Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26800-XIII nr. 57 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26800-XIII nr. 57 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 26 mei 2000
Van 9 t/m 12 april jl. bezocht ik Bulgarije. Tijdens het bezoek heb ik een MoU voor samenwerking inzake Joint Implementation getekend. Tijdens ontmoetingen met diverse (Vice-)Ministers heb ik met name gesproken over de actuele economische situatie, de toetredingsonderhandelingen met de EU en mogelijke intensivering van de bilaterale betrekkingen. Van alle zijden werd grote erkentelijkheid uitgesproken voor de Nederlandse steun bij het streven van Bulgarije naar EU- en NAVO-lidmaatschap.
Op mijn reis werd ik vergezeld door 40 vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven. De bedrijven hadden een intensief individueel matchmaking-programma. Het in Bulgarije aanwezige Nederlandse bedrijfsleven hield een ééndaagse tentoonstelling «Keep in touch with the Dutch».
Vervolgens bracht ik op 12 en 13 april jl. een kort bezoek aan Roemenië, waarmee al een intensievere bilaterale economische relatie is opgebouwd. Ik heb gesproken met Premier Isarescu, de Minister van Industrie en Handel en de Vice-Ministers voor Buitenlandse Zaken en Landbouw. Gespreksthema's waren in het bijzonder de economische ontwikkelingen van het land, de bilaterale betrekkingen met Nederland, de toetreding tot de Europese Unie en de actuele noodsituatie als gevolg van overstromingen in het westen van Roemenië. Tijdens de ontmoeting met premier Isarescu heb ik namens de Nederlandse regering noodhulp tot een bedrag van NLG 1 miljoen toegezegd. Daarnaast heb ik aangegeven dat ik ook wil bijdragen aan een structurele oplossing voor dit terugkerende probleem.
Gegeven de uitstekende sfeer in de contacten met Bulgaarse en Roemeense bewindslieden en het goedlopende matchmakingprogramma voor de meereizende bedrijvenmissie constateer ik dat van een geslaagde reis kan worden gesproken. Mijn bezoek kreeg veel waardering, omdat het opnieuw de belangstelling toont die Nederland voor deze landen in transitie heeft. Het bezoek onderstreepte tevens dat wij belang hechten aan de bilaterale economische betrekkingen en ruimte zien voor verdere intensivering hiervan. Nederland is reeds één van de belangrijkste buitenlandse investeerders, maar er zijn zeker mogelijkheden de investeringen te vergroten. Realisme blijft vanzelfsprekend vereist. Beide landen verkeren nog in een moeilijke overgangsfase naar een markteconomie; zakendoen is veelal nog een kwestie van lange adem. Het proces van toenadering tot de Europese Unie en het duidelijke commitment daartoe van beide landen is zeker bevorderlijk in het creëren van een gunstig ondernemingsklimaat. Het feit dat ik werd vergezeld door een grote economische missie werd gezien als belangrijk teken dat de Nederlandse overheid, naast bilaterale hulpprogramma's, zich ook inspant om bedrijven voor het zakendoen te interesseren. Daaraan wordt veel gewicht toegekend, omdat handel met en investeringen uit het buitenland van belang zijn voor de verdere economische ontwikkeling.
Het bezoek vond plaats op uitnodiging van Vice Eerste Minister en Minister van EZ, Petar Zhotev. Voorts heb ik gesprekken gevoerd met Minister Slavinski van Transport en Telecommunicatie, onderminister Oresharski van Financiën, Minister Vurbanov van Landbouw en onderminister Kissiov van BZ. Tijdens de gesprekken werd onder meer van gedachten gewisseld over de actuele macro-economische ontwikkelingen, de toetredingsonderhandelingen met de EU, de bevaarbaarheid van de Donau en het Stabiliteitspact. Tevens heb ik in de gesprekken enkele problemen aan de orde gesteld waarmee Nederlandse bedrijven in Bulgarije worden geconfronteerd.
Met Minister Zhotev sprak ik in het bijzonder over de bestaande bilaterale contacten en mogelijkheden tot intensivering daarvan. Zhotev wees op het lage begrotingstekort, de lage inflatie en de positieve groeiverwachting voor 2000. Bovendien beklemtoonde hij dat ter bestrijding van de «red tape» een liberalisering van het vergunningenstelsel wordt doorgevoerd. Hoofddoelen van de Bulgaarse regering zijn toetreding tot de EU (per begin 2007) en tot de NAVO. Beide processen hebben steun van het parlement en de bevolking; ten aanzien van de NAVO had alleen de socialistische partij nog geen positie ingenomen.
