Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26800-XV nr. 84 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26800-XV nr. 84 |
Vastgesteld 11 juli 2000
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 28 juni 2000 overleg gevoerd met minister Vermeend van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het conceptbesluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (SoZa-00-503).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
Mevrouw Verburg (CDA) was van oordeel dat, als de Tweede Kamer niet heel alert had gereageerd op de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juni, de schrapping op termijn van artikel 3 van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen beklonken was geweest. Een onderdeel daarvan dat betrekking heeft op het tewerkstellen van prostituees van buiten de Europese Unie, is een gevolg van de opheffing van het bordeelverbod. In de genoemde brief kondigt de minister aan de AMvB te zullen splitsen en alleen het onderdeel met betrekking tot het werken door asielzoekers aan de Kamer voor te leggen omdat over de overige bepalingen, die onder meer betrekking hebben op het werken door prostituees «geen discussie bestaat met de Kamer».
Het is onbegrijpelijk hoe de minister dit zo heeft kunnen opschrijven. Als er íets omstreden is, dan is het wel het aantrekken van prostituees van buiten de Europese Unie. De minister van Justitie heeft de Kamer dan ook laten weten hier voorlopig niet aan te willen. Het is verbazingwekkend dat deze brief niet door de minister van Justitie is meeondertekend. Wist de minister van Justitie dat deze brief zou worden verzonden?
Op 27 januari vond een algemeen overleg van de vaste commissie voor Justitie plaats met de minister van Justitie, waarin de tewerkstelling van prostituees van buiten de EU ter sprake kwam. In het verslag van dit AO staat onder meer: «De minister had kennisgenomen van de diverse opvattingen met betrekking tot de vraag of het uiteindelijk een Nederlands belang is om, zelfs als er hier een tekort aan prostituees is, personen buiten de EU-landen te werven. Hierop wordt bij de evaluatie teruggekomen.» Gedoeld wordt hier op de evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod. Het presenteren van de AMvB was al in strijd met deze uitspraak van de minister, maar het is voor de fractie van het CDA zonder meer onacceptabel wanneer ook nog eens de AMvB uit de voorhang- procedure wordt gehaald. Daarom verzoekt zij de minister om het schrappen van artikel 3 geen doorgang te laten vinden, zodat de Kamer een en ander aan de hand van de evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod nader kan bekijken. Het is niet nodig deze AMvB in werking te laten treden vóór de opheffing van het bordeelverbod. Dit argument snijdt geen hout.
Met betrekking tot de procedure merkte mevrouw Verburg op dat in de AMvB weliswaar staat dat het onderdeel over prostituees op een later tijdstip in werking treedt, maar dit gebeurt bij Koninklijk Besluit en is dus geen zaak meer van de Kamer. De minister schrijft in de toelichting bij de AMvB dat de periode waarin het verbod op de afgifte van tewerkstellingsvergunningen geldt, «zo kort mogelijk dient te zijn». Met de acceptatie van deze AMvB zou de Kamer ten principale akkoord gaan met de mogelijkheid dat prostituees van buiten de EER worden geworven.
De heer Kamp (VVD) constateerde dat de minister de Kamer heeft gevraagd het overleg over de genoemde AMvB vooruit te schuiven. Ook heeft de minister de Kamer gevraagd ermee in te stemmen dat – behalve het onderdeel asielzoekers en werk – een en ander wel gewoon doorgang vindt. Tijdens procedurele overleg leek het de fractie van de VVD het beste het overleg over alle onderdelen na het zomerreces te laten plaatsvinden, maar zij biedt de minister nu graag de gelegenheid om eventuele bezwaren daartegen naar voren te brengen.
De heer Harrewijn (GroenLinks) was van oordeel dat volstrekt duidelijk eerder met de Kamer is afgesproken dat artikel 3 wordt vervangen door artikel 1, onderdeel j. De invoering vindt afzonderlijk bij KB plaats, zulks in verband met de evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod. Aan deze afspraak met de Kamer, elders gemaakt, mag nu niet in de sfeer van een AMvB worden getornd.
