Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26800-V nr. 114 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26800-V nr. 114 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2000
Tijdens het debat inzake de begroting van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking op 8 en 9 december 1999 zegde ik in de schriftelijke beantwoording van de door uw Kamer gestelde vragen toe uw Kamer informatie te verschaffen over de criteria en procedures voor het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB). Graag doe ik u hierbij deze informatie toekomen.
De in 1999 uitgevoerde interne evaluatie van het POBB heeft geleid tot een aanscherping van de bestaande criteria voor het programma. Tevens werd besloten een deel van de beschikbare POBB-fondsen te delegeren aan de Directie Veiligheidsbeleid (DVB). Voor het jaar 2000 houdt dit in dat DVB een initieel bedrag van NLG 6 miljoen ter beschikking heeft voor de financiering van projecten op het gebied van vrede, veiligheid en stabiliteit.
PROGRAMMA ONDERSTEUNING BUITENLANDS BELEID (POBB)
Het programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) richt zich op de financiering van activiteiten ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlands buitenlands beleid. Hierbij kan het zowel gaan om lange termijn beleidsdoelstellingen als om activiteiten gerelateerd aan actuele ontwikkelingen, die invloed hebben op het Nederlands buitenlands beleid. De projecten dienen, direct of indirect, een bijdrage te leveren aan het behalen van de doelstellingen van dit beleid.
1. Welke projecten komen in aanmerking
Vanuit het POBB kunnen activiteiten worden gefinancierd die het buitenlands beleid op één van de volgende terreinen ondersteunen.
– verbetering van bilaterale betrekkingen
– bevordering van multilaterale samenwerking
– milieu
– internationale juridische en justitiële samenwerking
– vrede, veiligheid en stabiliteit
– mensenrechten, democratisering en goed bestuur
Daarnaast worden de volgende criteria gehanteerd.
– De activiteit dient «katalyserend», éénmalig en kortlopend (maximaal 1 jaar) te zijn.
– De POBB-bijdrage moet duidelijk zichtbaar zijn. Activiteiten moeten bij voorkeur een duidelijk Nederlands profiel hebben of dienen te worden ingezet om duidelijk uiting te geven aan een Nederlandse beleidsprioriteit.
– Mede in het licht van de landenexercitie zal er strenger de hand worden gehouden aan de regel dat met POBB-financiering het OS-beleid niet wordt doorkruist.
– Er zal een strenge controle worden gevoerd op de uitvoeringscapaciteit van de betrokken organisatie(s). Strenge kwaliteitseisen zullen worden gesteld aan de beherende organisatie.
– Er zal een grote terughoudendheid worden betracht m.b.t. de financiering van op zichzelf staande seminars, workshops en conferenties.
2. Het indienen van een projectvoorstel
Elk idee, voorstel of initiatief dat ten doel heeft uiteindelijk als project in aanmerking te worden gebracht voor financiering ten laste van het POBB moet worden ingediend bij de Directie Politieke Zaken (DPZ). Een uitzondering hierop vormen de projecten op het gebied van vrede, veiligheid en stabiliteit. Deze moeten worden ingediend bij de Directie Veiligheidsbeleid (DVB). Het projectvoorstel kan direct of via andere directies of de posten bij DPZ/DVB worden ingediend door een particuliere instantie (waaronder NGO's) of een overheidsinstelling in Nederland, in het beoogde ontvangende land of door een internationale organisatie.
De aanvraag dient schriftelijk te geschieden en dient in ieder geval de volgende elementen te bevatten.
1. omschrijving van het project;
2. plaats van het project in het Nederlands buitenlands beleid;
3. een beschrijving van de doelstelling(en) van het project;
4. een beschrijving van de doelgroep;
5. informatie over de uitvoerende organisatie;
6. een overzicht van de uit te voeren project-activiteiten (inclusief de duur van het project);
7. een indicatie van de benodigde financiële middelen (in relatie tot de totaal benodigde financiële middelen van het project) en een gespecificeerde begroting.
Door DPZ/DVB zal een eerste, kwalitatieve beoordeling van de ingediende voorstellen worden gemaakt aan de hand van bovengenoemde criteria. Tevens zal rekening worden gehouden met de wenselijkheid van een thematische en geografische spreiding binnen het POBB en de spreiding van fondsen over de ontvangende instellingen. Indien deze kwalitatieve beoordeling positief uitvalt, komt het projectvoorstel in de beoordelingsfase.
In de beoordelingsfase zal door DPZ/DVB aan de indieners danwel uitvoerders, zonodig, aanvullende informatie worden gevraagd t.a.v. in de aanvraag vermelde aspecten. Door DPZ/DVB zal tevens schriftelijk advies worden gevraagd aan relevante directies, posten en vakdepartementen.
Indien bij een aanvraag grote spoed is geboden zal bij betrokken directies, posten en vakdepartementen mondeling om advies worden gevraagd. DPZ/DVB zal het resultaat van deze adviesaanvragen schriftelijk vastleggen.
De Directeur Politieke Zaken/Directeur Veiligheidsbeleid zal genoemde adviezen betrekken bij de beoordeling van het project. De Directeur Politieke Zaken/Veiligheidsbeleid kan in beginsel een project goedkeuren, afwijzen of ter beoordeling voorleggen aan de Directeur-Generaal Politieke Zaken (in ieder geval bij projecten met een budget van meer dan NLG 250 000) of aan de Minister (in ieder geval bij projecten met een budget van meer dan NLG 500 000).
Indien de POBB-financiering een subsidie betreft, zal DPZ/DVB bij goedkeuring een beschikking opstellen op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB).
Indien de POBB-financiering een bijdrage betreft, zal DPZ/DVB een contract opstellen.
DPZ/DVB ziet samen met de directie/post die het voorstel heeft ingediend toe op de uitvoering van het project. Eventuele tussentijdse rapportages worden evenals de inhoudelijke en financiële eindrapportage ter advisering voorgelegd aan de andere betrokken directies, posten en vakdepartementen De rapportage dient volgens de volgende richtlijnen te zijn opgesteld.
– algemene projectinformatie: projectnaam, -nummer, -periode, uitvoerende organisatie, datum rapportage, rapportage periode;
– achtergrond van het project;
– doelstellingen en doelgroep van het project (incl. eventueel tussentijds met Buitenlandse Zaken overeengekomen gewijzigde doelstellingen/doelgroep);
– implementatie: geplande activiteiten, wijzigingen, geplande periode van uitvoering;
– resultaten van het project: gerealiseerde activiteiten, signalering knelpunten tussen planning en uitvoering, werkelijke periode van uitvoering, toelichting op afwijkingen;
– beoordeling van de activiteiten/programma's: bereikte tussentijdse- en einddoelen, toelichting;
– conclusie: over bereiken algemene doelstelling en doelgroep, over algemene organisatie van het project, toelichting, suggesties voor de toekomst/«lessons learned».
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26800-V-114.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.