nr. 38
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 17 mei 2000
Mede namens de minister van Buitenlandse Zaken informeer ik u over de
inzet van luchttransport voor het vervoer van militairen uit Jordanië
naar Sierra Leone, ter versterking van de VN-vredesoperatie (Unamsil) aldaar.
Vanwege de snel verslechterende situatie ter plaatse acht de VN-Veiligheidsraad
het van groot belang dat Unamsil zo spoedig mogelijk volledig wordt ontplooid.
Tegen deze achtergrond hebben de VN gevraagd om steun bij het vervoer van
militairen uit India, Bangladesh en Jordanië naar Sierra Leone. Nederland
heeft, evenals de Verenigde Staten, Canada en het Verenigd Koninkrijk, besloten
positief op dit verzoek te reageren. De Verenigde Staten ondersteunen het
VN-Secretariaat, dat over onvoldoende capaciteit beschikt om een en ander
zelf te organiseren, bij het regelen van de benodigde transportcapaciteit.
Canada heeft inmiddels twee vliegtuigen ter beschikking gesteld.
De Koninklijke luchtmacht zal, met inachtneming van een waarschuwingstijd
van vier dagen, vanaf 20 mei een KDC-10 inzetten en binnen vier dagen
drie retourvluchten uitvoeren van Jordanië naar Dakar in Senegal. In
verband met de veiligheidssituatie in Freetown, waardoor de bemanning en het
toestel daar niet kunnen overnachten, en vanwege het ontbreken van vliegtuigbrandstof
en technische ondersteuning, vliegt de KDC-10 niet rechtstreeks naar Freetown
in Sierra Leone. Een Nederlands C-130 Hercules transportvliegtuig zal op en
neer vliegen tussen Dakar en Freetown om de Jordaniërs naar hun eindbestemming
te vervoeren. Er kunnen binnen zeven dagen waarschijnlijk ongeveer 490 militairen
worden vervoerd. De hieruit voortvloeiende additionele kosten bedragen ongeveer
1,5 miljoen gulden en komen ten laste van artikel 08.02 «vredesoperaties»
van de defensiebegroting. Vanwege de inzet ten behoeve van Unamsil moet de
Koninklijke luchtmacht civiel transport inhuren, onder meer om een rotatie
van Nederlandse Sfor-militairen en transport van materieel en personeel naar
Canada uit te voeren. De daarmee gepaard gaande kosten zijn verdisconteerd
in het bovengenoemde bedrag.
Het vliegveld van Freetown is op dit ogenblik onder controle van Britse
militairen. Het is onder deze omstandigheden verantwoord de transportvluchten
uit te voeren zonder additionele beschermende maatregelen. Niettemin zal met
het oog op de beoogde transportvluchten de veiligheidssituatie op en rond
Freetown scherp in de gaten worden gehouden.
De Minister van Defensie,
F. H. G. de Grave