De heer Dittrich (D66) was het ermee eens dat nu niet inhoudelijk over de concept-AMvB's wordt gesproken. Op 27 juni is uitvoerig met de minister van Justitie gesproken over de Wet identificatieplicht prostituees (WIP) en daarbij is ook, zij het zijdelings, de tewerkstellingsvergunning aan de orde geweest. De fractie van D66 geeft er de voorkeur aan na het zomerreces over deze zaken verder te spreken. Intussen worden geen onomkeerbare beslissingen genomen. Zodra er iets in werking moet treden, is de Kamer daar zelf bij.
De heer Santi (PvdA) was het ermee eens dat thans uitsluitend over de procedure wordt gesproken, maar had er vandaag gesproken moeten worden over de kwestie van de prostituees en andere zaken, behorend bij artikel 1 van de AMvB, dan zou de fractie van de PvdA daartegen geen bezwaar hebben gehad.
De voorzitter bevestigde dat dit overleg slechts handelt over de procedure. De discussie heeft vooral betrekking op de laatste passage van de brief van de minister, waarin wordt gesteld: «De overige bepalingen waarover geen discussie bestaat met de Kamer, blijven gehandhaafd. Deze hebben betrekking op onder andere prostitutiewerkzaamheden. Dit gedeelte zal uiterlijk op 1 oktober a.s. in werking treden.»
De minister onderschreef de visie van de heer Harrewijn en begrijpt niet welke problemen mevrouw Verburg ziet. De tewerkstellingsvergunningen voor prostituees worden niet buiten de Kamer om opgeheven. Het «kleine» KB wordt voorgehangen en vervolgens beslist de Kamer. Wellicht is de brief niet duidelijk geformuleerd, maar onduidelijk is waarom er over deze kwestie enige commotie is ontstaan. Het bordeelverbod wordt per 1 oktober 2000 opgeheven en wat dat betreft is er een bepaalde relatie met de tewerkstellingsvergunningen. Het is mogelijk dat iemand tegen die achtergrond gaat procederen, maar er zal gewoon worden geweigerd. Er bestaan overigens beslist geen plannen om voor deze sector in het buitenland te gaan werven.
Mevrouw Verburg (CDA) was de minister erkentelijk voor zijn verduidelijking, maar had liever gezien dat hij een en ander helder in zijn brief had opgenomen. De in de brief gekozen formulering geeft immers aan dat er over deze kwestie geen discussie met de Kamer zou zijn, zodat een en ander stilzwijgend zou kunnen worden aangenomen. Zou de brief duidelijker zijn geformuleerd, dan had dit AO achterwege kunnen blijven. Mevrouw Verburg gaf voor alle duidelijkheid nog eens aan dat het «klein» KB aan de Kamer wordt voorgelegd.
De heer Kamp (VVD) meende dat er voor mevrouw Verburg wel degelijk aanleiding was om aandacht te vragen voor de opgetreden onduidelijkheid en concludeerde dat alle zaken die oorspronkelijk voor het AO van heden werden geagendeerd, worden doorgeschoven tot na het zomerreces.
De voorzitter wees erop dat de tijdens de procedurevergadering opgetreden onduidelijkheid «kamerbreed» was en constateerde dat dit overleg de gewenste helderheid heeft geboden.
Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Van Zijl (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Kalsbeek (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Essers (VVD), Van Dijke (RPF/GPV), Bakker (D66), Visser-van Doorn (CDA), Smits (PvdA), De Wit (SP), Verburg (CDA), Spoelman (PvdA), Van der Staaij (SGP), Örgü (VVD), Harrewijn (GroenLinks), Van Gent (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Balkenende (CDA), Wilders (VVD), Santi (PvdA) en Snijder-Hazelhoff (VVD).
Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Van der Hoek (PvdA), Dankers (CDA), Hamer (PvdA), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Van Middelkoop (RPF/GPV), Van Vliet (D66), Stroeken (CDA), Schoenmakers (PvdA), Marijnissen (SP), Eisses-Timmerman (CDA), Middel (PvdA), Van Walsem (D66), Weekers (VVD), Vendrik (GroenLinks), Rosenmöller (GroenLinks), Wagenaar (PvdA), Mosterd (CDA), De Vries (VVD), Oudkerk (PvdA) en Klein Molekamp (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26800-XV-84.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.