26 675
Regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet conflictenrecht afstamming)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 1 oktober 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt de zinsnede «staat van hun gemeenschappelijke gewone verblijfplaats» vervangen door: staat waar de vrouw en de man elk hun gewone verblijfplaats hebben.

B

In de laatste zin van artikel 2, vierde lid, wordt na de zinsnede «gehuwd geweest zijnde» ingevoegd: nog levende.

C

In artikel 5 wordt na de zinsnede «de toestemming van de moeder» het woord «of» vervangen door: ,onderscheidenlijk.

D

In artikel 6, tweede lid, wordt na de zinsnede «Is de man» ingevoegd: of de moeder.

E

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste en het tweede lid wordt de zinsnede «worden de gevolgen» vervangen door: wordt de inhoud.

b. In de tweede zin van het tweede lid wordt «worden» vervangen door: wordt.

Toelichting

De wijzigingen onder A, B, C en E worden voorgesteld naar aanleiding van opmerkingen die in het verslag zijn gemaakt. De wijziging onder A beoogt tot uitdrukking te brengen dat de vrouw en de man weliswaar in eenzelfde staat gewone verblijfplaats moeten hebben, maar dat zij binnen die staat niet noodzakelijk een gemeenschappelijke gewone verblijfplaats behoeven te hebben. De wijziging onder B bewerkstelligt dat in geval van buitengerechtelijke ontkenning van het vaderschap het vereiste van instemming van de (ex)-echtgenoot niet wordt gesteld als deze reeds is overleden. De wijziging onder C is van puur redactionele aard. Zij brengt de formulering van artikel 5 in overeenstemming met die van artikel 4. De wijziging onder E is eveneens van redactionele aard. Door vervanging van «de gevolgen» door «de inhoud» wordt de tekst van het artikel in overeenstemming gebracht met het kopje van het desbetreffende hoofdstuk. Door de wijziging onder D, ten slotte, wordt bereikt dat artikel 6 rekening houdt met de situatie waarin de moeder op het tijdstip van de indiening van het verzoek om gerechtelijke vaststelling van het vaderschap is overleden.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven