26 807
Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 2000

nr. 35
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2002

Bij brief van 31 oktober 2001 heeft de toenmalige Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen overeenkomstig het bepaalde in artikel VIIId van de wet van 2 april 1998 (Stb. 216) uw Kamer zijn beleidsreactie naar aanleiding van de evaluatie over de werking van de duale opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs aangeboden (Kamerstuk 26 807, nr. 26). Kern van deze beleidsreactie was dat het duaal studeren in het wetenschappelijk onderwijs evenals in het hoger beroepsonderwijs een reguliere opleidingsroute is.

Dit betekent dat artikel Ia van genoemde wet in werking kan treden. Die bepaling strekt ertoe de duale opleidingsvorm in het wetenschappelijk onderwijs in de algemene bepaling van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek over duaal onderwijs (artikel 7.7) onder te brengen. Alvorens het desbetreffende besluit tot inwerkingtreding van artikel Ia van de wet van 2 april 1998 kan worden vastgesteld, dient de Tweede Kamer ingevolge artikel IX, zevende lid, van die wet te kennen te hebben gegeven hiermee in te kunnen stemmen.

Ik verzoek u mij mede te delen of uw Kamer in kan stemmen met de inwerkingtreding van artikel Ia van de wet van 2 april 1998.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

A. D. S. M. Nijs

Naar boven