26 707
Wijziging van de Mediawet in verband met nieuwe regels omtrent de financiering van de publieke omroep (afschaffing omroepbijdrage)

nr. 25
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 25 oktober 2000

Bij brief van 7 september 2000 hebt u het verzoek van de heer Atsma (CDA) aan mij doorgeleid om nader geïnformeerd te worden over de financiering van lokale en regionale omroep voor het jaar 2000 en de jaren daarna. Aan dat verzoek voldoe ik bij dezen.

Bij brief van 22 mei 2000 hebben de minister van Financiën en ondergetekende de Tweede Kamer geïnformeerd over de compensatie die aan gemeenten en provincies wordt geboden voor het vervallen van de mogelijkheid om opslagen te heffen op de landelijke omroepbijdrage ten behoeve van respectievelijk lokale en regionale omroep. Het gaat daarbij om een structurele toevoeging van f 114 mln. aan het Provinciefonds en van f 10 mln. aan het Gemeentefonds. Aangezien dit een structurele toevoeging betreft, zal die ook na het jaar 2000 worden gecontinueerd en via de normeringssystematiek meegroeien met de rijksuitgaven.

Het kabinet heeft besloten om de door de Kamer gewenste extra compensatie uit algemene middelen1 niet structureel te verwerken. Alleen voor het jaar 2000 zijn de middelen samenhangend met deze amendementen toegevoegd aan de algemene uitkeringen van het Gemeente- en Provinciefonds: respectievelijk f 4 mln. en f 14,4 mln. Voor een toelichting op dit kabinetsbesluit verwijs ik naar de brief die de minister van Financiën mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 16 oktober 2000 naar de Kamer heeft gezonden.

Vanuit de mediabegroting van mijn departement worden middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van regionale omroep. Het gaat hierbij met name om de aanvulling voor dunbevolkte provincies (regionale radio en televisie) en de zogeheten matching voor regionale televisie, welke expireert per ultimo 2001.

Ik heb de Kamer tijdens het Algemeen Overleg van 31 mei 2000 toegezegd dat ik voor het einde van dit jaar met een voorstel zal komen over de inzet van deze middelen ná het jaar 2001. Tot die tijd blijven de terzake geldende regelingen intact.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

F. van der Ploeg


XNoot
1

De amendementen van het lid Bakker c.s.: 27 122 nr. 5 en 27 121 nr. 7.

Naar boven