26 834
Socialeverzekeringspositie van grensarbeiders

nr. 16
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2007

In uw brief van 3 april 2007 (07-FIN-B-014) heeft u mij gevraagd om het resultaat van het onderzoek dat minister Zalm in zijn brief van 29 januari 2007, (Kamerstukken II 2006/07, nr. 26 834, nr. 13), heeft toegezegd naar de situaties waarin er aanleiding bestaat om voor de jaren 2003 en 2004 af te zien van heffingsrente bij Nederlandse grensarbeiders die in België werkzaam zijn. In mijn brief van 7 mei 2007, kamerstuk 26 834, nr.14, heb ik toegezegd u daarover te berichten nadat ik de resultaten heb ontvangen van de consultatie die de Stichting Grensarbeid onder de grensarbeiders heeft gehouden.

Het onderzoek betreft een inventarisatie van de concrete situaties waarin er aanleiding bestaat om af te zien van heffingsrente die aan de desbetreffende grensarbeiders voor de jaren 2003 en 2004 in rekening is of wordt gebracht hetzij op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur hetzij op grond van de omstandigheid dat het aan de Belastingdienst is te wijten dat de schatkist renteverlies lijdt of heeft geleden. Bij brief van 4 mei jl. aan de Belastingdienst Zuidwest/kantoor Roosendaal heeft de Stichting Grensarbeid bericht dat naar haar oordeel van een verdere uitwerking van een inventarisatie op deze gronden geen passende voldoening kan worden verwacht. Naar mijn oordeel kan hieruit worden afgeleid dat zich in de praktijk geen concrete situaties hebben voorgedaan die aanleiding geven tot het afzien van heffingsrente en dat de Stichting Grensarbeid een algemene regeling die voor alle grensarbeiders geldt als enige passende maatregel blijft zien. Dit laatste volgt overigens ook uit de brief van 14 mei jl. die de Stichting Grensarbeid mij over (onder andere) de heffingsrente bij grensarbeiders heeft gestuurd.

In de afgelopen jaren zijn alle aspecten die met het onderhavige onderwerp samenhangen uitgebreid aan de orde geweest. Nieuwe gezichtspunten mogen niet meer worden verwacht. Ook anderszins bestaat er geen reden om terug te komen van mijn standpunt om geen algemene regeling te treffen.

Ik denk dat het wijs is om de discussie over dit punt te sluiten.

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager

Naar boven