26 737 Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Nr. 10 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 oktober 2014

Hierbij ontvangt u conform uw verzoek van 10 september jl. de kabinetsreactie op een artikel inzake het MSC-keurmerk voor de garnalenvisserij («Kartelwaakhond keert keurmerk», Leeuwarder Courant 20 augustus 2014).

Op basis van door de sector aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM) overlegde documenten heeft de ACM als standpunt dat bij Noordzee garnalen de noodzakelijkheid en de beoogde grenswaarden voor de toepassing van een beheerregel voor vangstbeperking niet met wetenschappelijke gegevens is aangetoond. De aanbodbeperking heeft ook een prijsopdrijvend effect. Omdat uit de documenten niet blijkt dat het garnalenbestand in gevaar is, oordeelt de ACM dat de beheermaatregel niet onmisbaar is en de afspraken vanuit mededingingsoptiek daarmee niet toelaatbaar zijn.

Een beheermaatregel is noodzakelijk voor het verkrijgen van een MSC-keurmerk en de garnalensector kan vooralsnog dan ook geen MSC-keurmerk verwerven.

Er is door de garnalensector wetenschappelijk onderzoek in gang gezet voor een oordeel of bij overbevissing van garnalen wel of geen vangst beperkende maatregel nodig is. Gelet op de vorderingen in dat onderzoek heeft Nederland – mede namens Duitsland – de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) gevraagd om advies uit te brengen over de mogelijke noodzaak voor een beheerregel voor Noordzee garnalen. Tevens is verzocht om informatie te geven over welke beheermaatregelen mogelijk zijn, indien hun analyse laat zien dat beheer nuttig is. ICES zal naar verwachting eind oktober het gevraagde advies uitbrengen en op haar website publiceren. Het is aan de garnalensector om te bestuderen of het voor een nadere onderbouwing van een beheermaatregel gebruikt kan worden bij het verkrijgen van het MSC-keurmerk. De mogelijkheden om het MSC-keurmerk te behalen zijn nog niet uitgeput.

Gezien de stand van zaken wordt in deze brief niet nader ingegaan op de beleidsruimte betreffende duurzaamheid en mededinging. De ACM heeft de Beleidsregel mededinging en duurzaamheid (Staatscourant 2014 nr. 13375; 8 mei 2014) al gebruikt in de totstandkoming van haar standpunt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma