nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 12 oktober 1999
De vaste commissie voor Financiën1, belast
met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt
verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud, dat de regering de vragen en opmerkingen in dit
verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling
van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de PvdA-fractie hebben met waardering kennis genomen van
het wetsvoorstel. Zij kunnen instemmen met de inhoud, maar hebben nog wel
een aantal vragen.
In welke mate is er sprake van overlapping met het bestaande samenwerkingsprotocol
DNB/Verzekeringskamer, en met de Raad van Financiële Toezichthouders?
Kan een schatting gemaakt worden van de extra kosten voor de kleinere in groepsverband
opererende verzekeraars?
Hebben deze leden goed begrepen dat het Besluit aanvullend toezicht op
verzekeraars nog moet verschijnen? Wanneer kunnen zij dat tegemoet zien? De
leden van de PvdA-fractie vragen zich voorts af of het wenselijk is dat het
begrip «passende maatregelen» niet nader gekwalificeerd wordt.
Is het juist dat hiermee een zekere speelruimte voor de toezichthouder ontstaat?
Kan de regering ingaan op de vraag of dit niet strijdig is met het uitgangspunt
van een «level playing field»?
De leden van de VVD-fractie hebben met veel belangstelling kennis genomen
van de onderhavige wetswijziging. In grote lijnen onderschrijven zij de voorgestelde
verwerking van de richtlijn nr. 98/78/EG van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Gemeenschappen, echter ook zij hebben een aantal aanvullende
vragen.
Artikel 69c
De leden van de VVDfractie vragen waarom het mogelijk is dat aanvullend
toezicht ook op financiële conglomeraten van toepassing kan zijn. Is
dit in overeenstemming met de beleidsdoelstellingen van de «Institutionele
vormgeving van het toezicht op de financiële sector» en sectoroverschrijdend
toezicht?
Artikel 69d
In dit artikel wordt gesteld dat de Verzekeringskamer geen rekening hoeft
te houden met ondernemingen met zetel buiten de Unie voor welke wettelijke
belemmeringen bestaan om de nodige informatie ten behoeve van het aanvullende
toezicht te verstrekken. Is in de praktijk ook het geval, zo vragen deze leden.
Zo ja, kan de regering dan toelichten in welke gevallen dit zich voordoet
en welke de consequenties kunnen zijn?
Artikel 69e
Is de geformuleerde tekst over de gewenste overeenstemming tussen de verschillende
toezichthouders niet te vrijblijvend? Het is nu mogelijk, zo merken deze leden
op, dat één onderneming te maken krijgt met verschillende toezichthouders
die allemaal het aanvullende toezicht uitoefenen. Wat is de mening van de
regering betreffende het aanscherpen van de bepaling dat de verschillende
toezichthouders overeenstemming moeten bereiken over wie het aanvullende toezicht
uitoefent?
Artikel III
De leden van de VVD-fractie vragen tenslotte of het genoemde tijdspad
ook voor de in het algemene deel onder punt 4 genoemde kleinere, in groepsverband
opererende, verzekeraars een reëel haalbaar tijdspad is.
De voorzitter van de commissie,
Van Gijzel
De griffier van de commissie,
Janssen
XNoot
1Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Reitsma (CDA), Rosenmöller (GL),
Van Zijl (PvdA), Van Gijzel (PvdA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA),
Voûte-Droste (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Giskes (D66), Kamp (VVD),
Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (RPF), Bakker (D66), De Vries (VVD),
De Haan (CDA), ondervoorzitter, Stroeken (CDA), Patijn (VVD), Van Beek (VVD),
Balkenende (CDA), Vendrik (GL), Bos (PvdA), Remak (VVD), Wijn (CDA), Kuijper
(PvdA).
Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Verburg (CDA), Harrewijn
(GL), Smits (PvdA), Duijkers (PvdA), Koenders (PvdA), Balemans (VVD), Van
Oven (PvdA), Schimmel (D66), Hofstra (VVD), De Wit (SP), Kalsbeek-Jasperse
(PvdA), Hoekema (D66), Van Walsem (D66), Wilders (VVD), Dankers (CDA), Van
der Knaap (CDA), Blok (VVD), Weekers (VVD), Bijleveld-Schouten (CDA), Rabbae
(GL), Vacature (PvdA), Hessing (VVD), Van den Akker (CDA), Timmermans (PvdA).