26 806
Vertrouwen in verantwoordelijkheid Integriteit van het openbaar bestuur Management- en personeelsontwikkeling Rijksdienst

nr. 3
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 8 december 1999

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft op 24 november 1999 overleg gevoerd met minister Peper van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief d.d. 21 september 1999 over de nota «Integriteit van het openbaar bestuur» (26 806).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Duijkers (PvdA) merkte inzake het klokkenluiden door ambtenaren op dat de procedure, de rechtsbescherming en de externe commissie in haar fractie onderwerp van overleg zijn. Het management is primair verantwoordelijk voor het doorgeven van de informatie binnen de organisatie. Het zelfregulerend en zelfzuiverend vermogen van een organisatie dienen voorop te staan. De gemelde zaken hebben echter vaak een structureel karakter. Hoe moet een ambtenaar handelen bij acute problemen, zoals een dreigende ramp, waarop de leiding niet adequaat reageert of als hij bedreigd wordt? Als de ambtenaar er niet zeker van is of zijn leiding al dan niet betrokken is bij de kwestie, moet er een uitwijkmogelijkheid zijn om zijn informatie te uiten, bijvoorbeeld bij een interne vertrouwenspersoon. Mevrouw Duijkers pleitte ervoor behalve de Binnenlandse veiligheidsdienst (BVD) of het openbaar ministerie (OM) ook de externe commissie in zeer uitzonderlijke situaties te kunnen aanspreken bij een bepaald type informatie waarbij de individuele ambtenaar bedreigd wordt.

Een ambtenaar die terecht meent de klok te moeten luiden, heeft recht op rechtsbescherming. In de Algemene wet bestuursrecht (AWB) is daarvoor al wat geregeld. Nu wordt dezelfde rechtsbescherming voorgesteld als ware iemand lid van een ondernemingsraad (OR). Het bevreemdde mevrouw Duijkers dat de minister dit voorstel niet in de wet wil vastleggen, maar op CAO-niveau wil regelen binnen de overheid. Zij stelde voor in de Ambtenarenwet een regeling op te nemen die ambtenaren beschermt bij klokkenluiden.

Hoewel mevrouw Duijkers de voorkeur gaf aan een onafhankelijk instituut voor het regelen van een geschil boven een onafhankelijke commissie, stemde zij daar toch mee in, mits na drie jaar een evaluatie plaatsvindt. De omvang van het klokkenluiden is immers niet bekend. Bovendien geldt de regeling voorlopig slechts voor ambtenaren.

Mevrouw Duijkers constateerde dat er nog weinig regelingen zijn om de integriteit van het lokale bestuur te waarborgen. Te veel burgemeesters en wethouders zijn betrokken bij incidenten. Zij drong aan op eenduidige regelingen.

Mevrouw Duijkers wees op signalen dat gewezen bestuurders gebruik maken van een BV-constructie om kortingen op hun wachtgeld te voorkomen. Deze constructie houdt in dat men een BV opricht; de inkomsten gaan naar de BV; de BV keert een salaris uit ter hoogte van het verschil tussen het wachtgeld en 100% van het oude salaris; de rest blijft in de BV achter en wordt als dividend uitgekeerd. Is deze constructie de minister bekend en wat denkt hij daaraan te doen? Hoewel formeel de regels niet worden overtreden, handelt men in strijd met de bedoeling van de wet. Is het mogelijk deze ongewenste situatie via een wetswijziging onmogelijk te maken?

Mevrouw Duijkers verzocht de minister te reageren op het bericht dat er binnen het kabinet afspraken zijn gemaakt over de werkzaamheden van oud-bewindspersonen. Is er een gedragscode en wordt die door elk nieuw kabinet bevestigd? Kan de Kamer kennis nemen van deze gedragscode? Wordt deze code ook gehanteerd voor oud-bewindslieden en -Kamerleden?

De heer Luchtenveld (VVD) meende dat het thema integriteit van het bestuur hoog op de politieke agenda moet blijven staan. De opmerking over de BV-constructie leek hem eerder thuis te horen in een debat over de rechtspositie van Kamerleden, aangezien het het begrip fiscaal inkomen betreft.

Met de politieke partijen is overeengekomen dat in het kader van opstelling van kandidaatstellingslijsten op verzoek van een partij met de minister overleg wordt gevoerd om te voorkomen dat personen met een verkeerd verleden gekandideerd worden. Hoe verloopt het overleg met de politieke partijen over het integriteitsdossier verder?

