nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van het Wetboek van Strafvordering ter verruiming van de strafrechtelijke
mogelijkheden tot handhaving van de openbare orde met het oog op grootschalige
ordeverstoringen.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
Het Oude Loo
24 september 1999
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de strafvorderlijke
mogelijkheden tot handhaving van de openbare orde met het oog op grootschalige
ordeverstoringen te verruimen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 540 vervalt «en ter zake waarvan voorloopige hechtenis
niet is toegelaten».
B
In artikel 541, derde lid, wordt vóór «tot het einde
van het onderzoek» ingevoegd: gedurende ten hoogste twee dagen of, indien
het onderzoek binnen die termijn eindigt,.
C
Aan artikel 542, vierde lid, wordt een zinsnede toegevoegd, luidend: en
kan hij bepalen dat de inverzekeringstelling met de duur van de schorsing
verlengd wordt.
D
In artikel 543, tweede lid, wordt «In het andere geval» vervangen
door: Indien hij daartoe termen aanwezig acht,.
E
Artikel 545 wordt gewijzigd als volgt:
1. Aan het eerste lid worden twee zinnen toegevoegd, luidend: Eenzelfde
bevel kan de rechter-commissaris geven indien hij van oordeel is dat het voorkomen
van herhaling of voortzetting van het strafbare feit niet afdoende door bevelen
als bedoeld in artikel 543, tweede lid, kan worden verzekerd en de handhaving
van de openbare orde de inverzekeringstelling dringend vordert. Het bevel
kan in het laatstbedoelde geval slechts worden gegeven indien aan de verdachte
een dagvaarding is uitgereikt om binnen de periode van inverzekeringstelling
of verlengde inverzekeringstelling voor de rechter te verschijnen.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidend:
6. Ten aanzien van de verdachte die op grond van dit artikel in verzekering
is gesteld, kan geen bevel tot bewaring worden gegeven.
F
In artikel 548, tweede lid, wordt «en vijfde lid» vervangen
door: , vijfde en zesde lid.
G
Artikel 550 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidend:
2. Artikel 40 vindt ten aanzien van inverzekeringstelling door de officier
van justitie en de rechter-commissaris uit hoofde van deze titel overeenkomstige
toepassing.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,