nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 8 februari 2000
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 van onderdeel F komt te luiden:
1. Het tweede en het derde lid worden vervangen door de volgende leden:
2. Het toelaatbare verlies van meststoffen, bedoeld in artikel 16, onderdeel
c, uitgedrukt in kilogrammen stikstof, is per kalenderjaar per hectare grasland
van de gemiddeld in het desbetreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende
oppervlakte landbouwgrond:
– 300 kilogram stikstof, in de jaren 1998 en 1999;
– 275 kilogram stikstof, in het jaar 2000;
– 250 kilogram stikstof, in het jaar 2001;
– 220 kilogram stikstof, in de jaren 2002 tot en met 2004;
– 190 kilogram stikstof, in de jaren 2005 en volgende.
Vanaf een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in de jaren 2008
en volgende is de in de eerste volzin bedoelde hoeveelheid stikstof 180
kilogram.
3. Het toelaatbare verlies van meststoffen, bedoeld in artikel 16, onderdeel
c, uitgedrukt in kilogrammen stikstof, is per kalenderjaar per hectare bouwland
of braakland van de gemiddeld in het desbetreffende kalenderjaar tot het bedrijf
behorende oppervlakte landbouwgrond:
– 175 kilogram stikstof, in de jaren 1998 en 1999;
– 150 kilogram stikstof, in het jaar 2000;
– 125 kilogram stikstof, in het jaar 2001;
– 110 kilogram stikstof, in de jaren 2002 tot en met 2004;
– 100 kilogram stikstof, in de jaren 2005 en volgende.
2. Onderdeel 1 van onderdeel H komt te luiden:
1. Het tweede en het derde lid worden vervangen door de volgende leden:
2. Het toelaatbare mineralenverlies, bedoeld in artikel 24, onderdeel
b, uitgedrukt in kilogrammen stikstof, is per kalenderjaar per hectare grasland van de gemiddeld in het desbetreffende kalenderjaar tot het
bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond:
– 300 kilogram stikstof, in de jaren 1998 en 1999;
– 275 kilogram stikstof, in het jaar 2000;
– 250 kilogram stikstof, in het jaar 2001;
– 220 kilogram stikstof, in de jaren 2002 tot en met 2004;
– 190 kilogram stikstof, in de jaren 2005 en volgende.
Vanaf een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in de jaren 2008
en volgende is de in de eerste volzin bedoelde hoeveelheid stikstof 180
kilogram.
3. Het toelaatbare mineralenverlies, bedoeld in artikel 24, onderdeel
b, uitgedrukt in kilogrammen stikstof, is per kalenderjaar per hectare bouwland
of braakland van de gemiddeld in het desbetreffende kalenderjaar tot het bedrijf
behorende oppervlakte landbouwgrond:
– 175 kilogram stikstof, in de jaren 1998 en 1999;
– 150 kilogram stikstof, in het jaar 2000;
– 125 kilogram stikstof, in het jaar 2001;
– 110 kilogram stikstof, in de jaren 2002 tot en met 2004;
– 100 kilogram stikstof, in de jaren 2005 en volgende.
3. Onderdeel K komt te luiden:
K
In hoofdstuk IV vervalt titel 4.
4. Onderdeel L komt te luiden:
L
In hoofdstuk IV vervalt titel 5 van hoofdstuk IV, en worden de titels
6 tot en met 9 vernummerd tot 4 tot en met 7.
5. Onderdeel M komt te vervallen.
6. Na onderdeel Q wordt het volgende onderdeel ingevoegd:
Qa
In artikel 52, eerste volzin, wordt «de artikelen 17, 25, 32, en
39, tweede lid» vervangen door: de artikelen 17, 25 en 32.
B
In artikel IV, tweede lid, wordt «artikel I, onderdeel K»
vervangen door: artikel I, onderdelen K en P.
Toelichting
Ten tijde van indiening van het onderhavige wetsvoorstel was het streven
erop gericht om dit wetsvoorstel op 1 januari 2000 in werking te laten treden.
Dit is evenwel niet haalbaar gebleken. Voor de meeste wijzigingen die betrekking
hebben op het stelsel van regulerende mineralenheffingen, betekent dit dat
inwerkingtreding eerst op 1 januari 2001 kan plaatsvinden, aangezien het tijdvak
van de heffingen aansluit bij het kalenderjaar. Een wijziging van de normen
inzake de berekening van de belastbare hoeveelheid meststoffen, onderscheidenlijk
mineralen lopende een kalenderjaar verdraagt zich daar niet mee. Gevolg is
onder andere dat in 2000 nog de stikstofverliesnormen gelden waarin de huidige
Meststoffenwet voorziet. Bovendien blijven de extensieve veehouderijen, indien zij voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 38 van de
Meststoffenwet, in 2000 vrijgesteld van de heffingen. Zij zullen ingevolge
het onderhavige wetsvoorstel nu eerst per 1 januari 2001, gelijk met de akker-
en tuinbouwbedrijven, heffingplichtig worden.
De onderhavige wijziging past het wetsvoorstel op deze situatie aan, ter
voorkoming van eventuele misverstanden. Daarnaast wordt artikel IV van het
wetsvoorstel, dat betrekking heeft op de inwerkingtreding van het alsdan tot
wet verheven wetsvoorstel, gewijzigd. Deze wijziging strekt ertoe de voorgestelde
verplichting voor intensieve veehouderijen tot het overleggen van een accountantsverklaring
bij de aangifte van de mineralenheffingen (voorgesteld artikel I, onderdeel
P) van kracht te laten worden zodra dit alsdan tot wet verheven wetsvoorstel
in het Staatsblad wordt geplaatst. Dit omdat deze veehouders de accountantsverklaring
reeds bij de aangifte over het jaar 2000, welke aangifte in 2001 wordt gedaan,
moeten overleggen. Daarmee bestaat voor deze categorie veehouders snel duidelijkheid.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
L. J. Brinkhorst