nr. 10
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 3 november 1999
In het voorstel van wet tot vaststelling van de begroting van de uitgaven
en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(VII) voor het jaar 2000 (kamerstukken II, 1999/2000, 26 800 VII) wordt
de begroting van de uitgaven gewijzigd.
In het onderdeel uitgaven en verplichtingen van de begrotingsstaat behorende
bij het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht.
Art. | Omschrijving | Mutatie vóór
Nota van wijziging | Mutatie na Nota van wijziging | |
---|
| | verplichtingen | | uitgaven | verplichtingen | uitgaven |
---|
| | NLG 1 000 | EUR 1 000 | NLG 1 000 | EUR 1 000 | NLG 1 000 | EUR 1 000 | NLG 1 000 | EUR1 000 |
| TOTAAL | | | 7 529 002 | 3 416 514 | | | 7 559 002 | 3 430 127 |
| | | | | | | | | |
02.12 | Grotestedenbeleid | 134 075 | 60 841 | 157 075 | 71 278 | 154 760 | 70 227 | 177 760 | 80 664 |
03.01 | Algemeen integratiebeleid minderheden | 15 711 | 7 129 | 15 711 | 7 129 | 25 026 | 11 356 | 25 026 | 11 356 |
De (sub)totaaltellingen in de begrotingsstaat worden met deze wijzigingen
in overeenstemming gebracht.
TOELICHTING
Artikelsgewijs
De raming wordt met een bedrag van f 30 mln verhoogd ten behoeve
van taallessen inburgering oudkomers. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen
is motie 9, Melkert c.s. (kamerstukken II, 1999/2000, 26 800, nr. 9)
aanvaard. In de motie wordt de regering ondermeer verzocht extra middelen
in te zetten voor het oplossen van de wachtlijsten bij taallessen voor oudkomers
ten behoeve van opvoeders en werklozen en mede als gevolg daarvan ruimte te
bieden voor de alfabetisering van autochtonen in gemeenten met meer dan 7%
minderheden. Met deze ramingsverhoging wordt uitvoering gegeven aan de wens
van de Kamer.
In de motie was uitgegaan van verhoging van de begroting van het Ministerie
van OCenW. De middelen voor het beleid ten aanzien van de inburgering van
oudkomers, waar de taallessen belangrijk onderdeel van uitmaken, zijn geraamd
op de BZK-begroting. Het is onderdeel van het grotestedenbeleid en het algemeen
integratiebeleid minderheden. De vormgeving van dit beleid vindt plaats in
overleg met de betrokken ministeries, waaronder vanzelfsprekend het Ministerie
van OCenW. Conform de eerder gekozen aanpak zullen de middelen voor oudkomers
in het kader van versterking van de sociale infrastructuur aan de begroting
van BZK worden toegevoegd.
Bij de verdeling tussen het gedeelte grotestedenbeleid en het gedeelte
algemeen integratiebeleid minderheden is aangesloten bij de verdeling zoals
die is gehanteerd bij de middelen voor taal- en inburgeringsprogramma's voor
oudkomers die reeds op de BZK-begroting waren geraamd. De verdeling is meerjarig
als volgt:
Art. | Omschrijving | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 |
---|
02.12 | Grotestedenbeleid | 20 685 | 20 685 | 20 685 | 21 000 | 21 000 |
---|
03.01 | Algemeen integratiebeleid | 9 315 | 9 315 | 9 315 | 9 000 | 9 000 |
| (incl. 1,5% ontwikkelkosten
in de eerste drie jaren) | | | | | |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper
De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,
R. H. L. M. van Boxtel