nr. 10
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 25 november 1999
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel VIII komt te luiden:
ARTIKEL VIII
1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen tot twee jaar na inwerkingtreding
van deze wet, in gevallen waarin deze wet niet voorziet, regels worden gesteld.
2. In een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid
kan bepaald worden dat bij invordering van nog niet betaalde omroepbijdragen
waarvan de verschuldigdheid is ontstaan voor het tijdstip van inwerkingtreding
van deze wet bedragen tot ten hoogste tien gulden niet worden ingevorderd
en dat bij restitutie van reeds betaalde omroepbijdrage over tijdvakken die
liggen na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bedragen van ten
hoogste één gulden niet worden gerestitueerd. Over te restitueren
bedragen wordt geen rente vergoed.
B
In artikel IX wordt na «vastgesteld» ingevoegd:, waarbij terugwerkende
kracht kan worden verleend tot en met een daarbij te bepalen tijdstip dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden
vastgesteld.
Toelichting
Onderdeel A
Op grond van het voorstel van wet zullen nog niet betaalde omroepbijdragen,
waarvan de verschuldigdheid is ontstaan voor het tijdstip van inwerkingtreding
van de wet, met toepassing van de bepalingen van de Mediawet dienaangaande
ook na inwerkingtreding van onderhavig voorstel van wet nog worden
ingevorderd (artikel VI van het voorstel van wet). Om te voorkomen dat bij
invordering van kleine bedragen de invorderingskosten niet meer opwegen tegen
de in te vorderen bedragen en om te voorkomen dat in voorkomende gevallen
nota's verzonden worden die uitsluitend betrekking hebben op aanmaningskosten
is het gewenst te kunnen vaststellen welke bedragen niet zullen worden ingevorderd.
Iedereen krijgt hetgeen onverschuldigd is betaald gerestitueerd, ook als
het gaat om kleinere bedragen. Het is echter om uitvoeringstechnische redenen
en kostenoverwegingen gewenst te kunnen bepalen dat zeer kleine bedragen niet
worden gerestitueerd.
In beide gevallen is een grens aangegeven: bij de invordering gaat het
om bedragen van ten hoogste f 10,–, bij de restitutie om bedragen
van ten hoogste f 1,–.
Tevens is bepaald dat over terug te betalen omroepbijdrage geen rente
vergoed wordt. Dit is conform de bestaande systematiek waarbij in gevallen
waarin reeds betaalde omroepbijdrage wordt gerestitueerd geen rente vergoed
wordt.
B
Indien vanaf 1 januari 2000 belastingheffing gaat plaatsvinden met
het oog op de financiering van de publieke omroep kan het gewenst zijn aan
(onderdelen van) deze wet terugwerkende kracht te verlenen indien deze wet
niet tijdig voor 1 januari 2000 in werking kan treden, opdat het tijdstip
van het vervallen van de omroepbijdrage en de belastingheffing samenvallen.
Daarmee kunnen grote complicaties in de uitvoering, die zich vooral zullen
voordoen bij correctie van de belastingheffing, worden voorkomen. Tegen het
verlenen van terugwerkende kracht aan het vervallen van de omroepbijdrage
hoeft geen bezwaar te bestaan. Het gaat immers om het vervallen van een heffing
voor burgers, waarbij met terugwerkende kracht tevens kan worden voorkomen
dat over een bepaalde periode dubbele heffing plaatsvindt.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
F. van der Ploeg