26 800 XI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2000

nr. 13
MOTIE VAN HET LID BIESHEUVEL

Voorgesteld 17 november 1999

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het wenselijk is dat er over een langere periode zekerheid bestaat omtrent de inspanningen van de sociale huursector op het terrein van onder andere verkoop, betaalbare huisvesting, leefbaarheid en herstructurering;

voorts overwegende, dat woningcorporaties gebaat zijn bij meerjarige zekerheid ten aanzien van het te voeren huurbeleid om bovengenoemde inspanningen te kunnen verrichten;

verzoekt de regering om in overleg met de landelijke vertegenwoordigers van huurders en sociale verhuurders vóór 1 april 2000 afspraken te maken over een investeringsprogramma voor de sociale huursector voor de komende vijf jaar en een bijbehorend huurkader, waarbij onder meer gestreefd wordt naar:

– een verkoopprogramma van ca. 50 000 woningen per jaar, waarbij aan zittende huurders een met de bewoningsduur oplopende korting wordt geboden;

– een huurbeleid dat gemiddeld zo dicht mogelijk bij de inflatie komt te liggen, met behoud van mogelijkheden voor woningcorporaties om een op de individuele woningkwaliteit afgestemd huurbeleid te kunnen voeren;

– de totstandkoming van een voldoende grote voorraad aan goedkope huurwoningen in de diverse groeikernen;

– vermindering van regelgeving voor de sociale huursector, in combinatie met een versterking van door de sector zelf ontwikkelde toezichts- en verantwoordingsstructuren;

en waarbij voorts wordt afgesproken om halverwege de convenantperiode te toetsen op de betrokken partijen de gemaakte afspraken in voldoende mate zijn nagekomen;

en verzoekt de regering voorts de maximaal toegestane huurverhoging lager vast te stellen dan 4,5%, indien niet tijdig een akkoord met de sector kan worden bereikt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Biesheuvel

Naar boven