Corruptie en fraude bij de politie zijn zeer ernstig feiten vanwege de voorbeeldfunctie. Is er sprake van verbetering of zijn er nog knelpunten? Hoe wordt daarop ingespeeld en zijn er nadere maatregelen getroffen om die te voorkomen?

Uit het rapport van de commissarissen van de koningin en de VNG zou zijn af te leiden dat het allemaal wel meevalt met de integriteitsproblemen op lokaal niveau. De heer Luchtenveld betwijfelde of dat wel zo is. De heer Luchtenveld benadrukte dat niet alleen gereageerd moet worden op misstappen van ambtenaren, maar ook van politieke ambtsdragers. Hij ondersteunde de voorstellen van de minister om degenen die worden veroordeeld voor fraude of corruptie hun wachtgeld te ontnemen.

Hoewel er al schriftelijke vragen zijn gesteld over de dienst recherchezaken van het ministerie van VROM die onlangs in opspraak is gekomen, vroeg de heer Luchtenveld opnieuw de aandacht van de minister voor deze kwestie.

Hij zag niet veel in een onafhankelijke commissie die de door de klokkenluider aangekaarte problemen onderzoekt. De ondernemingsraad kan hierin een rol spelen. De positie van de klokkenluider dient wel versterkt te worden. De klager kan al snel in een situatie terechtkomen waarin sprake is van verstoring van de arbeidsverhoudingen, daarom dient eerst een vertrouwenspersoon ingeschakeld te worden die de klacht vertrouwelijk onderzoekt.

De minister heeft in verband met de draaideurconstructie voorgesteld dat een ambtenaar gedurende twee jaar na zijn ontslag niet kan worden ingehuurd door het eigen departement, behoudens in het kader van een afvloeiingsregeling. Op welke wijze wordt erop toegezien dat dit laatste argument niet wordt gebruikt om het verbod te omzeilen?

Welke ambtsregels overweegt het kabinet voor politieke ambtsdragers? Sommige fracties vonden het bijvoorbeeld ongewenst dat de oud-minister van Justitie zou worden benoemd als Nationale ombudsman. Kan een oud-minister zijn vroegere ministerie adviseren? Hoeveel tijd moet daartussen zitten? Waar worden de grenzen getrokken? De heer Luchtenveld waarschuwde tegen het gebruik van gelegenheidsargumenten en pleitte voor duidelijkheid vooraf. Normen dienen niet achteraf te worden vastgesteld.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA) merkte op dat van bestuurders mag worden verwacht dat zij de regels die zij opleggen aan hun ambtenaren, zelf ook nakomen. Deze regels moeten openbaar zijn. Het trof mevrouw Van der Hoeven dat enkele lagere overheden aangeven geen integriteitsregels te hebben. Zij verzocht de minister dit punt op te nemen met het IPO en de VNG.

Een regeling voor klokkenluiders dient te worden opgenomen in het Algemeen rijksambtenarenreglement (ARAR). Maar waarom alleen in het ARAR? Er zijn ook klokkenluiders op andere niveaus. Hoe denkt de minister te bevorderen dat deze regeling ook in andere ambtenarenreglementen wordt opgenomen? Zo dient de commissie integriteit rijksoverheid een pendant te hebben op lokaal en provinciaal niveau.

Er komt een wetsvoorstel voor nevenwerkzaamheden met een meldplicht. De intentie is periodiek te toetsen in het kader van het functioneringsgesprek. Wanneer wordt dit voornemen geëffectueerd?

Het is noodzakelijk dat er maatregelen komen om de uniformiteit te bevorderen van het integriteitsbeleid binnen de rijksdienst. Openbare aanbestedingsregelingen moeten individuele kortingsafspraken voorkomen. Wanneer komt de informatie over het vóórkomen en het voorkómen van de kortingsregelingen binnen de rijksdienst? Zij vroeg zich af of het mogelijk is een soort ISO-certificering op te stellen voor alle overheden zodat zij zich houden aan bepaalde procedures en daarop getoetst kunnen worden. Ziet de minister daar iets in?