We bespraken hierna de mogelijkheden voor intensivering van de economische betrekkingen. Daarbij kwamen diverse sectoren ter sprake, waaronder telecommunicatie, energie, transport en toerisme, met bijzondere aandacht voor samenwerking van het MKB. Ik kon meedelen dat Nederland op grond van de verbeterde economische situatie tot versoepeling heeft besloten tot openstelling van de exportkredietverzekering voor kortlopende transacties. Bovendien spraken we over projecten in het kader van het stabiliteitspact voor Zuidoost Europa.
Aansluitend aan deze ontmoeting tekenden wij, samen met Milieu-minister Maneva, een MoU voor samenwerking op het gebied van Joint Implementation. De overeenkomst biedt Bulgarije goede mogelijkheden om investeringen aan te trekken ter modernisering van de energiesector. Voor Nederland biedt het de gelegenheid bij te dragen aan de verwezenlijking van de Kyoto-conventie, i.c. de reductie van CO-2 uitstoot.
Tijdens de ontmoeting met Minister Slavinski van Transport is onder andere gesproken over het stabiliteitspact, telecommunicatie, wegvervoer, intermodaal transport, spoorweghaven- en luchthavenontwikkeling. Slavinski gaf aan dat het stabiliteitspact voor Bulgarije van groot belang is vanwege de geografische ligging van Bulgarije en om de transit-verbindingen optimaal te kunnen ontwikkelen. De Bulgaarse regering stelt prioriteiten op transportgebied vast, mede bepaald door de route van pan-Europese corridors.
Met Vice-Minister voor Financiën Oresharski heb ik met name gesproken over het banksysteem en de bestaande problemen voor het MKB om leningen te verkrijgen. Oresharski sprak zijn waardering uit voor de Nederlandse bewindvoerders ten behoeve van kiesgroeplanden bij Wereldbank en IMF en riep Nederlandse banken op zich actiever op Bulgarije te richten. Mijn aankondiging van een openstelling van de exportkredietverzekering voor korte transacties werd zeer verwelkomd.
Tijdens mijn ontmoeting met landbouwminister Vurbanov waren ook enkele bedrijven aanwezig. Vurbanov benadrukte dat met betrekking tot het huren van landbouwgrond een verbeterd investeringsklimaat was ontstaan. Vervolgens schetste hij enkele voorbeelden van de bestaande en geplande samenwerking met Nederland in PSO-kader, met name op het terrein van pootaardappelen, groententeelt en pluimvee. Hij zei veel belang te hechten aan projecten in relatie tot milieubeleid. Assistentie bij de overname van het acquis communautaire was ook welkom. Tot slot bespraken we de multilaterale handelspolitiek en het concept van multifunctionaliteit in de landbouw.
Voorts voerde ik nog een gesprek met Vice-Minister Kissiov van Buitenlandse Zaken. Dat gesprek had in het bijzonder betrekking op de toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie. Ten behoeve van een soepele interne coördinatie is een interdepartementaal overleg onder leiding van de premier ingesteld. Bulgarije hanteert als streefdatum voor toetreding 2007. Veel zal afhangen van stabiliteit in de regio. De onderhandelingen zijn voortvarend ter hand genomen. Voorziene knelpunten liggen bij de implementatie van EU-richtlijnen, onder meer bij milieu en landbouw.
Op het vliegveld van Sofia tot slot werd ik geïnformeerd over de geplande nieuwbouw (nieuw stationsgebouw, verlenging bestaande startbaan en aanleg van een tweede startbaan), waar Nederland in het kader van een PSO-project bij betrokken is.
Dit bezoek paste in de bestaande intensieve bilaterale economische relatie met Roemenië. Ik had uitgebreide besprekingen opgenomen met Radu Berceanu, Minister voor Industrie en Handel, premier Isarescu, Vice-Minister Dijmarescu van Buitenlandse Zaken en Vice-Minister Pete van Landbouw.
Terugkerende elementen bij alle besprekingen waren de economische ontwikkelingen van het land, de bilaterale betrekkingen met Nederland, de bilaterale samenwerking, de toetreding tot de Europese Unie en de actuele noodsituatie als gevolg van overstromingen in Roemenië.
Premier Isarescu toonde zich optimistisch over de Roemeense economie die dit jaar voor het eerst sinds drie jaar een bescheiden groei te zien zou geven, vooral als gevolg van stijgende exporten. Voor de bevolking zou dit nog niet tot koopkrachtverbetering leiden. Isarescu was verbaasd over de laatste «rating» van Standard & Poor's, waarin Roemenië is opgenomen in de groep van landen die in 2000 niet zou kunnen voldoen aan haar schuldverplichtingen. Daarvan was volgens de premier absoluut geen sprake en zelfs zonder IMF-krediet zou Roemenië tijdig en volledig haar buitenlandse schuld aflossen. De parlementaire behandeling van de begroting was vertraagd, maar zou volgens Isarescu eind april zijn afgerond, zodat in mei de weg wordt vrijgemaakt voor de betaling van de tweede tranche van het IMF-krediet. Isarescu liet zich lovend uit over de goede samenwerking in de Nederlandse kiesgroep van Wereldbank en IMF, waarvan ook Roemenië deel uitmaakt.
In relatie tot de overstromingen kon ik namens de Nederlandse regering meedelen dat Nederland bereid was noodhulp te verlenen ter grootte van 1 miljoen gulden. Aangezien de overstromingen in Roemenië regelmatig terugkeren, is een structurele aanpak gewenst. Ik heb daarom ook aangegeven te willen bijdragen aan structurele hulpmaatregelen. In Nederland is op het terrein van waterbeheer immers in ruime mate expertise voorhanden.
Vice-Minister Dijmarescu van Buitenlandse Zaken, belast met Europese Zaken, gaf een helder inzicht in de wijze waarop de Roemeense overheid zich met het oog op de toetredingsonderhandelingen heeft georganiseerd. Daar het in Roemenië een verkiezingsjaar is, moet er zo snel en breed mogelijk gewerkt worden. De publieke opinie is positief; 80% van de bevolking staat achter EU-lidmaatschap. Dijmarescu toonde zich uiterst tevreden met de bilaterale samenwerking onder de MATRA- en PSO-programma's. Hij gaf te kennen dat op korte termijn ook een aantal verzoeken zal worden ingediend om gebruik te maken van het korte pre-accessie programma onder PSO, waarbij ambtelijke ondersteuning kan worden geboden op het gebied van economische kwesties betreffende het acquis communautaire.
De ontmoeting met Minister Berceanu stond in het bijzonder in het teken van de bilaterale economische betrekkingen. Het recente bezoek van zijn onderstaatssecretaris Berinde aan Nederland zagen wij beiden als goed initiatief ter intensivering van deze betrekkingen. Een ander voorbeeld vormde de recente honorering van een Duits/Nederlandse inschrijving voor een Europees Twinning-project, gericht op het overdragen van kennis en expertise op het terrein van technische normen en certificatie. Berceanu zei ook uitwisseling van ervaring zeer op prijs te stellen bij de liberalisering van de energiesector. Voorts zag hij verlangend uit naar enige versoepeling van het NCM-beleid.
Met Vice-Minister Stefan Pete van Landbouw heb ik in het bijzonder gesproken over enkele landbouwkwesties met duidelijke handelsaspecten. Allereerst heb ik waardering uitgesproken voor het feit dat Roemenië tijdens de dioxine-affaire vorig jaar het eerste land was dat haar grenzen weer opende voor Nederlandse producten. Zo ook heb ik me verheugd getoond over het ongedaan maken van hoge invoerheffingen voor nieuwe pootaardappelrassen. Voorts heb ik nog de BSE-kwestie aangeroerd. Roemenië hanteert nog steeds een invoerverbod voor levende runderen en rundvleesprodukten in verband met de gekke koeienziekte, ondanks sterke druk vanuit de Unie. In mei wordt in Parijs een conferentie over BSE georganiseerd. Ik heb Pete verzocht om die gelegenheid aan te grijpen om het restrictieve beleid te herzien. Meer in algemene zin ging Pete nog in op de voorziene privatisering van beschikbare gronden. Ten aanzien van multilaterale onderhandelingen in de landbouwsector toonde Pete zich voorstander van een gedifferentieerde benadering met gebruik van vrijwaringsmaatregelen en tariefquota.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26800-XIII-57.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.