26 733
Evaluatie basisvorming

nr. 16
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 12 april 2002

In vervolg op de brieven van 14 december 2001 (Kamerstuk 26 733, nr. 13) en 4 maart 2002 (Kamerstuk 26 733, nr. 14) over de ontwikkeling van de basisvorming en zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg daarover met Uw Kamer op 13 maart jl. (26 733, nr. 15) informeer ik u met deze brief over het voornemen een Taakgroep Basisvorming in te stellen.

Voor de ontwikkeling en de invoering van de «basisvorming-nieuwe-stijl» wordt een Taakgroep Basisvorming ingesteld. De taakgroep moet bouwstenen aandragen waarmee scholen een programma kunnen invoeren dat recht doet aan elke leerling en dat scholen ruimte geeft voor maatwerk en variëteit. De taakgroep zal stevig wortelen in het onderwijs, in de scholen. Zij zal klein zijn: vier à vijf personen die afkomstig zijn uit scholen en/of nauw betrokken zijn bij de ontwikkeling en vormgeving van de basisvorming.

De minister/staatssceretaris van OCenW is eindverantwoordelijk voor de werkzaamheden en producten van de taakgroep. De Tweede Kamer wordt op de hoogte gehouden van de voortgang van de werkzaamheden.

De taakgroep krijgt een opdracht als aangegeven in bovengenoemde brieven, en vervolgens aangescherpt naar aanleiding van het overleg van 13 maart jl. De taken zijn de volgende.

– Het formuleren van de kerndoelen voor het verplichte (kern)curriculum met een omvang van tweederde van twee jaar. De huidige kerndoelen en de wijze waarop scholen deze hanteren in relatie tot de bovenbouw- en examenprogramma's vormen daarbij het uitgangspunt. Dit resulteert in een advies aan de minister/staatssecretaris omstreeks 1 januari 2003.

– Het ontwikkelen van leergebieden «natuur», «mens en maatschappij» en «kunst» vanuit de inhoud van de vakken waaruit een leergebied is samengesteld. Hiertoe zullen in experimenten op schoolniveau verschillende modaliteiten voor leergebieden worden uitgewerkt. Ook worden richtlijnen en handreikingen voor de invoering op schoolniveau opgesteld.

– Handreikingen te geven voor doorlopende leerlijnen vanuit basisonderwijs naar basisvorming en vanuit de basisvorming naar de bovenbouw havo-vwo en vmbo. In het bijzonder zal hier aandacht gegeven worden aan het derde leerjaar van het havo-vwo.

– Te bezien in hoeverre het mogelijk is een tweede moderne vreemde taal naast Engels in het kerncurriculum op te nemen, en hierover vervolgens advies uit te brengen aan de minister/staatssecretaris.

– Stimuleren dat scholen eigen beleid ontwikkelen om de basisvorming vorm te geven en te realiseren. In dit kader wordt de al ingezette lijn van schoolontwikkeling gebruikt voor pedagogisch/didactisch vernieuwing en een op de leerlingenpopulatie toegesneden programma.

De taakgroep betrekt de verschillende geledingen bij haar werkzaamheden via scholen, docenten-, ouder- en leerlingpanels. Ook de educatieve uitgevers en de lerarenopleidingen zullen worden betrokken. Rapportages en producten van de taakgroep worden in het Strategisch Regieoverleg PO/VO en in de Ouder- en Leerlingenkamer besproken.

In tijd gezien ligt de eerste prioriteit van de taakgroep bij het formuleren van de kerndoelen voor het kerncurriculum. Parallel zal op basis van de reeds aangehaalde notitie van 14 december 2001 het traject van wijziging van de wet op de basisvorming worden ingezet. De verwachting is dat het wetsvoorstel rond de komende jaarwisseling bij het Parlement kan worden ingediend. Begin 2003 zal ook het voorstel voor de herziene kerndoelen aan de Tweede Kamer worden gestuurd. De kerndoelen zullen na de wetswijziging bij Algemene Maatregel van Bestuur worden vastgesteld.

De taakgroep zal nog dit voorjaar bij instellingsbeschikking voor de duur van twee jaar ingesteld worden. In februari 2004 dient de taakgroep aan te geven hoe zij het vervolgtraject ziet.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

Naar boven