Het trof mevrouw Van der Hoeven dat er bij de draaideurconstructies slechts van wordt uitgegaan dat een oud-bewindspersoon zijn ministerie adviseert. Het komt echter ook voor dat een oud-bewindspersoon in dienst van een bedrijf lobbyt bij zijn voormalig ministerie. Daarover dienen afspraken gemaakt te worden om ervoor te zorgen dat dit niet meer voorkomt.

Het is binnen de ambtelijke cultuur niet normaal dat ambtenaren een eigen bedrijf hebben en dat dit bedrijf opdrachten uitvoert voor de eigen organisatie. Dat is bij het ministerie van VROM gebeurd. Het is niet gewoon dat chefs hiervoor toestemming geven. Deze werkzaamheden leiden tot een directe belangenverstrengeling. Als een openbare aanbesteding had plaatsgevonden, waren dit soort constructies niet mogelijk geweest.

Het beleid van de minister is nog niet dat de voornemens op rijksniveau hun pendant op provinciaal en lokaal niveau hebben. Dat geldt zowel voor ambtenaren als bestuurders. Worden deze thema's agendapunten bij elk CAO-overleg?

De minister zoekt in zijn integriteitsbeleid aansluiting bij het wetsvoorstel dat beoogt het recht op sociale uitkeringen aan gedetineerden te ontzeggen. Zijn voornemen is dit toe te passen op afgetreden politieke ambtsdragers die gedetineerd zijn. Hoever reikt dit? Valt het wachtgeld of het pensioen onder het recht op sociale uitkeringen?

Integriteit heeft te maken met regels en met de manier waarop je je daaraan houdt, met structuur en cultuur, met handelen, toezicht en controle, maar ook met geloofwaardigheid en de uitoefening van ministeriële (politieke) verantwoordelijkheid. Wat voor een ander geldt, geldt ook voor politieke ambtsdragers-politici. Zij zijn dan niet degenen die daar zelf over oordelen of daaraan sturing proberen te geven. Dat gebeurt door anderen. Dat is de toets die de regelgeving moet kunnen doorstaan.

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66) wees erop dat het thema klokkenluiden in de belangstelling staat, ook in Europa. De Europese Commissie besloot onlangs tot de instelling van een onafhankelijk klachtenpodium, waar klokkenluiders terechtkunnen en waar zij kunnen rekenen op een eerlijke behandeling en snelle besluiten. Mevrouw Scheltema juichte het toe dat ook in Nederland een regeling voor klokkenluiden wordt getroffen. Het begrip misstand wordt echter wel erg strak omschreven. Ook andere, misschien wat minder zwaarwegende misstanden moeten kunnen worden gemeld. Zij kreeg de indruk dat de minister terugkomt van zijn ruimhartige toezegging tijdens de begrotingsbehandeling door eerst te kiezen voor een interne, hiërarchische lijn en pas daarna voor de vertrouwenspersoon. Het had de voorkeur van mevrouw Scheltema, de keuze volledig aan de betrokkene over te laten. Moet bovendien niet te allen tijde de politieke top geïnformeerd worden? Dat wordt in het voorstel van de minister aan de beoordeling van de ambtelijke top overgelaten.

Na de interne procedure kan de onafhankelijke, tripartiete commissie integriteit rijksoverheid worden benaderd. Kan de minister uiteenzetten hoe aanvaardbaar het is dat een ambtenaar de interne lijn overslaat? De brief van 17 november suggereert dat het risico van plichtsverzuim en dus van disciplinaire straffen dreigt. In de nota Integriteit van het openbaar bestuur wordt ervan uitgegaan dat ook bij rechtstreekse benadering van de commissie integriteit de ambtenaar zich gedraagt zoals een goed ambtenaar betaamt en dus niet op plichtsverzuim kan worden aangesproken.

Mevrouw Scheltema stemde in met het voorstel de klokkenluider conform een lid van de OR te beschermen. Het kabinet wil dit of in het ARAR vastleggen of aan de CAO's overlaten. Zij prefereerde de algemene lijn in de wet vast te leggen overeenkomstig de regeling van nevenfuncties. De commissie integriteit is er voor de hele overheid, zodat de uitwerking van de interne lijn aan de sectoren kan worden overgelaten. Wat is de positie van de Nationale ombudsman in dit geheel?

Het is goed dat nu voor ambtenaren wordt vastgelegd dat zij niet binnen een termijn van twee jaar werkzaamheden kunnen verrichten voor het departement waar zij werkzaam waren. Voor bewindslieden dient in iets andere vorm iets dergelijks te worden geregeld. Is het mogelijk een vergelijkbare regeling te treffen met die in de Gemeentewet ten aanzien van verboden handelingen?

Openbaarheid van nevenfuncties is een goede zaak. Waarom wordt deze openheid beperkt tot topambtenaren? Het voorkómen van financiële belangenverstrengeling is veel ingewikkelder te regelen. Het lijkt wel of de privacygevoeligheid op dat terrein sterker wordt beleefd. Mevrouw Scheltema zag dan ook met belangstelling uit naar voorstellen van het kabinet dienaangaande.

Uit een oogpunt van decentralisatie is het wenselijk dat iedere gemeente zelf regelt hoe de integriteit te bevorderen. Er mogen echter geen al te grote discrepanties ontstaan. De burger ziet rijksoverheid, provincies en gemeenten als een geheel. Mevrouw Scheltema pleitte voor een vergelijkbare, op het decentrale niveau toegesneden regeling voor nevenfuncties, financiële belangenverstrengeling, draaideurconstructies en klokkenluiden. Nu zijn er nog te veel verschillen, ook tussen gemeenten onderling. Kan de VNG geen modelverordening ontwerpen? Als dat niet werkt en er grote hiaten ontstaan, is wetgeving een volgende stap.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks) merkte op niet helemaal tevreden te zijn met een aantal voorstellen van de minister voor klokkenluiders. De minister verwijst naar de Engelse regeling en neemt zelfs de Engelse clausule over. Daarbij zijn misschien vertaalfouten gemaakt die de reikwijdte van de Engelse regeling drastisch inperken. De Engelse Disclosure Act spreekt niet van een ernstig strafbaar feit, een grove schending van regelgeving of een groot gevaar voor de volksgezondheid, veiligheid of het milieu, maar van een (schijnbaar) strafbaar feit, elke (schijnbare) schending van regelgeving of regels en van elk (schijnbaar) gevaar voor de volksgezondheid, veiligheid of het milieu. Door deze inperking kan discussie ontstaan over de vraag welke feiten ernstig genoeg zijn om over te klagen. Wil de minister toezeggen de bescherming ook gelijk te stellen aan de Engelse regelgeving?

De lange interne procedure is niet goed voor de klager. In de regeling zijn geen termijnen opgenomen en dat lokt langslepende kwesties uit. Zij verzocht de minister dan ook termijnen te stellen waarbinnen geantwoord moet worden.

Als een kwestie ernstig genoeg is voor een klokkenluidersactie is de interne weg niet de enige aangewezen route. Hoe zwaarwegend moeten de argumenten zijn om te kunnen klokkenluiden, zonder het risico te lopen daarvoor gesanctioneerd te worden en bijvoorbeeld geen werk meer te krijgen bij de overheid? Mevrouw Varma vreesde dat de procedure zo ingewikkeld wordt dat het gevaar bestaat dat niemand er gebruik van maakt. Heeft de ambtenaar naast de hiërarchische weg ook de keuze tussen een vertrouwenspersoon en/of een onafhankelijke commissie? Als de minister stelt dat een vertrouwenspersoon overbodig is, omdat een klachtenprocedure intern dient te verlopen, waarom is dan bij bijna alle overheidsorganen een vertrouwenspersoon of meldpunt benoemd als zij niet ingeschakeld kunnen worden door ambtenaren voor vertrouwelijk beraad?

Het als plichtsverzuim strafbaar stellen van het met informatie naar buiten treden, zonder de interne hiërarchische procedure te doorlopen, oordeelde mevrouw Varma onjuist. De minister wil de vrijheid van meningsuiting beperken als die ertoe leidt dat de openbare dienst niet meer naar behoren kan functioneren. Wat moet daaronder worden verstaan? De minister is zich ervan bewust dat moeilijk van tevoren is aan te geven wat wel en niet mag. Mevrouw Varma benadrukte dat de ambtenaar de vrijheid moet hebben met zijn klacht de hiërarchische weg te volgen, naar de departementale vertrouwenspersoon te gaan of naar een onafhankelijke commissie.

Wat is het ambitieniveau van de minister voor het integriteitsbeleid voor de lokale overheid? Gaat hij in gesprek met de VNG? Binnen welke termijn moeten de gemeenten met voorstellen voor integriteitsbeleid komen?

Mevrouw Varma wees op de mogelijkheid, schending van integriteit te melden bij de BVD. In het jaarverslag van de BVD over 1998 wordt er geen melding van gemaakt. Aangezien er inmiddels ook lokale meldpunten zijn, vroeg zij zich af of de BVD die rol nog moet vervullen.

Mevrouw Kant (SP) ervoer het voorstel van de minister meer regulering en uniformiteit in het integriteitsbeleid aan te brengen als een omslag ten opzichte van de vorige kabinetsperiode. Maar hoe bindend en verstrekkend zijn de richtlijnen? Zij betreurde het dat in de notitie overwegend over ambtenaren wordt gesproken en niet over politici.

Mevrouw Kant constateerde dat de minister zijn toezegging is nagekomen iets te doen aan het fenomeen dat ambtenaren die een ministerie verlaten via de achterdeur weer binnenkomen onder het motto: na het dienen het verdienen, nadat zij dit verschijnsel in het debat van februari aan de orde had gesteld. Is een periode van twee jaar wel voldoende? Hoe bindend is de circulaire? Hoe oordeelt de minister over de vraag of er ook een gedragslijn moet komen voor oud-bewindslieden? Mevrouw Kant herinnerde eraan dat zij het functioneren van de oud-staatssecretaris van Defensie in het debat van februari aan de orde heeft gesteld. Toen heeft niemand daarop gereageerd. Worden er nu daadwerkelijk regels opgesteld? Er wordt alleen gereageerd als een bepaalde lobby in het nieuws komt. De discussie over de vraag of nevenfuncties zoals een commissariaat voor Kamerleden wel is toegestaan, leidt zelden tot iets. Zij herinnerde eraan dat bij het debat over het vervullen van commissariaten er een motie is ingediend, die ertoe strekte dat Kamerleden geen zaken mogen bepleiten die in het belang zijn van het bedrijf waarvan zij commissaris zijn. Dat is een duidelijke norm vooraf. Toch is deze motie door de Kamer niet aangenomen.

Het voorstel is de nevenfuncties van ambtenaren te registreren en openbaar te maken. Er komt een verbod op sommige functies, maar welke zijn dat? Hoe staat het met het registreren en openbaar maken van de nevenfuncties van politici, dat wil zeggen van degenen die de beslissingen nemen? Registreren en openbaar maken wil nog niet zeggen dat er geen sprake kan zijn van belangenverstrengeling. Mevrouw Kant onderstreepte dat naar haar mening Kamerleden geen betaalde commissariaten mogen hebben, omdat het risico van belangenverstrengeling altijd aanwezig is.

Mevrouw Kant betuigde haar tevredenheid over de verschillende maatregelen die de minister voorstelt om belangenverstrengeling tegen te gaan dan wel te voorkomen. Maar ook dit keer zijn het slechts richtlijnen en dus vrijblijvend.

Het is goed dat de klokkenluider beter beschermd wordt, hoewel de minister zich erg richt op de interne lijn. Is dat niet juist het probleem? Als de kwestie intern opgelost kan worden, hoef je toch geen klok te luiden?

De integriteit van het openbaar bestuur moet breed gezien worden. Politici dienen daarbij het voorbeeld te geven. Integriteit houdt meer in dan de vraag of iets volgens de regels al dan niet mag. Integriteit heeft ook te maken met cultuur en handelwijze. Als politici handige trucs of constructies bedenken om onder de regels uit te komen, dan behoort dat in het integriteitsdebat besproken te worden.

Politici beslissen over allerlei regels. Leggen zij zichzelf dezelfde regels op als anderen of maken zij voor zichzelf een uitzondering? Waarom hebben ex-politici niet gewoon een sollicitatieplicht en krijgen zij wachtgeld? De Hoge Raad heeft de uitspraak gedaan dat de dienstauto van bewindslieden bij privé-gebruik wordt aangeslagen voor de belasting. Waarom is er voor hen dan toch een financiële regeling?

