26 800 XI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2000

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 1999

Hierbij bied ik u aan, mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de antwoorden op de schriftelijke vragen over de Begroting 2000 (zie 26 800-XI, nr. 11) en de antwoorden over het Milieuprogramma 2000–2003 (zie 26 804, nr. 3). Daarnaast bied ik u aan de antwoorden op de vragen gesteld tijdens het begrotingsonderzoek op 28 oktober jl., waarvan was toegezegd dat ze schriftelijk beantwoord zouden worden.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Schriftelijke beantwoording vragen uit het begrotingsonderzoek van 28 oktober 1999

1

Worden de f 600 000,– voor de agenda 2000 direct aan de twinningsprojecten of indirect via de EU betaald ?

De betaling van de bijdrage loopt in principe altijd via twinningsprojecten dan wel andere bilaterale projecten en niet via de EU. In de afgelopen periode is ondermeer geld besteed aan:

• samenwerkingsprojecten met Midden- en Oosteuropese landen, en dan met name die landen waarmee VROM een Memorandum of Understanding (MoU) heeft. Speerpunten in deze samenwerking zijn de aanpak van ernstige milieuproblemen, het beschikbaar stellen van expertise op het gebied van milieumanagement en de samenwerking van milieuoverheidsdiensten en milieuorganisaties;

• Projecten van Milieukontakt Oost Europa. VROM financiert de meer-landenprogramma's, die gericht zijn op implementatie van het Environment for Europe proces;

• Projectbijdragen aan het Regional Environment Center (REC) in Hongarije. Deze projecten zijn doorgaans sterk gericht op informatieoverdracht naar zowel andere organisaties alsook het publiek.

2

Welke activiteiten vallen onder het verplichtingenbedrag van f 9,6 mln. overige resultaten internationaal milieubeleid?

Onder overige resultaten internationaal milieubeleid zijn de volgende activiteiten opgenomen:

 verplichtingen x 1 000,–
• het organiseren van het Tweede Wereld Waterforum in 20002 000
• bijdrage in huurpenningen van het International Reference Centre for Community Water Supply and Sanitation (IRC)350
• het ondersteunen van de Association INGP (International Network of Green Planners230
• het ondersteunen van het Antarctisch onderzoeksprogramma in het kader van de Consultatieve Status740
• vrijwillige bijdrage aan Milieufonds van de VN/UNEP1 360
• het door middel van de Subsidieregeling internationale samenwerking milieubeheer 2000 stimuleren van internationaal milieubeleid3 600
• het (laten) uitvoeren van projecten of activiteiten samenhangend met de uitvoering van het internationaal milieubeleid (opdrachtverlening)1 390
 9 670

3

Hoeveel draagt EZ bij aan de schoner produceren doelstelling?

Het midden- en kleinbedrijf (MKB) heeft ten opzichte van grote bedrijven een achterstand in kennis en aandacht voor het belang van integratie van milieu-aspecten in de bedrijfsvoering. In de Nota Milieu en Economie (Kamerstukken II, 1996–1997, 25 405 XI, nr. 1) is dan ook aangekondigd om een geïntegreerd milieu- en energieprogramma op het MKB tot stand te brengen.

De doelstelling van het programma Schoner Produceren is als volgt te omschrijven: het MKB te interesseren voor en te activeren tot het bijdragen aan de vermindering van de milieubelasting op economisch verantwoorde wijze door schonere produktiemethoden en produkten. Het programma richt zich op de MKB-bedrijven die niet of nauwelijks geïnteresseerd zijn in het milieu. Het programma wordt samen met het ministerie van Economische Zaken (EZ) en het Inter Provinciaal Overleg (IPO) uitgevoerd. In 2000 bedraagt de geraamde bijdrage (verplichtingen) van EZ f 4,35 mln. en van VROM f 3,25 mln.

4

Wat verklaart de hobbel bij Straling, Veiligheid, Stoffen in 2000?

In 2000 zijn voor twee onderwerpen bedragen (zowel verplichtingen als uitgaven) aan de begroting van Straling, Veiligheid, Stoffen (artikelonderdeel 05.17.03) toegevoegd. Het betreft concreet de onderwerpen «Asbestwegen Goor en Harderwijk» en «Besluit risico's zware ongevallen (BZRO 99)». In de toelichting op het overzicht mutaties na 1e suppletore begroting 1999 (pag. 225 en 226 van de begroting 2000) worden nadere toelichtingen gegeven omtrent deze verhogingen.

5

Waarom nemen de VAMIL-investeringen in de landbouw af?

De gegevens berusten op verwachtingen en niet op exacte metingen daar die niet beschikbaar zijn. Zoals aangegeven in de toelichting bij de tabel en grafiek VAMIL-regeling (pagina 187 begroting 2000) is er in het recente verleden zeer veel geïnvesteerd in de zogenoemde Groen Label Stallen. Dit zijn stallen met een lage emissie van lucht-verontreiniging. In bepaalde gebieden zijn al relatief veel van deze Groen Label Stallen aanwezig.

De verwachting is dat het kabinetsbeleid ten aanzien van de omvang van de varkensstapel zal leiden tot een vermindering van de bouw van stallen. De reductie van de varkensstapel kan er bovendien toe leiden dat eerder aan emissie-eisen zal worden voldaan. Naar verwachting zal dit een vermindering van de genoemde investeringen geven.

6

De kamer ontvangt het overzicht van de 16 doelmatigheidsprojecten met daarbij datum van afronding van de projecten uit het Argusprogramma.

Verwezen wordt naar de beantwoording op kamervraag nummer 32.

Naar boven