26 841
Wijziging van de Mediawet en van het Wetboek van Strafrecht, alsmede intrekking van de Wet op de filmvertoningen

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID ATSMA

Ontvangen 20 juni 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Voor de bestaande tekst van artikel IV wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

Toegevoegd wordt een lid, luidende:

2. Artikel III treedt niet in werking dan nadat de evaluatie van deze wet heeft plaatsgevonden en acht weken zijn verstreken sedert de evaluatie aan de Staten-Generaal is gezonden.

Toelichting

De Nederlandse filmkeuring kan niet blijven bestaan als dit wetsvoorstel tot wet wordt verheven. Om de evaluatie objectief te kunnen laten zijn, is het nodig dat de filmkeuring in ieder geval blijft bestaan totdat die evaluatie heeft plaatsgevonden. Mocht immers uit die evaluatie in 2002 blijken dat het NICAM niet afdoende functioneert en dat de expertise van de filmkeuring daarin niet herkenbaar is terug te vinden, dan is er geen Nederlandse filmkeuring meer waarop kan worden teruggevallen.

Dit amendement stelt zeker dat het artikel dat de Wet op de filmvertoningen intrekt, pas in werking treedt nadat de evaluatie heeft plaatsgevonden en er gelegenheid tot overleg daarover met de Staten-Generaal is geweest.

Atsma

Naar boven