Het antwoord van de minister

De minister antwoordde dat er bij het integriteitsbeleid toch weer wat voortgang is geboekt. In het kabinet is de wijze waarop vorm moet worden gegeven aan het klokkenluiden uitvoerig besproken. In het voorgestelde systeem meldt iemand als hij een misstand signaleert bij zijn chef. Het begrip misstand mag breed worden uitgelegd. Deze chef noteert de gesignaleerde misstand en geeft deze terstond door aan de secretaris-generaal (SG) die daarop snel schriftelijk moet reageren. Als het een ingewikkelde kwestie betreft, bevestigt hij de ontvangst van het signalement en meldt dat het onderzoek enige tijd kan vergen. De bedoeling is dat het signaal meteen wordt doorgegeven naar boven. De SG moet herkennen dat het onderwerp een zodanige zwaarte heeft dat hij het met de minister bespreekt. In dit systeem kan het signaal niet onopgemerkt in een la verdwijnen.

De situatie kan zich voordoen dat bijvoorbeeld de chef het object is van de klacht. In dat geval gaat de ambtenaar naar de vertrouwensman die de klacht meldt bij de SG. De SG kan de ambtenaar dan uitnodigen voor een vertrouwelijk gesprek, zonder dat de ambtenaar daarvan nadelige gevolgen bijvoorbeeld in de vorm van verstoorde arbeidsrelaties ondervindt. Het systeem biedt volop ruimte aan degene die meedenkt over wat hij ziet. Bovendien kan de ministeriële verantwoordelijkheid volledig tot haar recht komen. In uitzonderingsgevallen kan de klokkenluider rechtstreeks naar de commissie integriteit gaan. Niet alle situaties kunnen in een systeem ondervangen worden. Het komt immers ook voor dat mensen maar wat verzinnen. In zo'n situatie moet de sanctie in verband met plichtsverzuim gehanteerd kunnen worden. Uitgangspunt is de integriteit van de klokkenluider, maar er moet ook rekening gehouden worden met situaties waarin andere overwegingen een rol kunnen spelen om iets te melden. Voor hele grote maatschappelijke zaken is er nog het meldpunt integriteit bij de BVD. De BVD kan bronbescherming garanderen, dit in tegenstelling tot een lokaal meldpunt. Dit jaar heeft de BVD op dit terrein 35 meldingen ontvangen. De minister zag niets in het inschakelen van de OR bij het klokkenluiden. Wel zegde hij toe na een jaar of drie, vier de werking van de externe commissie te evalueren.

De minister zegde toe in meer algemene zin een zinsnede over de regeling in de Ambtenarenwet op te nemen die zo dwingend is dat zij in andere regelingen, meer specifiek toegesneden op de situatie, terug te vinden moet zijn.

Het overleg met IPO en VNG heeft ertoe geleid dat zij de activiteiten in het kader van het integriteitsbeleid zullen verstevigen. Er is gesproken over een uniforme aanpak. Er is een werkgroep ingericht, die het declaratiegedrag nader zal onderzoeken. Het doel is tot duidelijke gedragsregels te komen. De werkgroep zal in maart rapporteren. Het integriteitsbeleid moet gestimuleerd worden, zonder alles gedetailleerd voor te schrijven. Wellicht kan de VNG behulpzaam zijn met het opstellen van een modelverordening. De minister onderstreepte het belang dat hij hecht aan goed overleg. Om die reden wenste hij niet centraal regels op te leggen. Met IPO en VNG is ook gesproken over bestuurders en belangenverstrengeling. Nevenfuncties moeten reeds gemeld worden. De bewindsman deelde mee in het betreffende gesprek ervoor te hebben gepleit de bijbehorende salariëring of tegemoetkoming eveneens openbaar te maken in het kader van de transparantie van het openbaar bestuur.

Desgevraagd zegde de minister toe het idee van een pilotproject voor kwetsbare functies bij de rijksoverheid nader te onderzoeken.

De minister hield vast aan de termijn van twee jaar bij de draaideurconstructie. Er is geen overeenkomstige regeling voor oud-bewindslieden. Het onderwerp is besproken in de ministerraad. Oud-bewindspersonen doen soms heel goed werk voor hun vroegere ministerie. Dat soort werkzaamheden is altijd openbaar. Die openbaarheid is voldoende om daarmee verstandig om te gaan zonder daarvoor een regeling te treffen. Een eventuele regeling kan alleen gelden voor het eigen departement. Aangezien dergelijke werkzaamheden op verzoek van het ministerie in alle openheid gedaan worden, zal het oordeel daarover ook in de openbaarheid geveld worden en derhalve bij anticipatie zorgvuldig zijn. Om die reden heeft het kabinet het niet verstandig geoordeeld, voor die situatie een regeling op te stellen.

Een uitzondering op de draaideurconstructie is gecreëerd voor ambtenaren die in het kader van een afvloeiingsregeling nog enkele tijd voor het eigen ministerie mogen werken. De circulaire geldt niet bij privatisering van een rijksdienst. De circulaire over de draaideurconstructie heeft een dwingende werking. De departementale accountantsdienst controleert dit. De circulaire over giften is eveneens dwingend.

Voor oud-bewindslieden bestaat geen gedragscode. De minister zegde toe dit onderwerp in het kabinet naar voren te brengen, gehoord de opmerkingen over artikel 15 van de Gemeentewet met betrekking tot onverenigbare handelingen. Overigens zijn op het handelen van oud-bewindspersonen de regels van het privaat publiekrecht normaal van toepassing, waaronder het Wetboek van Strafrecht voorzover het staatsgeheimen betreft. Hij verwees naar de antwoorden van de minister van Defensie op vragen over de oud-staatssecretaris van Defensie.

Over de politieke partijen heeft recentelijk geen overleg plaatsgevonden. De minister zegde toe het overleg daarover te hernemen.

De politie kent een integriteitsbureau. De integriteit wordt streng bewaakt. Bijna elk korps heeft een integriteitsbeleid en personen die zich daar in het bijzonder mee bezighouden.

Van hoog tot laag moeten ambtenaren hun nevenfuncties melden. Deze worden geregistreerd binnen de organisatie. Ambtenaren hebben echter ook grondrechten. Een van de grondrechten is de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Die komt in het gedrang wanneer eenieder het recht zou hebben van elke willekeurige ambtenaar op te vragen in welke organisaties hij actief is. De verplichting iets openbaar te maken is in principe een inbreuk op het grondrecht op privacy. Daarvoor is een wettelijke grondslag nodig. Die wettelijke grondslag wordt nu in de Ambtenarenwet gecreëerd. Elke sector kan deze grondslag gebruiken. UIt het Europese recht volgt dat je daarvan alleen proportioneel gebruik mag maken. Die openbaarheid moet het belang van de publieke zaak dienen. De analyse is dat binnen de rijkssector dat publieke belang te ontwaren is bij topambtenaren. Er zullen ook specifieke gevoelige groepen worden aangewezen. Te zijner tijd zal er ook een pendant moeten komen op provinciaal en gemeentelijk niveau. Desgevraagd antwoordde de minister dat er geen regel is, die zegt dat betaalde nevenfuncties openbaar gemaakt moeten worden. Betaald-niet betaald is geen criterium voor openbaarmaking.

De minister zegde toe de Kamer nader te zullen informeren over de kortingsregelingen in de rijksdienst. De schriftelijke vragen over nevenfuncties van ambtenaren van de dienst recherchezaken bij het ministerie van VROM worden beantwoord. De antwoorden liggen nu bij minister Pronk.

Bij detentie verliest een oud-politicus wel zijn wachtgeld, maar niet zijn pensioen.

De Nationale ombudsman onderzoekt gedragingen van de overheid. De gedachte hem te betrekken bij de klokkenluidersprocedure is losgelaten.

De minister zegde toe de meer technische vragen schriftelijk te zullen beantwoorden.

De voorzitter van de commissie,

De Cloe

De griffier van de commissie,

Coenen


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Van de Camp (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Dankers (CDA), Hoekema (D66), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), O. P. G. Vos (VVD), Rehwinkel (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wagenaar (PvdA), Rietkerk (CDA), De Boer (PvdA), Duijkers (PvdA), Verburg (CDA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP) en Balemans (VVD).

Plv. leden: Rouvoet (RPF), Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Ravestein (D66), Van Wijmen (CDA), Augusteijn-Esser (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Gortzak (PvdA), Rabbae (GroenLinks), Wijn (CDA), Dittrich (D66), Cherribi (VVD), Nicolaï (VVD), Van den Doel (VVD), Van Oven (PvdA), Brood (VVD), Apostolou (PvdA), Eurlings (CDA), Kuijper (PvdA), Belinfante (PvdA), Mosterd (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP) en Essers (VVD).

Naar boven