26 839
Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (verfijning definitie telecommunicatiediensten)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (verfijning definitie telecommunicatiediensten).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

6 oktober 1999

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de definitie van het begrip telecommunicatiediensten voor de omzetbelasting aan te passen overeenkomstig richtlijn 1999/59/EG van de Raad van 17 juni 1999 tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde die van toepassing is op telecommunicatiediensten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt aan artikel 6, tweede lid, onderdeel d, onder 8°, onder vervanging van de puntkomma aan het slot door een komma, toegevoegd: alsmede het verlenen van toegang tot wereldwijde informatienetten; .

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Financiën,

Naar boven