26 800 III
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Algemene Zaken (III) voor het jaar 2000

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 12 mei 2000

Tijdens de regeling van werkzaamheden van uw Kamer d.d. 9 mei 2000 is door het lid De Graaf gevraagd om een notitie van de regering over de toekomst en de mogelijke modernisering van het koningschap. Daarbij heeft hij aangegeven dat toezending van zo'n notitie bijvoorbeeld bij de presentatie van de begroting in september aanstaande een redelijke termijn zou zijn.

Door verschillende andere leden van uw Kamer is op het verzoek van de heer De Graaf gereageerd. Ofschoon er niet bij alle leden behoefte bestond aan een debat, heeft ook geen van de leden zich tegen een debat verzet.

Gelet op het verzoek en het ordedebat kan ik u mededelen dat ik voornemens ben om in de toelichting op de begroting van het ministerie van Algemene Zaken (hoofdstuk III van de rijksbegroting) een beschouwing op te nemen over het koningschap.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Naar boven