nr. 9
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 mei 2000
Hierbij informeer ik uw Kamer, conform eerder door mij gedane toezeggingen,
over mijn voornemens betreffende de oprichting van een Informatiepunt gelijke
behandeling.
In de achterliggende periode heb ik over de oprichting van een Informatiepunt
gelijke behandeling door een extern bureau een behoeftemeting laten uitvoeren.
Het onderzoek had tot doel het draagvlak in kaart te brengen onder een aantal
mogelijk direct betrokken organisaties voor de totstandkoming van een Informatiepunt.
Alle bij deze verkenning betrokken organisaties staan positief tegenover het
opzetten van een Informatiepunt dat vooral als waardevol wordt ervaren voor:
– het bevorderen van samenwerking tussen bestaande organisaties;
– het verspreiden van informatie, mede ter bevordering van de bekendheid
met nationale en internationale regelgeving, in het bijzonder het VN-Vrouwenverdrag;
– het doorverwijzen naar bestaande organisaties in geval van specifieke
vragen of behoeften;
– eventueel het adviseren van gouvernementele of non-gouvernementele
organisaties en professionele doelgroepen.
Ook hebben op ambtelijk niveau nadere gesprekken plaatsgevonden met diverse
organisaties. Naar aanleiding daarvan en op basis van het onderzoek heb ik
een gezamenlijk gesprek gehad met vertegenwoordigers van het Internationaal
Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging, het Clara Wichmann Instituut
en de Commissie gelijke behandeling over de mogelijke vormgeving en organisatie
van het Informatiepunt.
Bovengenoemde inventarisaties brengen mij tot de conclusie dat er voldoende
behoefte bestaat aan een Informatiepunt met in ieder geval een informatie-,
coördinatie- en verwijsfunctie, maar daarnaast wellicht ook met een voorlichtings-
en adviesfunctie. Ik stel ook vast dat het verstandig is het terrein
dat het Informatiepunt zal bestrijken vooralsnog te beperken tot gelijke behandeling
man–vrouw.
Het op te richten Informatiepunt zal onafhankelijk dienen te functioneren
en in ieder geval in een structuur moeten voorzien die goede samenwerking
garandeert tussen de organisaties die zich bezighouden met gelijke behandeling
tussen mannen en vrouwen. De structuur van het Informatiepunt dient zodanig
vorm te krijgen, dat deze desgewenst later ook uitgebreid kan worden naar
andere terreinen van gelijke behandeling.
Het is mijn voornemen het Informatiepunt bij de Commissie gelijke behandeling
onder te brengen.
Met betrekking tot de organisatie heb ik de voorzitter van de Commissie
gelijke behandeling verzocht een bedrijfsplan voor het Informatiepunt op te
stellen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt geld ter
beschikking ten behoeve van de totstandkoming van het bedrijfsplan en de oprichting
van het Informatiepunt zo snel mogelijk daarna. Daarnaast wordt vanaf 2001
voor het Informatiepunt 750 000 gulden op jaarbasis gereserveerd in het
kader van de subsidieregeling emancipatie-ondersteuning 1998 (Stcrt. 1997,
nr. 249, p. 35). Op grond van dit bedrijfsplan, dat naar verwachting in september
a.s. gereed zal zijn, zal ik een definitief besluit nemen over de organisatievorm
en financiering. Daarbij zal ik ook de mogelijkheden van medefinanciering
door andere departementen betrekken.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. E. Verstand-Bogaert