor de inwerkingtreding van de wijzigingswet
van 1 juli 1999, Stb. 302, te corrigeren.
Artikel I
Bij de wijziging van artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
(WRO) is de tekst van het oude tweede lid verwerkt in het eerste lid, onder
b, c en d. Het derde lid is daarbij vernummerd tot tweede lid.
In de nieuwe tekst van artikel 33 van de WRO is evenwel bij de verwijzing
naar artikel 23, eerste en tweede lid, met die vernummering geen rekening
gehouden. In onderdeel A wordt derhalve voorgesteld dit te corrigeren en alleen
te verwijzen naar artikel 23, eerste lid.
Ook onderdeel B, onder 1, betreft een correctie van een verwijzing naar
artikel 23, tweede lid.
De verwijzing in artikel 56 van de WRO dient betrekking te hebben op de
thans in artikel 23, eerste lid, onder c, bedoelde reactiemogelijkheid, die
van overeenkomstige toepassing is. Deze verwijzing is dan ook verbeterd.
In onderdeel B, onder 2, wordt de verwijzing naar artikel 56, derde lid,
gecorrigeerd in een verwijzing naar artikel 56, vierde lid. Bij de vernummering
van het derde tot vierde lid destijds is verzuimd deze verwijzing mee te vernummeren.
Onderdeel C, onder 1, strekt tot correctie van een ten onrechte niet aangepaste
verwijzing naar artikel 11, zevende lid. Onder 2 wordt een abusievelijk weggevallen
vermelding van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in de bijlage bij de Algemene
wet bestuursrecht hersteld.
Hoewel de wetsgeschiedenis geen twijfel laat bestaan over de wet waarop
de in de bij de Algemene wet bestuursrecht behorende bijlage, onder C, sub
2, genoemde artikelen betrekking hebben, dient uit een oogpunt van rechtsbescherming
en rechtszekerheid deze omissie met spoed te worden gerepareerd.
Artikel II
Met dit artikel wordt inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel
tot aanpassing van de wijzigingswet op de kortst mogelijke termijn beoogd,
teneinde de inwerkingtreding van de wijzigingswet van 1 juli 1999, Stb. 302,
niet langer dan nodig op te houden.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. P. Pronk